2.1.1 Bij inleidende dagvaarding is aan de verdachte tenlastegelegd:
“dat hij in of omstreeks de periode van 4 september 2014 tot en met 19 september 2014, althans in of omstreeks de maand september 2014, te Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een geheim, waarvan hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat hij verdachte, en/of zijn mededader(s) uit hoofde van zijn/hun ambt en/of beroep en/of wettelijk voorschrift, te weten verplicht was/waren het te bewaren, opzettelijk heeft/hebben geschonden, hebbende hij, verdachte, en/of zijn mededader(s), als lid van de Staten, in voornoemde periode onder meer:
- tijdens een radio uitzending (van een interview op 5 september 2014 bij RADIO MAS) en/of;
- tijdens een radio uitzending (van het programma en/of persconferentie van de politieke partij Movimentu Futuro Kórsou op 19 september 2014 bij RADIO MAS), vertrouwelijke informatie uit een besloten commissievergadering, van/tussen de leden van de vaste commissie van Financiën van de Staten en leden van de Commissie Financieel Toezicht, publiekelijk bekend gemaakt, te weten (onder meer):
“Anto ku [betrokkene 1] di CFT a lanta bisa ku niun ora so no t’a tin i nan a indika ku tabatin mal maneho, un ‘wanbeleid’ i tampoko korupshon di e kaso aki.... (...)”
(“ En [betrokkene 1] van de CFT stond op en verklaarde dat op geen enkel moment was noch door hen aangeduid dat er een slecht beleid, een wanbeleid noch corruptie was...”)
en/of
“... [betrokkene 1] , ku ta di Colegio di Supervision Finansiero, riba pregunta di [betrokkene 2] mes na su persona, ku si durante die Gabinete Schotte tabata tin ‘wanbeleid’, esta mal maneho, a kontesta sin laga duda. [betrokkene 1] a bisa klarito, nunka ela bisa ku tabata tin wanbeleid den e tempu ei”.
(“... [betrokkene 1] , die van het College Financieel Toezicht is, op een vraag van [betrokkene 2] zelf aan zijn persoon, of er gedurende het Kabinet Schotte sprake was van wanbeleid, dus slecht beleid heeft antwoord gegeven zonder twijfel over te laten bestaan. [betrokkene 1] zei heel duidelijk dat hij nooit heeft gezegd dat er wanbeleid was in die periode”.)”
2.1.2 Daarvan is bewezenverklaard:
“hij in de periode van 4 september 2014 tot en met 19 september 2014 te Curaçao, een geheim, waarvan hij, verdachte wist dat hij verdachte uit hoofde van wettelijk voorschrift, verplicht was het te bewaren, opzettelijk heeft geschonden, hebbende hij, verdachte, als lid van de Staten, in voornoemde periode:
- tijdens een radio uitzending (van een interview op 5 september 2014 bij RADIO MAS) en;
- tijdens een persconferentie van de politieke partij Movimentu Futuro Kórsou op 19 september 2014 bij RADIO MAS,
vertrouwelijke informatie uit een besloten commissievergadering, van/tussen de leden van de vaste commissie van Financiën van de Staten en leden van de Commissie Financieel Toezicht, publiekelijk bekend gemaakt, te weten:
“Anto ku [betrokkene 1] di CFT a lanta bisa ku niun ora so no t’a tin i nan a indika ku tabatin mal maneho, un 'wanbeleid’ i tampoko korupshon di e kaso aki.... (...)”
(“ En [betrokkene 1] van de CFT stond op en verklaarde dat op geen enkel moment was noch door hen aangeduid dat er een slecht beleid, een wanbeleid noch corruptie was...”)
en
“... [betrokkene 1] , ku ta di Colegio di Supervision Finansiero, riba pregunta di [betrokkene 2] mes na su persona, ku si durante die Gabinete Schotte tabata tin ‘wanbeleid’, esta mal maneho, a kontesta sin laga duda. [betrokkene 1] a bisa klarito, nunka ela bisa ku tabata tin wanbeleid den e tempu ei”.
(“... [betrokkene 1] , die van het College Financieel Toezicht is, op een vraag van [betrokkene 2] zelf aan zijn persoon, of er gedurende het Kabinet Schotte sprake was van wanbeleid, dus slecht beleid heeft antwoord gegeven zonder twijfel over te laten bestaan. [betrokkene 1] zei heel duidelijk dat hij nooit heeft gezegd dat er wanbeleid was in die periode”.)”
2.2.1 Het Hof heeft het vonnis van het Gerecht in eerste aanleg bevestigd met aanvulling van gronden. Blijkens dit vonnis steunt de bewezenverklaring op de volgende bewijsmiddelen:
“1.
Een geschrift, te weten een als bijlage bij het proces-verbaal van 25 november 2015 van de Landsrecherche Curaçao met nummer 1412-HPV-OO, gevoegde brief, opgemaakt op 15 september 2014 en ondertekend met “ [betrokkene 3] , voorzitter van de Staten van Curaçao”, onder andere inhoudende:
Ik wil aangifte doen van het feit dat Statenlid, [verdachte] , zijn ambtsgeheim heeft geschonden zoals dat in artikel 2:232 lid 1 van het Wetboek van Strafrecht staat vermeld. Op 4 september 2014 heeft er een commissievergadering plaatsgevonden tussen het College Financieel Toezicht (Cft) en leden van de vaste commissie Financiën van de Staten. Aanwezig in die vergadering waren de leden van de vaste commissie Financiën zoals vermeld in bijgevoegde presentielijst en vertegenwoordigers van Cft. Alle deelnemers aan de vaste commissievergaderingen zijn zich bewust van het besloten karakter van deze vergaderingen. Na afloop van deze vergadering heeft [verdachte] een interview gegeven op de radio waarbij hij zich heeft uitgelaten over hetgeen zich tijdens deze vergadering heeft afgespeeld, inclusief de gedachtewisseling en meningen over en weer.
4.
Het proces-verbaal van bevindingen met nummer 1412-BVA-01, als bijlage gevoegd bij het hiervoor onder 1 genoemde proces-verbaal, opgemaakt en ondertekend op 31 oktober 2014, onder andere inhoudende als relaas van de verbalisant [verbalisant 1] :
De Directie van Bureau Telecommunicatie & Post stelde op 21 oktober 2014 een CD ter beschikking van Justitie. Deze CD bevat een opname van een interview bij Radio Mas op 5 september 2014. Op deze opname met nummer BT2014/DIR-378 is te horen dat de verdachte onder andere verklaart:
“Pasobra den e reunion ei un [betrokkene 2] ta bin Sali insinua anto menshoná dilanti di CFT ku ta pa motibu ku tabatin “wanbeleid” i korpushon na anja..., na 10-10-10, ta p’esei nos ta den e situashon ku nos ta aworaki. Anto ku [betrokkene 1] di CFT a lanta bisa ku niun ora so no t’a tin i nan a indika ku tabatin mal maneho, un ‘wanbeleid’ i tampoko korupshon di e kaso aki....(...)”
(Vrije vertaling: ‘Want in die vergadering komt een [betrokkene 2] insinueren en verklaart ten overstaan van de CFT dat als gevolg van wanbeleid en corruptie in het jaar..., in 10-10-10, dat het daarom is dat wij de situatie verkeren waarin wij nu verkeren. En [betrokkene 1] stond op en verklaarde dat op geen enkel moment was noch door hen was aangeduid dat er een slecht beleid, een wanbeleid noch corruptie was’).
5.
Het proces-verbaal van bevindingen met nummer 1412-BVA-02, als bijlage gevoegd bij het hiervoor onder 1 genoemde proces-verbaal, opgemaakt en ondertekend op 31 oktober 2014, onder andere inhoudende als relaas van de verbalisant [verbalisant 1] :
De Directie van Bureau Telecommunicatie & Post stelde op 21 oktober 2014 een CD ter beschikking van Justitie. Deze CD bevat een opname van een persconferentie van Movementu Futuro Korsou op 19 september 2014. Op deze opname met nummer BT2014/DIR-379 is te horen dat de verdachte onder andere verklaart:
“... [betrokkene 1] , ku ta di Kolegio di Supervishon Finansiero, riba pregunta di [betrokkene 2] mes na su persona, ku si durante die Gabinete Schotte tabata tin ‘wanbeleid’, esta mal maneho, a kontesta sin laga duda. [betrokkene 1] a bisa klarito, nunka ela bisa ku tabata tin wanbeleid den e tempu ei”.
(Vrije vertaling: ‘... [betrokkene 1] , die van het College Financieel Toezicht is, op een vraag van [betrokkene 2] zelf aan zijn persoon, of er gedurende het Kabinet Schotte sprake was van wanbeleid, heeft antwoord gegeven zonder twijfel over te laten bestaan. [betrokkene 1] zei heel duidelijk dat hij nooit heeft gezegd dat er wanbeleid was in die periode’).
6.
Het proces-verbaal van verhoor met nummer 1412-01-AGV-01, als bijlage gevoegd bij het hiervoor onder 1 genoemde proces-verbaal, opgemaakt en ondertekend op 31 oktober 2014, inhoudende als de op 22 september 2014 afgelegde verklaring van de aangever [betrokkene 3] :
“Er is geen verslag gemaakt van de bewuste vergadering van 4 september 2014.”
2.2.2 Het Hof heeft het door het Gerecht in eerste aanleg tot het bewijs gebezigde bewijsmiddel 5 als volgt aangevuld:
“Dus, ta parlementu ku pueblo a skohe pa mi ta eiden, tin e budgetrecht i ta nos tin ku kontrola kiko to pasando... Anto no por ta asina ku... ku kosnan to pasa den parlamentu... anto mi ta sinta man krusa I laga berdat... mentira ta riba kaya anto berdatnan ta keda sera den kuater porta. Kuater muraya ku un porta einan. Ke men, sinta den komishon tende, anto nos ta bin ku zogenaamde geheimhouding anto laga mentiranan biba non bida ei’fo. Anto nos ta sinta einan komo un gewone geheimhouding, krusa man anto bisa e berdat tin ku keda skondi eiden. No, ami no ta biba ku mi konsenshi k’esei, ja?