HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
Nummer 18/05126
Datum 20 maart 2020
[eiseres],
wonende te [woonplaats],
EISERES tot cassatie,
hierna: [eiseres],
advocaat: J.P. van den Berg,
1. DE VERENIGING TOT INSTANDHOUDING VAN HET PROJECT [a-straat], gevestigd te [vestigingsplaats],
2. [verweerder 2], wonende te [woonplaats],
3. [verweerder 3], wonende te [woonplaats],
4. [verweerder 4], wonende te [woonplaats],
5. [verweerder 5], wonende te [woonplaats],
6. [verweerder 6], wonende te [woonplaats],
7. [verweerder 7], wonende te [woonplaats],
8. [verweerder 8], wonende te [woonplaats],
9. [verweerder 9], wonende te [woonplaats],
10. [verweerder 10], wonende te [woonplaats],
11. [verweerder 11], wonende te [woonplaats],
VERWEERDERS in cassatie,
hierna gezamenlijk: de Vereniging c.s.,
advocaat: J. de Bie Leuveling Tjeenk.
1. Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
-
de vonnissen in de zaak C/15/242082 / HA ZA 16-261 van de rechtbank Noord-Holland van 6 juli 2016 en 8 maart 2017;
-
het arrest in de zaak 200.214.593/01 van het gerechtshof Amsterdam van 11 september 2018.
[eiseres] heeft tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld.
De Vereniging c.s. hebben een verweerschrift tot verwerping ingediend.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten, voor de Vereniging c.s. mede door I.L.N. Timp.
De conclusie van de Advocaat-Generaal B.F. Assink strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van [eiseres] heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.
2 Beoordeling van het middel
De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).
3 Beslissing
De Hoge Raad:
- -
verwerpt het beroep;
- -
veroordeelt [eiseres] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de Vereniging c.s. begroot op € 865,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien [eiseres] deze niet binnen veertien dagen na heden heeft voldaan.
Dit arrest is gewezen door de vicepresident E.J. Numann als voorzitter en de raadsheren T.H. Tanja-van den Broek, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh en H.M. Wattendorff, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer C.E. du Perron op 20 maart 2020.