Profijtontneming, w.v.v. uit feitelijk leidinggeven aan oplichting begaan door rechtspersoon. Hof volstaat met constatering overschrijding redelijke termijn omdat in de hoofdzaak reeds strafvermindering i.v.m. overschrijding redelijke termijn heeft plaatsgevonden. HR: art. 81.1 RO. Samenhang met 16/01468.
op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, van 13 juli 2016, nummer 21/001793-14, op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ten laste van:
[betrokkene]
, geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1971.
1 Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de betrokkene. Namens deze heeft H.M.W. Daamen, advocaat te Maastricht, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal B.F. Keulen heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
2 Beoordeling van het middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren V. van den Brink en A.L.J. van Strien, in bijzijn van de waarnemend griffier A. El Mokhtari, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 5 juni 2018.
De gegevens worden opgehaald
Hulp bij zoeken
Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over: