In cassatie kan worden uitgegaan van de volgende feiten.
(i) [erflater] (hierna: [erflater]) is overleden op 28 april 1979. [erflater] was tot zijn dood in gemeenschap van goederen gehuwd met [erflaatster] (hierna: [erflaatster]).
(ii) [erflater] heeft een testament laten opmaken waarin hij [erflaatster] als zijn enige erfgenaam heeft benoemd en hij zijn vier kinderen ([betrokkene 1], [verzoeker], [betrokkene 2] en [betrokkene 3]) heeft onterfd.
(iii) [betrokkene 2] en [betrokkene 3] hebben verklaard het testament van hun vader te respecteren en geen beroep te doen op hun legitieme portie. [betrokkene 1] heeft wel beroep gedaan op haar legitieme portie, maar zij heeft hierover met haar moeder [erflaatster] een schikking getroffen.
(iv) Ook [verzoeker] heeft een beroep gedaan op zijn legitieme portie. Hij heeft daarover geprocedeerd tegen zijn moeder [erflaatster], maar op 15 juni 1984 is tussen hem en [erflaatster] een notariële akte van scheiding en deling opgemaakt. Daarin verklaren partijen dat de totale waarde van de ontbonden huwelijksgemeenschap op het moment van deze scheiding en deling ‘in onderling overleg’ is vastgesteld op Afl. 9.333.334,--. Zij hebben daarin bovendien verklaard dat de boedel en de nalatenschap naar ieders volkomen genoegen zijn gescheiden en gedeeld, dat zij derhalve niets meer van elkaar te vorderen hebben en dat zij elkaar over en weer kwijting en decharge verlenen.
(v) Bij notariële akte, opgemaakt op 3 mei 2007, heeft [erflaatster] onder meer het navolgende verklaard:
“Op het moment van overlijden van mijn man bestond de nalatenschap uit onder meer diverse onroerende goederen, in en buiten Aruba, tegoeden op bankrekeningen, waardepapieren en dergelijke bij banken in onder andere Panama, Zwitserland, Israël, Luxemburg en Amerika. Sommige vermogensbestanddelen van de nalatenschap werden niet rechtstreeks op naam gehouden maar door middel van voornamelijk buitenlandse Panamese vennootschappen. Dit vermogen vertegenwoordigde, voor zover ik mij kan herinneren, een waarde van meer dan een honderd miljoen United States Dollars. (…)
Bij de scheiding en deling van de boedel van mijn man in de tachtiger jaren heb ik niet alle vermogensbestanddelen van de nalatenschap bekend gemaakt, waardoor de nalatenschap veel lager werd gewaardeerd en aan mijn kinderen [betrokkene 1] en [verzoeker] veel minder werd uitgekeerd dan waarop zij recht hadden.”
(vi) [erflaatster] is overleden op 17 november 2011.
(vii) Zowel [verzoeker] als [verweerders] zijn erfgenamen van [erflaatster].