Profijtontneming, w.v.v. uit mensenhandel, meermalen gepleegd. 1. Verweer dat w.v.v. dat de betrokkene t.a.v. slachtoffer A heeft verworven op nihil dient te worden gesteld o.g.v. boedelvermenging door huwelijk van slachtoffer A met betrokkene in gemeenschap van goederen, zodat helft van het te ontnemen voordeel aan haar toebehoort en dus niet voor ontneming vatbaar is. 2. Afwijzing getuigenverzoek. HR: art. 81.1 RO.
op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 20 december 2018, nummer 21/002821-13, op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ten laste
van
[betrokkene],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1970,
hierna: de betrokkene.
1 Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de betrokkene. Namens deze heeft G. Spong, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal D.J.C. Aben heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De raadsman heeft daarop schriftelijk gereageerd.
2 Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren V. van den Brink en A.L.J. van Strien, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.S. Kea, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 28 januari 2020.
De gegevens worden opgehaald
Hulp bij zoeken
Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over: