HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
Nummer 19/03738
Datum 4 december 2020
[eiser], handelende onder de naam [A],
wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie,
hierna: [eiser],
advocaten: H.J.W. Alt en F.I.S.A.L. van Velsen,
1. [verweerder 1],
wonende te [woonplaats],
2. JET SET HYDROTECHNIEK B.V.,
gevestigd te Wieringerwerf, gemeente Hollandse Kroon,
VERWEERDERS in cassatie,
hierna gezamenlijk: [verweerders],
niet verschenen.
1. Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
-
de vonnissen in de zaak C/09/444144/HA ZA 13-638 van de rechtbank Den Haag van 26 februari 2014, 23 april 2014 en 3 juni 2015;
-
het arrest in de zaak 200.178.791/03 van het gerechtshof Den Haag van 7 mei 2019.
[eiser] heeft tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld.
Tegen [verweerders] is verstek verleend.
De zaak is voor [eiser] toegelicht door zijn advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal B.J. Drijber strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
Een van de advocaten van [eiser], H.J.W. Alt, heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.
2 Beoordeling van het middel
De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).
3 Beslissing
De Hoge Raad:
Dit arrest is gewezen door de raadsheren G. Snijders, als voorzitter, M.J. Kroeze en H.M. Wattendorff, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.J. Kroeze op 4 december 2020.