HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
Nummer 19/01768
Datum 17 juli 2020
ENEXIS NETBEHEER B.V.,
gevestigd te 's-Hertogenbosch,
EISERES tot cassatie,
hierna: Endinet,
advocaten: B.T.M. van der Wiel en A. Stortelder,
1. DE GEMEENTE VEGHEL,
zetelende te Veghel,
2. DE GEMEENTE BERNHEZE,
zetelende te Heesch,
3. DE GEMEENTE UDEN,
zetelende te Uden,
VERWEERDERS in cassatie,
hierna gezamenlijk: de Gemeenten,
advocaat: M.W. Scheltema.
1. Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
-
de vonnissen in de zaak C/01/284823/ HA ZA 14-761 van de rechtbank Oost-Brabant van 24 december 2014 en 4 mei 2016;
-
het arrest in de zaak 200.204.037 van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 8 januari 2019.
Endinet heeft tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld.
De Gemeenten hebben een verweerschrift tot verwerping ingediend.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten, voor Endinet mede door T. van Tatenhove.
De conclusie van de Advocaat-Generaal M.H. Wissink strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van Endinet heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.
2 Beoordeling van het middel
De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).
3 Beslissing
De Hoge Raad:
- -
verwerpt het beroep;
- -
veroordeelt Edinet in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de Gemeenten begroot op € 882,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien Edinet deze niet binnen veertien dagen na heden heeft voldaan.
Dit arrest is gewezen door de vicepresident E.J. Numann, als voorzitter, en de raadsheren G. Snijders en C.H. Sieburgh, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.V. Polak op 17 juli 2020.