Geen afschrift appeldagvaarding verzonden naar raadsvrouw, art. 51 (oud) Sv, thans art. 48 Sv. Op gronden vermeld in de CAG is het middel terecht voorgesteld. CAG: Bij de gedingstukken bevinden zich een stelbrief van de raadvrouw aan de strafgriffie van het Hof alsmede een brief van het ressortsparket inhoudende dat niet is onderkend dat de raadsvrouw zich had gesteld en dat zij om die reden niet is opgeroepen voor de behandeling van de zitting in h.b. In cassatie moet het ervoor worden gehouden dat t.a.v. de appeldagvaarding art. 51 (oud) Sv niet is nageleefd. Volgt vernietiging en terugwijzing.
op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen arrest van het Gerechtshof Den Haag van 31 oktober 2016, nummer 22/003311-16, in de strafzaak tegen:
[verdachte]
, geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1994.
1 Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft J.C. Reisinger, advocaat te Utrecht, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en tot terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof Den Haag, opdat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.
2 Beoordeling van het middel
2.1.
Het middel klaagt dat in hoger beroep het voorschrift van art. 51 (oud) Sv, thans art. 48 Sv niet is nageleefd, doordat is verzuimd een afschrift van de appeldagvaarding aan de raadsvrouwe van de verdachte te zenden.
2.2.
Op de gronden die zijn vermeld in de conclusie van de Advocaat-Generaal onder 3.1 tot en met 3.5 is het middel terecht voorgesteld.
3 Slotsom
Hetgeen hiervoor is overwogen brengt mee dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven en als volgt moet worden beslist.
4 Beslissing
De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak;
wijst de zaak terug naar het Gerechtshof Den Haag, opdat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en V. van den Brink, in bijzijn van de waarnemend griffier S.P.J. Lugtenburg, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 3 juli 2018.
De gegevens worden opgehaald
Hulp bij zoeken
Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over: