23 oktober 2009
Eerste Kamer
08/00297
EV/EE
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Eiser],
wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie,
advocaat: mr. L.A. van der Niet,
t e g e n
STICHTING PENSIOENFONDS MEDISCHE SPECIALISTEN,
gevestigd te Utrecht,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: aanvankelijk mr. C.J.J.C. van Nispen, thans mr. R.A.A. Duk.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] en de Stichting.
1. Het geding in feitelijke instanties
[Eiser] heeft bij exploot van 2 november 2004 de Stichting gedagvaard voor de rechtbank 's-Hertogenbosch, sector kanton, en gevorderd, kort gezegd, zowel primair als subsidiair [eiser] als goed opposant te verklaren en [eiser] te ontheffen uit de verplichtingen voortvloeiend uit het door de Stichting te zijner laste op 28 september 2004 uitgevaardigde dwangbevel, bij deurwaardersexploot op 5 oktober 2004 aan [eiser] betekend.
De Stichting heeft de vordering bestreden.
De kantonrechter heeft bij vonnis van 11 augustus 2005 [eiser] tot goed opposant verklaard en [eiser] ontheven van de verplichtingen uit voormeld dwangbevel.
Tegen dit vonnis heeft de Stichting hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch.
Bij arrest van 25 september 2007 heeft het hof het vonnis van de rechtbank vernietigd en het verzet van [eiser] tegen het dwangbevel ongegrond verklaard en [eiser] tot kwaad opposant verklaard.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft [eiser] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Stichting heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L.A.D. Keus strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de Stichting begroot op € 371,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A. Hammerstein, als voorzitter, F.B. Bakels en W.D.H. Asser, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 23 oktober 2009.