[het uitzendbureau] B.V., gevestigd te [vestigingsplaats],
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: het uitzendbureau,
niet verschenen.
1. Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
de beschikking in de zaak 7294763 VZ VERZ 18-22745 van de kantonrechter te Rotterdam van 14 december 2018;
de beschikkingen in de zaak 200.256.008/01 van het gerechtshof Den Haag van 13 februari 2020 en 7 september 2021.
De werkneemster heeft tegen de beschikkingen van het hof beroep in cassatie ingesteld. De procesinleiding is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
Het uitzendbureau heeft geen verweerschrift ingediend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal G.R.B. van Peursem strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van de werkneemster heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.
2 Beoordeling van het middel
De Hoge Raad heeft de klachten over de beschikkingen van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die beschikkingen. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).
3 Beslissing
De Hoge Raad:
- verwerpt het beroep;
- veroordeelt de werkneemster in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van het uitzendbureau begroot op nihil.
Deze beschikking is gegeven door de vicepresident M.J. Kroeze als voorzitter en de raadsheren F.J.P. Lock en G.C. Makkink, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.J.P. Lock op 21 oktober 2022.
De gegevens worden opgehaald
Hulp bij zoeken
Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over: