Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:HR:2016:324

Hoge Raad
26-02-2016
26-02-2016
15/03096
In cassatie op : ECLI:NL:GHDHA:2015:1443, Bekrachtiging/bevestiging
Belastingrecht
Cassatie

8:75 Awb. Bestuursrechter niet gehouden te beslissen op verzoek over de wijze van uitbetaling van een proceskostenvergoeding.

Rechtspraak.nl
V-N 2016/14.8 met annotatie van Redactie
V-N Vandaag 2016/417
BNB 2016/105
USZ 2016/111
Belastingblad 2016/165 met annotatie van J. Couperus
NLF 2017/0297 met annotatie van

Uitspraak

26 februari 2016

nr. 15/03096

Arrest

gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 22 mei 2015, nr. BK‑15/00141, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Rotterdam (nr. ROT 14/1268) betreffende de ten aanzien van belanghebbende gegeven beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken en de aanslag in de onroerendezaakbelastingen van de gemeente Bergambacht voor het jaar 2013 betreffende de onroerende zaak [a-straat 1] te [Z]. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.

1 Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

2 Beoordeling van het middel

2.1.

In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.

2.1.1.

Bij uitspraak op bezwaar heeft de heffingsambtenaar een ten aanzien van belanghebbende bij beschikking vastgestelde waarde van een onroerende zaak en een aan belanghebbende opgelegde aanslag in de onroerendezaakbelastingen voor het jaar 2013 gehandhaafd. Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep ingesteld bij de Rechtbank.

2.1.2.

Belanghebbende heeft in hoger beroep de uitspraak van de Rechtbank bestreden.

2.2.1.

Het Hof heeft de heffingsambtenaar veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van belanghebbende tot een bedrag van € 2074. Het heeft daarbij onder meer geoordeeld dat het in een procedure als deze niet aan het Hof is een oordeel te geven over een verzoek het bedrag aan proceskostenvergoeding over te maken naar de rekening van een ander dan de belanghebbende. Tegen dit oordeel richt zich het middel.

2.2.2.

Het middel faalt. Uit artikel 8:75 Awb, noch uit enige andere wettelijke bepaling volgt dat de bestuursrechter is gehouden op een dergelijk verzoek te beslissen.

3 Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

4 Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.

Dit arrest is gewezen door de vice-president R.J. Koopman als voorzitter, en de raadsheren Th. Groeneveld en M.E. van Hilten, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 26 februari 2016.

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.