HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
Nummer 18/01535
Datum 14 juni 2019
[eiseres] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
EISERES tot cassatie,
hierna: [eiseres],
advocaat: mr. M.W. Scheltema,
1. [verweerster 1],
wonende te [woonplaats],
2. [verweerder 2],
wonende te [woonplaats],
3. [verweerster 3],
wonende te [woonplaats],
4. [verweerder 4],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDERS in cassatie,
hierna gezamenlijk : [verweerders],
advocaat: mr. J.P. Heering.
1. Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. de vonnissen in de zaak C/02/287719/HA ZA 14-683 van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 14 januari 2015 en 2 december 2015;
b. de arresten in de zaak 200.186.911/01 van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 18 juli 2017 en 16 januari 2018.
[eiseres] heeft tegen de arresten van het gerechtshof beroep in cassatie ingesteld. [verweerders] hebben een verweerschrift tot verwerping ingediend.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten, voor [verweerders] mede door mr. J.L. Luiten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal M.H. Wissink strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van [eiseres] heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.
2 Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Beslissing
De Hoge Raad:
- verwerpt het beroep;
- veroordeelt [eiseres] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerders] begroot op € 2.049,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vicepresident E.J. Numann als voorzitter en de raadsheren A.H.T. Heisterkamp, C.E. du Perron, M.J. Kroeze en C.H. Sieburgh, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.V. Polak op 14 juni 2019.