Het hof heeft de beschikking van de kantonrechter vernietigd en de zaak teruggewezen naar de kantonrechter om op de hoofdzaak te worden beslist. Daartoe heeft het hof, samengevat en voor zover in cassatie van belang, het volgende overwogen.
Op deze procedure is de Brussel I-bis Verordening1 van toepassing. (rov. 3.4)
Art. 21 lid 1, onder b, onderdeel i, Brussel I-bis Verordening bepaalt dat de werkgever met woonplaats op het grondgebied van een lidstaat in een andere lidstaat kan worden opgeroepen voor het gerecht van de plaats waar of van waaruit de werknemer gewoonlijk werkt of heeft gewerkt. Nu de plaats waar de piloot gewoonlijk werkte niet ondubbelzinnig kan worden vastgesteld, dient het hof de plaats te bepalen ‘van waaruit’ de piloot het belangrijkste deel van zijn verplichtingen jegens NetJets vervulde. In die beschouwing dient volgens rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie een aantal aanwijzingen te worden betrokken, namelijk vanuit welke plaats de werknemer zijn transportopdrachten verricht, naar welke plaats de werknemer na zijn opdrachten terugkeert, instructies voor zijn opdrachten ontvangt en zijn werk organiseert, alsmede op welke plaats zich de arbeidsinstrumenten bevinden (ECLI:EU:C:2011:151 Koelzsch en ECLI:EU:C:2011:842 Voogsgeerd). Hierbij dient tevens in aanmerking te worden genomen op welke plaats de luchtvaartuigen aan boord waarvan het werk gewoonlijk wordt verricht, gestationeerd zijn (ECLI:EU:C:2017:688 Ryanair). Het begrip ‘thuisbasis’ in de zin van Verordening (EEG) nr. 3922/912 vormt een factor die een belangrijke rol kan spelen bij de bepaling van voornoemde aanwijzingen. In bijlage III bij Verordening (EEG) nr. 3922/91 wordt thuisbasis omschreven als ‘de locatie die door de exploitant aan het bemanningslid is aangewezen en waar het bemanningslid in de regel een dienstperiode of een reeks dienstperioden aanvangt en beëindigt, en waar, onder normale omstandigheden, de exploitant niet verantwoordelijk is voor de accommodatie van het bemanningslid in kwestie’. Slechts als vorderingen nauwere aanknopingspunten hebben met een andere plaats dan die van de thuisbasis zou deze laatste voor de bepaling van de plaats waar de werknemer gewoonlijk werkt irrelevant zijn. (rov. 3.6)
Bij het bepalen van de plaats ‘van waaruit’ de piloot het belangrijkste deel van zijn verplichtingen jegens NetJets vervulde, is allereerst van belang dat de piloot zijn opdrachten voor NetJets verrichtte vanaf Schiphol en daar na elke tour ook weer terugkeerde. De piloot ontving instructies voor opdrachten van NetJets thuis via de e-mail of de app op zijn iPad. Na accordering van een opdracht zorgde de piloot ervoor dat hij in zijn NetJets-uniform op de afgesproken tijd op Schiphol aanwezig was. De piloot vertrok vanaf de luchthaven Schiphol hetzij met een vliegtuig van NetJets waarvan hij de piloot was, hetzij met een lijnvlucht naar een andere luchthaven. De plaats waar de vliegtuigen gestationeerd zijn, kan niet ondubbelzinnig worden vastgesteld, omdat de plaats waar de vliegtuigen van NetJets zich bevinden, wisselt. Dit flexibele businessmodel betekent evenwel niet dat de plaats van waaruit de piloot gewoonlijk werkte niet kan worden gelokaliseerd.
Het begrip ‘thuisbasis’ in de zin van Verordening (EEG) nr. 3922/91 vormt namelijk een factor die een belangrijke rol kan spelen bij de bepaling van voornoemde aanwijzingen. In dat kader is van belang dat de definitie van ‘home base’ in de Operations Manual van NetJets vrijwel gelijkluidend is aan de definitie van ‘thuisbasis’ in Verordening (EEG) nr. 3922/91.
De piloot begint en eindigt in de regel een tour vanaf Schiphol. Tot het begin van een tour en na afloop daarvan moet de piloot voor eigen vervoer en onderdak zorgen, op eigen kosten. Gedurende een tour neemt NetJets vanaf de ‘home base’ de zorg voor vervoer en accommodatie over en betaalt zij de daarmee gemoeide kosten. De thuisbasis van de piloot is derhalve Schiphol, waarbij niet van belang is dat deze (in theorie) op verzoek van de werknemer kan worden gewijzigd. Nu de verzoeken van de piloot geen nauwere aanknopingspunten hebben met een andere plaats dan die van de thuisbasis, dient de plaats ‘van waaruit’ de piloot het belangrijkste deel van zijn verplichtingen jegens NetJets vervulde, te worden vastgesteld op Schiphol, zodat de Nederlandse rechter bevoegd is. (rov. 3.7)