Bij wet van 26 juni 1975, Stb. 1975, 341 is in de art. 89 en 591a Sv de term tegemoetkoming vervangen door schadevergoeding en is de mogelijke vergoeding van kosten van de raadsman toegevoegd. De Memorie van Toelichting bij deze wet houdt over de voorgestelde aanpassing van art. 89 Sv onder meer in:
"De beoordeling van de vraag of er grond is voor een vergoeding vindt hier immers niet haar antwoord in de onrechtmatigheid van de overheidsmaatregel, maar in het billijkheidsoordeel, nl. de vraag of het redelijk is dat de nadelige gevolgen van de indertijd bestaande verdenking niet voor rekening van de gewezen verdachte worden gelaten, maar geheel of gedeeltelijk door de Staat worden gedragen. (...)
De thans geldende regeling belet de rechter, door het gebruik van het woord "tegemoetkoming", een volledige vergoeding van de geleden schade toe te kennen. Het ontwerp vervangt deze term door "schadevergoeding", teneinde aan te geven dat, indien de rechter deze billijk acht, algehele vergoeding mogelijk is. Zo'n geval kan zich met name voordoen, indien op iemand door omstandigheden, buiten hem zelf gelegen, zonder dat hem enige schuld treft, de verdenking is gevallen. (...)
De voorgestelde regeling dwingt intussen de rechter niet, in alle gevallen waarin hij voor toekenning aanleiding ziet, de gehele schade voor vergoeding in aanmerking te laten komen." (Kamerstukken II, 1972,12 132, nr. 3, p. 3)
En over de voorgestelde aanpassing van art. 591a Sv:
"Met het gebruik van het woord "tegemoetkoming" is bij de totstandkoming van deze bepaling aansluiting gezocht bij de beperkte strekking van de regeling van art. 89 e.v. De argumenten die pleiten voor een verruiming van laatstgenoemde regeling zijn ook aan te voeren voor een overeenkomstige verruiming van het bepaalde in art. 591a, tweede lid. De daarin bedoelde schade en kosten zijn immers vergelijkbaar met de schade tengevolge van ondergane detentie. (...)
Voorts acht de ondergetekende een vergoeding van de kosten van de raadsman wenselijk. Daaronder vallen - aldus de Hoge Raad (NJ 1966/443) - de kosten van de advocaat gedurende het gehele strafproces, met inbegrip van de voorlopige hechtenis." (Kamerstukken II, 1972, 12 132, nr. 3, p. 4)
Nadien is, voor zover hier relevant, bij wet van 31 maart 1983, Stb. 1983, 153 aan art. 591a, tweede lid, Sv het tekstgedeelte toegevoegd dat betrekking heeft op het geval waarin toepassing is gegeven aan art. 9a Sr.