HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
Nummer 20/01565
Datum 17 september 2021
1. [commissaris 1],
wonende te [woonplaats],
2. [commissaris 2],
wonende te [woonplaats],
3. [commissaris 3],
wonende te [woonplaats],
EISERS tot cassatie, verweerders in het voorwaardelijk incidentele cassatieberoep,
hierna: de commissarissen,
advocaat: F.E. Vermeulen,
CNA INSURANCE COMPANY EUROPE S.A.,
gevestigd te Luxemburg, kantoorhoudende te Hoofddorp,
VERWEERSTER in cassatie, eiseres in het voorwaardelijk incidentele cassatieberoep,
hierna: CNA,
advocaten: J.W.H. van Wijk en G.C. Nieuwland.
1. Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
-
het vonnis in de zaak C/15/292189 / KG ZA 19-565 van de voorzieningenrechter in de rechtbank Noord-Holland van 9 september 2019, hersteld bij vonnis van 3 oktober 2019;
-
het arrest in de zaak 200.267.493/01 SKG van het gerechtshof Amsterdam van 17 maart 2020.
De commissarissen hebben tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld. CNA heeft voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep ingesteld.
Partijen hebben over en weer een verweerschrift tot verwerping van het beroep ingediend.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten, voor de commissarissen mede door D.J. Verheij.
De conclusie van de Advocaat-Generaal R.H. de Bock strekt tot verwerping van het principale cassatieberoep.
De advocaat van de commissarissen heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.
2 Beoordeling van het middel in het principale beroep
De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).
Het incidentele beroep, dat is ingesteld onder de voorwaarde dat het middel in het principale beroep tot vernietiging van het arrest van het hof leidt, behoeft gelet op hetgeen hiervoor is overwogen geen behandeling.
3 Beslissing
De Hoge Raad:
- -
verwerpt het principale beroep;
- -
veroordeelt de commissarissen in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van CNA begroot op € 2.830,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien de commissarissen deze niet binnen veertien dagen na heden hebben voldaan.
Dit arrest is gewezen door de vicepresident M.V. Polak als voorzitter en de raadsheren M.J. Kroeze, H.M. Wattendorff, F.J.P. Lock en S.J. Schaafsma, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer H.M. Wattendorff op 17 september 2021.