Het hof heeft, voor zover in cassatie van belang, [eiseres] in reconventie veroordeeld tot betaling aan [verweerder] van een schadevergoeding ten bedrage van € 114.403,12 in hoofdsom. Dat bedrag omvat bedragen van € 25.050,33 ter zake van de keukenvloer, € 50.000,-- ter zake van de ouderbadkamer en € 24.562,61 ter zake van de kinderbadkamer. Nadat het hof – in cassatie onbestreden – had geoordeeld dat het verzuim van [eiseres] op grond van art. 6:83, aanhef en onder c, BW zonder ingebrekestelling is ingetreden (rov. 3.6), heeft het met betrekking tot het werk aan de keukenvloer als volgt overwogen:
“3.9. Het rapport van deskundige Akse houdt - zakelijk weergegeven en voor zover hier van belang - het volgende in:
De gegevens uit de vlakheidsmeting die door de deskundige is verricht, leiden tot de uitkomst dat de vloer niet voldoet aan de Stabu-richtlijn, een in de branche gebruikelijk uitgangspunt. Dit geldt zowel voor de op diverse plaatsen aangetroffen onvlakheid, bijvoorbeeld ter plaatse van de knik, als voor het aflopende niveau gemeten vanaf de aansluiting met de achterkamervloer tot aan de afstap ter plaatse van de nieuwe aanbouw achterzijde;
Het vlak en horizontaal maken van de gehele keukenvloer zal een ingrijpende operatie zijn. Niet alleen het bestaande tegelwerk moet worden afgebroken, ook de keukeninventaris, zoals keuken-blok, kasten etc dienen te worden verwijderd. Het herstel zal bestaan uit het verwijderen en opslaan van de bestaande keuken met kasten, het verwijderen van de vloertegels, het vlak egaliseren en op horizontaal niveau brengen van de ondervloer en vervolgens nieuwe tegels aanbrengen en de keuken met kasten herplaatsen.