Het middel klaagt dat het hof een onjuiste toepassing heeft gegeven aan art. 8 lid 4 Verordening Rome I.
Volgens het middel heeft het hof verzuimd om bij zijn oordeel (in rov. 3.16) dat niet kan worden geoordeeld dat uit het geheel van de omstandigheden blijkt dat de arbeidsovereenkomst een kennelijk nauwere band heeft met Turkije dan met Nederland, (kenbaar) rekening te houden met alle factoren die de arbeidsbetrekking kenmerken, althans heeft het nagelaten om belangrijke factoren waarmee volgens het HvJEU rekening moet worden gehouden, in zijn beoordeling te betrekken, te weten (i) het land waar de werknemer belastingen en heffingen op inkomsten uit arbeid betaalt, (ii) het land waar hij is aangesloten bij de sociale zekerheid en de verschillende pensioen-, ziektekostenverzekerings- en invaliditeitsregelingen, en (iii) de criteria betreffende de vaststelling van het salaris en de andere arbeidsvoorwaarden. Turistik Hava heeft zich onder meer erop beroepen (a) dat [verweerder] belasting betaalde in Turkije, (b) dat [verweerder] sociale zekerheidspremies afdroeg in Turkije, en (c) dat het salaris van [verweerder] en zijn andere arbeidsvoorwaarden waren vastgesteld in overeenstemming met Turkse wet- en regelgeving. Volgens het middel gaat het bij die (belangrijke) factoren die de arbeidsbetrekking kenmerken met name om de volgende door Turistik Hava aangevoerde omstandigheden:
(i) het salaris van [verweerder] varieerde met het aantal gevlogen uren;
(ii) [verweerder] bestuurde alleen vliegtuigen van Turistik Hava, die alle zijn ingeschreven in Turkije;
(iii) [verweerder] was als bestuurder van de Turkse vliegtuigen van Turistik Hava in het bezit van een door de Turkse staat uitgereikte vliegbevoegdheid;
(iv) Turistik Hava is als Turkse luchtvaartmaatschappij verplicht Turks recht overeen te komen in haar overeenkomsten met bestuurders van vliegtuigen zoals [verweerder];
(v) zonder een Turks contract mogen piloten geen Turkse vliegtuigen besturen;
(vi) [verweerder] beschikte over een Turkse werkvergunning;
(vii) de interne procedures van Turistik Hava zijn in overeenstemming met Turkse regelgeving;
(viii) [verweerder] heeft zijn sollicitatieprocedure en het daarbij behorende assessment in Turkije doorlopen, en hij ontving ook zijn trainingen in Turkije; en
(ix) de medische keuringen van [verweerder] vonden plaats in Turkije.
Het hof had die factoren en omstandigheden in zijn beoordeling moeten betrekken, aldus het middel.