15 maart 2013
Eerste Kamer
12/01777
TT/LZ
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Eiser],
wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie,
advocaat: mr. P.J.L.J. Duijsens,
t e g e n
STICHTING HOGER BEROEPSONDERWIJS HAAGLANDEN, voorheen genaamd Stichting Hoger Beroepsonderwijs Haaglanden en Rijnstreek, zetelende te 's-Gravenhage,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. J.H. van Gelderen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] en de Hogeschool.
1. Het geding
Voor het verloop van het geding in vorige instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het arrest in de zaak 09/03141 van de Hoge Raad van 3 september 2010;
b. het arrest in de zaak 200.079.945/01 van het gerechtshof te Amsterdam van 27 december 2011.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het tweede geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft [eiser] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Hogeschool heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Spier strekt tot verwerping van het cassatieberoep met toepassing van art. 81 lid 1 RO.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de Hogeschool begroot op € 2.489,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren C.A. Streefkerk, als voorzitter, G. Snijders en M.V. Polak, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.A. Loth op 15 maart 2013.