De bewezenverklaring steunt op het volgende bewijsmiddel:
"Het door [verbalisant 2], aspirant, en [verbalisant 1], brigadier, van politie Utrecht, in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen, genummerd PL0971/2011058746-4 en gesloten en getekend op 15 maart 2011 (op pagina 7 en 8 van het hiervoor in het proces-verbaal ter terechtzitting onder 1 vermelde dossier proces-verbaal), voor zover inhoudende als relaas van verbalisanten, zakelijk weergegeven:
Op 15 maart 2011 hielden wij, verbalisanten, een scootercontrole met een rollentestbank te Vinkeveen. Wij controleerden een jongeman op een bromfiets die opgaf te zijn: [verdachte], geboren op [geboortedatum] 1989. Ik, van [verbalisant 1], hoorde [verdachte] iets zeggen. [verdachte] zei dat hij "Mierenneuker" had gezegd en ik hoorde hem nogmaals "Mierenneuker" zeggen. Ik zag dat [verdachte] daarbij in mijn richting keek. Ik, [verbalisant 2], heb gehoord dat [verdachte] tot drie keer toe "Mierenneuker" tegen ons zei. Wij, verbalisanten, voelden ons door de uitlatingen van [verdachte] in onze goede naam en eer aangetast, temeer omdat er nog een aantal jongeren op de controleplaats stonden die de uitlatingen van [verdachte] gehoord konden hebben. Hierop hebben wij [verdachte] als verdachte van belediging van een ambtenaar in functie aangehouden."