Art. 81 lid 1 RO. Huwelijksvermogensrecht. Afwijzing verzoek tot verdeling huwelijksgemeenschap in verband met ondeugdelijkheid boedelbeschrijving. Grenzen van de rechtsstrijd. Begrijpelijkheid oordeel.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de vrouw en de man.
1 Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de beschikkingen in de zaken C/09/455625/FA RK 13-9495 en C/09/462823/FA RK 14-2217 van de rechtbank Den Haag van 3 juli 2014 en 9 juni 2015;
b. de beschikking in de zaak 200.176.389/01 van het gerechtshof Den Haag van 16 november 2016.
De beschikking van het hof is aan deze de beschikking gehecht.
2 Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van het hof heeft de vrouw beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De man heeft geen verweerschrift ingediend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L.A.D. Keus strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van de vrouw heeft bij brief van 14 september 2017 op die conclusie gereageerd.
3 Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4 Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, A.H.T. Heisterkamp en T.H. Tanja-van den Broek, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer T.H. Tanja-van den Broek op 13 oktober 2017.
De gegevens worden opgehaald
Hulp bij zoeken
Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over: