Art. 220e, Gemeentewet (tekst 2009). Verpleeg- en verzorgingshuizen. Welke gedeelten zijn 'in-hoofdzaak-woondelen'?
Rechtspraak.nl Belastingblad 2013/547 met annotatie van Redactie V-N Vandaag 2013/2581 V-N 2013/59.23.18 BNB 2014/53 met annotatie van S. BOSMA NTFR 2014/480 met annotatie van mr. dr. G. Groenewegen
gewezen op het beroep in cassatie van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veere (hierna: het College) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te ’s-Gravenhage van 23 februari 2012, nr. 11/00275, betreffende een aan Stichting [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) opgelegde aanslag in de onroerende zaakbelastingen.
1 Het geding in feitelijke instanties
Aan belanghebbende is voor het jaar 2009 wegens het gebruik van de onroerende zaak [A] te [Q] (hierna: de onroerende zaak), een aanslag in de onroerendezaakbelastingen van de gemeente Veere opgelegd, welke aanslag, na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraak van de heffingsambtenaar van de gemeente Veere (hierna: de heffingsambtenaar) is verminderd.
De Rechtbank te Middelburg (nr. AWB 10/439) heeft het tegen die uitspraak ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld bij het Hof.
Het Hof heeft de uitspraak van de Rechtbank vernietigd, het beroep gegrond verklaard, de uitspraak van de heffingsambtenaar vernietigd en de aanslag verminderd. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.
2 Geding in cassatie
Het College heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend.
3 Beoordeling van de klachten
3.1.
De klachten houden in dat het Hof ten onrechte heeft geoordeeld dat een aantal gedeelten van de onroerende zaak in hoofdzaak tot woning dient dan wel in hoofdzaak dienstbaar is aan woondoeleinden. Daartoe wordt met name gewezen op de intensiteit van de verzorging en verpleging die dusdanig hoog is dat de woonfunctie daaraan ondergeschikt is en daarin opgaat. Voorts wordt betoogd dat sprake is van een zo geringe mate van zeggenschap over de eigen woonomgeving en privacy binnen die woonomgeving dat niet van ‘in hoofdzaak wonen’ kan worden gesproken.
3.2.
De klachten stuiten af op hetgeen is overwogen in onderdeel 3.3 van de arresten van de Hoge Raad van 15 november 2013, nrs. 11/05565 en 11/05566, ECLI:NL:HR:2013:1125 en ECLI:NL:HR:2013:1126, waarbij met name zij gewezen op hetgeen is overwogen in de onderdelen 3.3.4 en 3.3.6.
4 Proceskosten
Het College zal worden veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie.
5 Beslissing
De Hoge Raad:
verklaart het beroep in cassatie ongegrond, en
veroordeelt het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veere in de kosten van het geding in cassatie aan de zijde van belanghebbende, vastgesteld op € 1416 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren P.M.F. van Loon en M.A. Fierstra, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 22 november 2013.
Van de gemeente Veere wordt ter zake van het door het College ingestelde beroep in cassatie een griffierecht geheven van € 466.
De gegevens worden opgehaald
Hulp bij zoeken
Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over: