HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
Nummer 20/00617
Datum 11 december 2020
1. DELCO PARTICIPATION B.V.,
gevestigd te Oisterwijk,
2. H.P.L. METALS B.V.,
gevestigd te Nijmegen,
3. [verzoeker 3],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKERS tot cassatie,
hierna gezamenlijk: Delco c.s.,
advocaat: F.E. Vermeulen,
1. SVO COMPANY B.V.,
gevestigd te Oisterwijk,
2. [verweerder 2],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDERS in cassatie,
hierna gezamenlijk: SVO c.s.,
advocaten: J. de Bie Leuveling Tjeenk en M.H.K. Jansen.
1. Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instantie verwijst de Hoge Raad naar de beschikkingen in de zaak 200.183.207/04 OK van de ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam van 1 februari 2016, 2 februari 2016, 9 februari 2016, 3 juli 2017, 8 november 2017 en 8 januari 2020.
Delco c.s. hebben tegen de beschikking van het hof van 8 januari 2020 beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
SVO c.s. hebben verzocht het beroep te verwerpen.
De conclusie van de Advocaat-Generaal B.J. Drijber strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van Delco c.s. heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.
2 Beoordeling van het middel
De Hoge Raad heeft de klachten over de beschikking van de ondernemingskamer van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die beschikking. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).
3 Beslissing
De Hoge Raad:
- -
verwerpt het beroep;
- -
veroordeelt Delco c.s. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van SVO c.s. begroot op € 899,07 aan verschotten en € 1.800,-- voor salaris.
Deze beschikking is gegeven door de vicepresident M.V. Polak als voorzitter en de raadsheren M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh, F.J.P. Lock en A.E.B. ter Heide, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.J. Kroeze op 11 december 2020.