De verdachte is wegens belaging veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 150 uren, waarvan 50 uren voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. De strafoplegging is als volgt gemotiveerd:
“Oplegging van straf en/of maatregel
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
In het bijzonder in aanmerking genomen hetgeen omtrent de persoon van verdachte is gebleken, is het hof van oordeel dat oplegging van een taakstraf van de hierna aan te geven duur, passend en geboden is.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan belaging van zijn ex-vriendin. Gedurende een periode van ongeveer een jaar heeft hij stelselmatig contact met haar gezocht, ondanks dat aangeefster zijn sms’jes negeerde en hem uiteindelijk een stopbrief heeft gestuurd. Door aldus te handelen heeft verdachte een inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van aangeefster. Verdachte heeft tevens een inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van de familie van aangeefster door op eenzelfde vervelende wijze contact te zoeken met haar vader en broer. Het hof betrekt hierbij ook de omstandigheid - zoals blijkt uit het dossier - dat verdachte niet alleen berichten stuurde, maar ook op 16 juni 2017 achter en vervolgens naast aangeefster is blijven rijden op de snelweg en dat hij op 29 juli 2017 op de parkeerplaats van een hotel heeft gestaan waar aangeefster op dat moment verbleef en op dat moment net geparkeerd had.
Het hof houdt bij de strafoplegging rekening met het verdachte betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie van 17 december 2019, waaruit blijkt dat verdachte eerder is veroordeeld voor strafbare feiten. Het hof heeft voorts rekening gehouden met het rapport van de reclassering Nederland van 9 oktober 2018. Uit dit rapport blijkt dat verdachte een wrok koestert richting aangeefster, maar sinds april 2018 geen contact meer met haar heeft opgezocht.
Alles afwegende acht het hof oplegging van een taakstraf van 150 uren, subsidiair 75 dagen hechtenis, waarvan 50 dagen, subsidiair 25 dagen hechtenis, voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren en met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht passend en geboden. De voorwaardelijke straf dient daarbij tevens als stok achter de deur om te voorkomen dat verdachte zich nogmaals schuldig maakt aan (soortgelijke) strafbare feiten.”