Profijtontneming, w.v.v. uit medeplegen mensenhandel (meermalen gepleegd). Ontbreken inhoud b.m. waaraan schatting w.v.v. is ontleend. Bij de aan HR gezonden stukken bevindt zich bestreden uitspraak, die niet door Hof gebezigde b.m. bevat. Bij die stukken bevindt zich niet een aanvulling a.b.i. art. 365a.2 Sv. Hof heeft aan HR bericht dat zo een aanvulling niet is opgemaakt. Ingevolge art. 511e.1 Sv (e.a.) en art. 511g.2 Sv (h.b.) is op uitspraak op vordering tot ontneming van w.v.v. art. 359.3 Sv van overeenkomstige toepassing. Dat betekent dat die uitspraak b.m. moet vermelden waaraan schatting van w.v.v. is ontleend met weergave van de inhoud daarvan, v.zv. bevattende de voor die schatting redengevende feiten en omstandigheden (vgl. ECLI:NL:HR:2013:BV9087). Bestreden uitspraak voldoet niet aan dit vereiste. Volgt vernietiging en terugwijzing. Samenhang met 17/02128.
op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 2 september 2004, nummer 23/001196-01, op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ten laste van:
[betrokkene]
, geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1973.
1 Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de betrokkene. Namens deze heeft P. van de Kerkhof, advocaat te Tilburg, bij schriftuur en aanvullende schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schrifturen zijn aan dit arrest gehecht en maken daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal F.W. Bleichrodt heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en tot terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof Amsterdam, teneinde opnieuw te worden berecht en afgedaan.
2 Beoordeling van het middel
2.1.
Het middel klaagt dat de bestreden uitspraak niet de inhoud bevat van de bewijsmiddelen waaraan de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel is ontleend.
2.2.
Bij de aan de Hoge Raad gezonden stukken bevindt zich de bestreden uitspraak, die niet de door het Hof gebezigde bewijsmiddelen bevat. Bij die stukken bevindt zich niet een aanvulling als bedoeld in art. 365a, tweede lid, Sv houdende de gebezigde bewijsmiddelen. Het Hof heeft aan de Hoge Raad bericht dat zo een aanvulling niet is opgemaakt.
2.3.
Ingevolge art. 511e, eerste lid, Sv (in eerste aanleg) en art. 511g, tweede lid, Sv (in hoger beroep) is op de uitspraak op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel art. 359, derde lid, Sv van overeenkomstige toepassing. Dat betekent dat die uitspraak de bewijsmiddelen moet vermelden waaraan de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel is ontleend met weergave van de inhoud daarvan, voor zover bevattende de voor die schatting redengevende feiten en omstandigheden. (Vgl. HR 26 maart 2013, ECLI:NL:HR:2013:BV9087, NJ 2013/544.) De bestreden uitspraak voldoet niet aan dit vereiste en kan daarom niet in stand blijven.
2.4.
Het middel is terecht voorgesteld.
3 Slotsom
Hetgeen hiervoor is overwogen brengt mee dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven en als volgt moet worden beslist.
4 Beslissing
De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak;
wijst de zaak terug naar het Gerechtshof Amsterdam, opdat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren A.L.J. van Strien en J.C.A.M. Claassens, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.S. Kea, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 30 oktober 2018.
De gegevens worden opgehaald
Hulp bij zoeken
Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over: