Bij de vordering heeft de procureur-generaal de volgende stukken overgelegd:
i. de brief van de klager aan de procureur-generaal van 9 september 2022 inhoudende een klacht in de zin van art. 7 Regeling tegen het bestuur van de rechtbank Noord-Nederland betreffende deze wijze waarop de persoonsgegevens van de klager zijn verwerkt in (het kader van) het E-archief, met zes bijlagen;
ii. de brief van de klager aan een rechter bij de rechtbank Amsterdam van 20 juni 2022 inzake een klacht betreffende deze wijze waarop de rechter persoonsgegevens van de klager heeft verwerkt in (het kader van) het E-archief, met zes bijlagen;
iii. de brief van de klager aan de voorzitter van de Raad voor de rechtspraak van 20 juni 2022 inhoudende een klacht over de handelwijze van de rechter bij de rechtbank Amsterdam en een verzoek tot anonimiseren van de persoonsgegevens van de klager in alle uitspraken die door derden kunnen worden ingezien;
iv. de brief van de klager aan de voorzitter van de Raad voor de rechtspraak van 11 juli 2022 inzake een verzoek om inlichtingen over de inrichting en het gebruik van het E-archief;
v. de brief van de klager aan het bestuur van de rechtbank Amsterdam van 11 juli 2022 inzake een klacht over de handelwijze van de rechter bij de rechtbank Amsterdam;
vi. de brief van de functionaris gegevensbescherming voor de Rechtspraak aan de klager inhoudende een reactie op de brief van de klager van 11 juli 2022 aan de voorzitter van de Raad voor de rechtspraak, met vier bijlagen;
vii. de brief van het bestuur van de rechtbank Amsterdam aan de klager van 2 september 2022 inhoudende een reactie op de brief van de klager van 11 juli 2022;
viii. de brief van de procureur-generaal aan de voorzitter van de Raad voor de rechtspraak van 14 oktober 2022 inzake een verzoek om inlichtingen over de stand van zaken betreffende de opvolging van het op 26 november 2021 door het Presidenten-Raad Overleg (PRO) genomen besluit tot het treffen van technische en organisatorische maatregelen om de toegang tot en inrichting van het E-archief te verbeteren;
ix. de brief van de procureur-generaal aan de klager van 14 oktober 2022 betreffende het oriënterende onderzoek naar de verwerking van persoonsgegevens in het E-archief en het bij de voorzitter van de Raad voor de rechtspraak ingediende inlichtingenverzoek;
x. de brief van de klager aan de procureur-generaal van 17 oktober 2022 inhoudende een reactie op de brief van de procureur-generaal van 14 oktober 2022;
xi. de brief van de voorzitter van de Raad voor de rechtspraak aan de procureur-generaal van 8 november 2022 betreffende een voortgangsrapportage van 4 november 2022 met betrekking tot maatregelen om de toegang tot en inrichting van het E-archief te verbeteren;
xii. de brief van de klager aan de procureur-generaal van 25 november 2022 inhoudende een klacht in de zin van art. 7 Regeling tegen het bestuur van de rechtbank Den Haag betreffende de afwijzing van het verzoek van de klager om zijn persoonsgegevens niet te verspreiden via onder meer het E-archief, met drie bijlagen;
xiii. de brieven van de klager aan de procureur-generaal van 28 en 29 november 2022 inhoudende een klacht in de zin van art. 7 Regeling tegen het bestuur van de rechtbank Amsterdam betreffende deze wijze waarop de persoonsgegevens van de klager zijn verwerkt in (het kader van) het E-archief, met respectievelijk vier en twee bijlagen;
xiv. de brief van de klager aan de procureur-generaal van 1 december 2022 inzake het verloop van de klachtbehandeling;
xv. de brieven van de procureur-generaal aan de klager en de voorzitter van de Raad voor de rechtspraak van 16 december 2022 inhoudende het voornemen tot het instellen van een vordering betreffende – kort gezegd – de wijze waarop de gerechten persoonsgegevens verwerken in (het kader van) het E-archief, alsmede de gelegenheid tot het indienen van een schriftelijke zienswijze;
xvi. de brieven van de procureur-generaal aan het bestuur van de rechtbank Noord-Nederland, het bestuur van de rechtbank Den Haag en het bestuur van de rechtbank Amsterdam van 22 en 28 december 2022 inhoudende het voornemen tot het instellen van een vordering betreffende – kort gezegd – de wijze waarop de gerechten persoonsgegevens verwerken in (het kader van) het E-archief, alsmede het verzoek tot verstrekking van inlichtingen;
xvii. de brief van de voorzitter van de Raad voor de rechtspraak aan de procureur-generaal van 5 januari 2023 betreffende een tussentijds verslag van 23 december 2022 met betrekking tot de maatregelen om de toegang tot en inrichting van het E-archief te verbeteren;
xviii. de brief van het bestuur van de rechtbank Noord-Nederland aan de procureur-generaal van 14 februari 2023 inhoudende de verstrekking van inlichtingen;
xix. de brief van het bestuur van de rechtbank Den Haag aan de procureur-generaal van 14 februari 2023 inhoudende de verstrekking van inlichtingen, met een bijlage;
xx. de brief van het bestuur van de rechtbank Amsterdam aan de procureur-generaal van 16 februari 2023 inhoudende de verstrekking van inlichtingen, met vier bijlagen;
xxi. de briefwisseling van de procureur-generaal en de klager in de periode van 1 tot en met 7 maart 2023, inhoudende de indiening van een schriftelijke zienswijze betreffende de brieven van de gerechtsbesturen van de rechtbank Noord-Nederland, de rechtbank Den Haag en de rechtbank Amsterdam;
xxii. de e-mail van de directeur bureau Raad voor de rechtspraak aan de procureur-generaal van 6 april 2023 met als bijlage een voortgangsrapportage van 5 april 2023 met betrekking tot de maatregelen om de toegang tot en inrichting van het E-archief te verbeteren.