Voor het verloop van de procedure in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de conclusie van de Advocaat-Generaal onder 1.1-1.9. Dit procesverloop komt, kort samengevat, op het volgende neer:
I-Primair: Veroordeling van Imation om thuiskopievergoeding over alle door haar in Nederland uitgeleverde blanco gegevensdragers te betalen en te blijven betalen;
I-Subsidiair: Veroordeling van Imation tot betaling van een bedrag aan thuiskopievergoeding van € 1.106.756,--;
II. Veroordeling van Imation om een gespecificeerde opgave van alle door haar uitgeleverde blanco gegevensdragers te doen en te blijven doen, op straffe van verbeurte van een dwangsom;
III. Een verklaring voor recht dat Imation geen vordering op STK heeft tot terugbetaling van vóór juni 2010 afgedragen thuiskopievergoeding, althans dat het Imation niet vrijstaat om die vordering te incasseren door middel van verrekening.
(ii) In haar vonnis van 20 februari 2013 heeft de rechtbank overwogen dat vordering I-Primair zal worden afgewezen (rov. 4.29). Vordering II heeft de rechtbank toewijsbaar geacht (rov. 4.33). Ten aanzien van vordering III heeft de rechtbank geoordeeld dat Imation in ieder geval geen recht heeft op teruggave van afgedragen bedragen vóór 1 juli 2006 (rov. 4.38). Vervolgens heeft de rechtbank in het dictum van haar vonnis, onder aanhouding van iedere verdere beslissing, een comparitie van partijen gelast en bepaald dat van dat vonnis tussentijds hoger beroep kon worden ingesteld.
(iii) STK heeft hoger beroep ingesteld en haar vordering I-Subsidiair vermeerderd in die zin dat zij veroordeling vordert van Imation tot een bedrag van € 1.593.346,-- althans een bedrag van € 967.449,--. Imation heeft incidenteel hoger beroep ingesteld.
(iv) Het hof heeft in het dictum van zijn arrest van 26 mei 2015 het vonnis van 20 februari 2013 vernietigd voor zover het betrekking heeft op de vorderingen I-Subsidiair en III, en dat vonnis voor het overige bekrachtigd. Voorts heeft het hof de zaak ter verdere behandeling en beslissing teruggewezen naar de rechtbank Den Haag, wat de vorderingen I-Subsidiair en III betreft met inachtneming van hetgeen het hof in de rov. 9.10, 10.8 en 12.2 van zijn arrest heeft overwogen.
(v) Imation heeft het hof verzocht om tussentijds cassatieberoep van het arrest van 26 mei 2015 open te stellen. STK heeft zich tegen toewijzing van dat verzoek verzet. Het hof heeft het verzoek van Imation afgewezen. Een tweede verzoek van Imation tot openstelling van tussentijds cassatieberoep heeft het hof eveneens afgewezen.