Aan belanghebbenden zijn over de jaren 1990 tot en met 1995 navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen en over de jaren 1991 tot en met 1996 navorderingsaanslagen in de vermogensbelasting opgelegd. De navorderingsaanslagen zijn opgelegd met een verhoging van honderd percent van de nagevorderde belasting, van welke verhoging geen kwijtschelding is verleend. Tevens is heffingsrente in rekening gebracht.
De Inspecteur heeft, gelijktijdig met de vaststelling van de aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen van belanghebbende voor het jaar 2000, het bedrag van het verlies van dat jaar bij beschikking vastgesteld. De beschikking is, na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraak van de Inspecteur gehandhaafd.
Na door belanghebbende daartegen gemaakt bezwaar heeft de Inspecteur bij uitspraken de navorderingsaanslagen, de daarbij gegeven kwijtscheldingsbeschikkingen, de daarbij gegeven beschikkingen inzake heffingrente, alsmede de beschikking tot vaststelling van het verlies gehandhaafd.
De Rechtbank te Haarlem heeft in haar uitspraak van 11 september 2008 (nr. AWB 08/5215) het beroep tegen de uitspraak van de Inspecteur inzake de beschikking tot vaststelling van het verlies gegrond verklaard, de uitspraak van de Inspecteur vernietigd en het verlies vastgesteld op ƒ 61.419. Voorts heeft de Rechtbank in haar uitspraak van 14 maart 2011 (nrs. AWB 05/287, 10/4145 tot en met 10/4155) de beroepen inzake de navorderingsaanslagen, verhogingen en beschikkingen inzake heffingsrente gegrond verklaard, de uitspraken van de Inspecteur vernietigd behoudens voor zover het de navorderingsaanslagen in de vermogensbelasting over de jaren 1994 en 1995 en de bijbehorende beschikkingen inzake heffingsrente betreft, de navorderingsaanslag in de vermogensbelasting over het jaar 1996 en de daarmee verband houdende beschikking inzake heffingsrente vernietigd, de daarmee verband houdende verhoging kwijtgescholden, de overige navorderingsaanslagen en beschikkingen inzake heffingsrente verminderd en de overige verhogingen gedeeltelijk kwijtgescholden.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraken van de Rechtbank hoger beroep ingesteld bij het Hof.
Het Hof heeft de uitspraak van de Rechtbank van 11 september 2008 bevestigd, de uitspraak van de Rechtbank van 14 maart 2011 bevestigd voor zover deze betrekking heeft op de navorderingsaanslagen en de beschikkingen inzake heffingsrente, de uitspraak van de Rechtbank van 14 maart 2011 vernietigd voor zover deze betrekking heeft op de verhogingen, het daartegen ingestelde beroep gegrond verklaard, de daarop betrekking hebbende uitspraken van de Inspecteur vernietigd en de verhogingen gedeeltelijk kwijtgescholden. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.