- de aantekeningen van de mondelinge behandeling op 12 mei 2015.
Aan partijen is meegedeeld dat vandaag beschikking zou worden gegeven.
2 DE VASTSTAANDE FEITEN
2.1 [
verzoekster] is op 13 april 2002 in dienst getreden bij FDEC in de functie van administratief medewerkster.
2.2
FDEC is een stichting, opgericht op 26 november 1997 met als doelstelling de bevordering van de sociale, culturele en algemene ontwikkeling van de bevolking.
2.3
Bij brief van 30 april 2014 heeft de Minister van Toerisme, Transport en Primaire Sector en Cultuur aan FDEC bericht dat met ingang van 1 augustus 2014 de subsidie relatie tussen het Land en FDEC wordt beƫindigd. Vervolgens is dit besluit een maand opgeschort, waardoor de subsidie feitelijk is stopgezet per 1 september 2014.
2.4 [
verzoekster] heeft haar dienstverband op gezegd per 1 september 2014.
2.5
Sinds haar indiensttreding wordt het salaris van [verzoekster] uitbetaald ten laste van de exploitatiesubsidie van FDEC en niet ten laste van de salarissubsidie.
2.6.
Bij brief van 5 mei 2014 heeft de Minister de inschaling van [verzoekster] herzien.
Met ingang van 1 mei 2005 is zij bevorderd naar schaal 3. Met ingang van 1 mei 2009 naar schaal 4. De bevordering naar schaal 5 ingaande 1 mei 2013 is teruggedraaid.
2.7
Op 27 oktober 2014 heeft [verzoekster] FDEC aangeschreven ter zake de uitbetaling van het achterstallige salaris.
2.8
Op 17 november 2014 laat FDEC weten dat zij wachten op antwoord van de Directie Financiƫn.
3 DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN
3.1 [
verzoekster] verzoekt bij beschikking - uitvoerbaar bij voorraad - veroordeling van FDEC tot betaling van AWG 50.320,00, met veroordeling van FDEC tot vergoeding van de proceskosten.
3.2
FDEC voert samengevat het volgende verweer.
Nu de subsidie is stop gezet kan FDEC de vordering onmogelijk betalen.
Het Land heeft besloten de subsidies stop te zetten, zodat FDEC niet verantwoordelijk kan zijn voor betaling van het achterstallige salaris van [verzoekster].
4 DE BEOORDELING
4.1
De kern van het geschil betreft de vraag of FDEC gehouden is de loonvordering van [verzoekster] te voldoen.
4.2
Deze vraag wordt bevestigend beantwoord. [verzoekster] is in loondienst van FDEC en ontvangt haar loon van FDEC. Het enkele feit dat FDEC een volledige gesubsidieerde stichting is leidt niet tot het oordeel dat FDEC niet verantwoordelijk is voor de betaling van het correcte salaris van haar werknemers. [verzoekster] heeft bovendien geen titel om het Land aan te spreken op betaling van haar achterstallige salaris, omdat zij geen contractuele relatie met het Land heeft, maar met FDEC. FDEC daarentegen had de mogelijkheid om het Land in vrijwaring op te roepen, hetgeen zij niet gedaan heeft.
4.3
Nu de aansprakelijkheid van FDEC vast staat, dient de omvang van het achterstallige salaris te worden bepaald. Partijen verschillen hierover van mening.
Ter zitting is aangegeven dat partijen gelegenheid krijgen om zich uit te laten over de exacte omvang van de loonvordering. De zaak wordt hiertoe dan ook verwezen naar de rol.
4.4
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.
5 DE UITSPRAAK
De rechter in dit gerecht:
5.1
verwijst de zaak naar de rol van dinsdag 25 augustus 2015 om 8.30 uur voor akte onderbouwing loonvordering aan de zijde van [verzoekster];
5.2
bepaalt dat FDEC aansluitend gelegenheid krijgt om een contra-akte te nemen;
5.3
houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door mr. Y.M. Vanwersch, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van dinsdag 23 juni 2015 in aanwezigheid van de griffier.
De gegevens worden opgehaald
Hulp bij zoeken
Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over: