HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
Nummer 18/01214
Datum 28 juni 2019
1. PRETIUM B.V.,
gevestigd te Haarlem,
2. [eiser 2],
wonende te [woonplaats],
EISERS tot cassatie,
hierna gezamenlijk: Pretium c.s.,
advocaat: mr. E.M. Tjon-En-Fa,
1. [verweerder],
wonende te [woonplaats],
2. REPORTERS ONLINE B.V.,
gevestigd te Haarlem,
VERWEERDERS in cassatie,
hierna gezamenlijk: [verweerders],
advocaat: mr. S.M. Kingma.
1. Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. het vonnis in de zaak C/09/521095/KG ZA 16/1343 van de voorzieningenrechter in de
rechtbank Den Haag van 29 november 2016;
b. het arrest in de zaak 200.206.303/01 van het gerechtshof Den Haag van 23 januari 2018.
Pretium c.s. hebben tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld. Olsthoorn
c.s. hebben een verweerschrift tot verwerping ingediend.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal T. Hartlief strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
2 Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien
art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Beslissing
De Hoge Raad:
de zijde van [verweerders] begroot op € 865,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien Pretium c.s. deze niet binnen veertien dagen na heden hebben voldaan.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter,
A.H.T. Heisterkamp en T.H. Tanja-van den Broek, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.V. Polak op 28 juni 2019.