STICHTING JEUGDBESCHERMING WEST HAAGLANDEN, gevestigd te Den Haag,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. F.I. van Dorsser.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de moeder en de Stichting.
1 Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de beschikkingen in de zaak C/09/486421/JE RK 15-691 en C/09/494939/JE RK 15-1649 van de rechtbank Den Haag van 18 mei 2015, 24 augustus 2015 en 7 september 2015;
b. de beschikking in de zaak 200.179.520/01 van het gerechtshof Den Haag van 13 januari 2016.
De beschikking van het hof is aan deze beschikking gehecht.
2 Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van het hof heeft de moeder beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest en het aanvullende cassatierekest zijn aan deze beschikking gehecht en maken daarvan deel uit.
De Stichting heeft verzocht het beroep te verwerpen.
De conclusie van de Advocaat-Generaal P. Vlas strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4 Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, T.H. Tanja-van den Broek en C.E. du Perron, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer G. de Groot op 16 september 2016.
De gegevens worden opgehaald
Hulp bij zoeken
Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over: