Het proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep houdt, voor zover voor de beoordeling van het middel van belang, het volgende in:
"De verdachte verklaart - zakelijk weergegeven - als volgt:
(...)
(opmerking voorzitter: Het openbaar ministerie verzet zich tegen teruggave van de harde schijf die bij u in beslag is genomen.)
Op die harde schijf staan foto's van de viering van de vijfentachtigste verjaardag van mijn oma. Het zijn foto's die alleen ik heb. Mijn oma is inmiddels overleden. Ook staan er foto's op van een vriend die afgelopen jaar is overleden. Ik wil graag die foto's terug.
De advocaat-generaal deelt, zakelijk weergegeven, het volgende mee:
Het is heel eenvoudig om andere bestanden in fotobestanden te verpakken. Het is te ingewikkeld en te tijdrovend voor justitie om alleen de foto's van de schijf te halen.
(...)
De advocaat-generaal voegt daar, zakelijk weergegeven, het volgende aan toe:
(...)
Wat betreft het beslag het volgende:
Onze opsporingscapaciteit is niet ingericht op volledig onderzoek van de inbeslaggenomen harde schijf. Die capaciteit is bedoeld voor opsporing van strafbare feiten. Dat legale en illegale bestanden samen op de betreffende harde schijf van verdachte zijn opgeslagen en zijn vermengd, daarvoor is verdachte zelf verantwoordelijk. Bij de huidige stand van de techniek is niet zeker dat alle verboden bestanden gewist worden en niet terug te halen zijn. Het kost teveel capaciteit om alleen de fotobestanden van verdachtes oma van de schijf te halen en aan verdachte terug te geven. We weten namelijk niet wat er eventueel in die bestanden verpakt is. Om dat te onderzoeken is veel capaciteit nodig.
De raadsman van verdachte voert het woord tot verdediging, zakelijk weergegeven, als volgt:
(...)
Met betrekking tot het beslag:
Volgens mij kunnen de familiefoto's gewoon van de harde schijf worden gehaald en aan mijn cliënt worden gegeven. Die foto's kunnen best gescand worden om na te gaan of er nog iets in die bestanden verpakt is. Dat moet toch mogelijk zijn. Mijn cliënt is bereid daarvoor te betalen.
(...)
De voorzitter vraagt de verdachte het volgende:
Zijn er ook andere mensen die foto's hebben gemaakt bij de viering van de vijfentachtigste verjaardag van uw oma?
De verdachte verklaart, zakelijk weergegeven, het volgende:
Dat weet ik niet."