5 juni 2009
Eerste Kamer
07/11566
EV/EE
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
1. [Eiser 1],
wonende te [woonplaats],
2. [Eiser 2],
wonende te [woonplaats],
EISERS tot cassatie,
advocaat: mr. P. Garretsen,
t e g e n
DE GEMEENTE AMSTERDAM,
zetelende te Amsterdam,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. R.A.A. Duk.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser 1], [eiser 2] en de Gemeente.
1. Het geding in feitelijke instanties
[Eiser 1], [eiser 2] en [betrokkene 1], een derde toezichthouder (hierna gezamenlijk: [eiser] c.s.) hebben bij exploot van 10 juli 2006 de Gemeente gedagvaard voor de rechtbank Amsterdam, sector kanton, en gevorderd, kort gezegd, een voorziening die ertoe strekt dat de Gemeente niet overgaat tot overplaatsing van [eiser] c.s. naar de Dienst Werk en Inkomen en voorts bevordert dat [eiser] c.s. als toezichthouder bij de Dienst Stadstoezicht werkzaam kunnen blijven, althans zich onthoudt van maatregelen die ertoe leiden dat [eiser] c.s. niet meer in de door hen bij deze dienst vervulde functie werkzaam kunnen zijn.
De Gemeente heeft de vordering bestreden.
De kantonrechter heeft bij vonnis van 24 juli 2006 de gevorderde voorzieningen geweigerd.
Tegen dit vonnis hebben [eiser] c.s. hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam.
Nadat partijen de zaak ter zitting van 12 januari 2007 en 23 mei 2007 hadden doen bepleiten, heeft het hof bij arrest van 12 juli 2007 het vonnis waarvan beroep bekrachtigd.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof hebben [eiser 1] en [eiser 2] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Gemeente heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten en voor de Gemeente mede door mr. M.B. Kerkhof, advocaat te Amsterdam.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L.A.D. Keus strekt tot verwerping van het cassatieberoep met toepassing van art. 81 RO.
De advocaat van [eiser 1] en [eiser 2] heeft op 3 april 2009 schriftelijk op die conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiser 1] en [eiser 2] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de Gemeente begroot op € 371,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A. Hammerstein, als voorzitter, F.B. Bakels en W.D.H. Asser, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 5 juni 2009.