In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.
(i) Bij notariële akte van 27 september 1991 heeft [betrokkene 1], de vader van partijen en van hun zuster [betrokkene 2], vier onroerende zaken in eigendom overgedragen aan partijen en aan [betrokkene 2], elk voor l/3e onverdeeld aandeel.
(ii) Bij notariële akte van 24 oktober 1997 hebben [verweerder] en [eiser] het aandeel van hun zuster [betrokkene 2] in de vier onroerende zaken overgenomen. Vanaf die datum waren [verweerder] en [eiser] elk voor de helft gerechtigd tot de onroerende zaken.
(iii) De onroerende zaken zijn door partijen gebruikt voor verhuurdoeleinden. [verweerder] heeft in de periode vanaf 24 oktober 1997 het beheer over de onroerende zaken gevoerd, deels via de besloten vennootschap Cedri Vastgoed Maastricht B.V. (hierna: Cedri B.V.), waarvan hij directeur en enig aandeelhouder is.
(iv) Tussen partijen zijn verschillen van inzicht gerezen over het op deze wijze gevoerde beheer.
(v) [eiser] heeft vervolgens begin maart 2004 bij de kantonrechter te Maastricht een verzoek ingediend tot het treffen van een beheersregeling op de voet van art. 3:168 lid 2 BW. Bij beschikking van 3 mei 2004 heeft de kantonrechter een beheersregeling getroffen. Het hof heeft deze beschikking, in een door [verweerder] ingesteld hoger beroep, bij beschikking van 19 april 2005 bekrachtigd.
(vi) Omdat partijen geen overeenstemming konden bereiken over de als beheerder aan te wijzen derde, heeft [eiser] zich wederom tot de kantonrechter gewend.
De kantonrechter heeft vervolgens bij beschikking van 31 augustus 2004 DOS Vastgoed Management B.V. te Maastricht als beheerder van de gemeenschap aangewezen.
(vii) De vader van partijen is op 16 februari 2009 overleden.
3.2.1
In dit geding vordert [verweerder] in conventie, onder meer, de verdeling van de tussen partijen bestaande gemeenschap in die zin dat de vier onroerende zaken aan [verweerder] worden toegescheiden, tegen betaling van een bedrag aan [eiser].
3.2.2 [eiser] heeft de vorderingen bestreden en heeft in reconventie, kort gezegd, de verdeling gevorderd van de tussen partijen bestaande gemeenschap door toedeling van de onroerende zaken en de hypothecaire geldleningen aan [eiser] en veroordeling van [verweerder] om een geldbedrag aan [eiser] te voldoen.
3.2.3
De rechtbank heeft de vorderingen van [verweerder] in conventie afgewezen en in reconventie de tussen partijen bestaande gemeenschap verdeeld door toedeling aan [eiser] van de vier onroerende zaken en de bankschulden, waaronder de op één of meer van de onroerende zaken rustende hypothecaire geldleningen. Aan [verweerder] is toegedeeld, om als eigen schuld te voldoen, de schuld van de gemeenschap aan [betrokkene 1]. Daarnaast heeft de rechtbank [verweerder] in reconventie veroordeeld om aan [eiser] een bedrag te betalen.
3.2.5
Het hof heeft een aantal tussenarresten gewezen. In zijn tussenarrest van 24 juni 2014 is het ingegaan op een rapport van 4 december 2013 van een in een eerder tussenarrest benoemde deskundige en hetgeen partijen daarover hebben opgemerkt. In zijn eindarrest heeft het hof, voor zover in cassatie van belang, het eindvonnis van de rechtbank vernietigd en de ontbonden gemeenschap van partijen verdeeld door toedeling aan [verweerder] van de vier onroerende zaken en een hypothecaire geldlening, en veroordeling van [verweerder] om ter zake van overbedeling aan [eiser] een bedrag te betalen.