Art. 81 lid 1 RO. Procesrecht. Rechtsmacht Nederlandse rechter. Immuniteit van jurisdictie van internationale organisatie (vgl. HR 20 december 1985, ECLI:NL:HR:1985:AC9158, NJ 1986/438 en HR 23 oktober 2009, ECLI:NL:HR:2009:BI9632, NJ 2009/572)?
Rechtspraak.nl AR 2015/470 RvdW 2015/435 JWB 2015/111 RAR 2015/86 JAR 2015/92 AR-Updates.nl 2015-0260 VAAN-AR-Updates.nl 2015-0260
EISERES tot cassatie, verweerster in het voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep,
advocaat: mr. K.G.W. van Oven,
t e g e n
IRAN-UNITED STATES CLAIMS TRIBUNAL, zetelende te's-Gravenhage,
VERWEERSTER in cassatie, eiseres in het voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep,
advocaat: mr. G.R. den Dekker.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiseres] en het Tribunaal.
1 Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het vonnis in de zaak 1099663/11-26130 van de kantonrechter te 's-Gravenhage van 13 februari 2012;
b. het arrest in de zaak 200.103.895/01 van het gerechtshof Den Haag van 17 september 2013.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2 Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft [eiseres] beroep in cassatie ingesteld. Het Tribunaal heeft voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep ingesteld. De cassatiedagvaarding en de conclusie van antwoord tevens houdende voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep zijn aan dit arrest gehecht en maken daarvan deel uit.
Partijen hebben over en weer geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Wuisman strekt tot verwerping van het principaal cassatieberoep en tot het buiten bespreking laten van het voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep.
De advocaat van [eiseres] heeft bij brief van 5 februari 2015 op die conclusie gereageerd.
3 Beoordeling van de middelen in het principale beroep
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Nu de middelen in het principale beroep falen, komt het voorwaardelijk ingestelde incidentele beroep niet aan de orde.
4 Beslissing
De Hoge Raad:
in het principale beroep:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiseres] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van het Tribunaal begroot op € 818,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren C.A. Streefkerk, als voorzitter, G. Snijders en G. de Groot, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer G. de Groot op 20 maart 2015.
De gegevens worden opgehaald
Hulp bij zoeken
Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over: