Aan belanghebbende is over het jaar 2003 een navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen opgelegd, alsmede een boete.
Voorts zijn aan belanghebbende voor de jaren 2004 en 2005 aanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen opgelegd.
De navorderingsaanslag, de boetebeschikking en de aanslagen zijn, na daartegen gemaakt bezwaar, bij in één geschrift vervatte uitspraken van de Inspecteur gehandhaafd.
De Rechtbank te Haarlem (nrs. AWB 09/5418 t/m 09/5420) heeft de tegen de uitspraken ingestelde beroepen voor de jaren 2003 en 2005 gegrond verklaard, het beroep voor het jaar 2004 ongegrond verklaard, de uitspraak van de Inspecteur voor 2003 voor zover betrekking hebbende op de boete alsmede de boetebeschikking voor dat jaar vernietigd, de uitspraak van de Inspecteur voor het jaar 2005 vernietigd, de aanslag alsmede de boetebeschikking voor dat jaar verminderd.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld bij het Hof. De Inspecteur heeft incidenteel hoger beroep ingesteld.
Het Hof heeft de uitspraak van de Rechtbank vernietigd, behoudens de beslissingen betreffende de vergrijpboete, de proceskosten en het griffierecht, het bij de Rechtbank ingestelde beroep betreffende de navorderingsaanslag over 2003 ongegrond verklaard, de bij de Rechtbank ingestelde beroepen betreffende de aanslagen voor de jaren 2004 en 2005 gegrond verklaard, de uitspraken van de Inspecteur betreffende de aanslagen voor de jaren 2004 en 2005 vernietigd en die aanslagen verminderd.