- het verzoekschrift met producties, ingediend op 26 maart 2015;
- de eis in reconventie;
- de brief van15 april 2015 aan de zijde van A met 18 producties;
- de brief van 15 april 2015 aan de zijde van The Olive Tree met 13 producties;
- de pleitnota’s van beide gemachtigden,
- de aantekeningen van de rechter ter gelegenheid van de mondelinge behandeling op 16 april 2015.
Aan partijen is meegedeeld dat op 7 mei 2015 vonnis zou worden gewezen. Dit blijkt evenwel een donderdag te zijn, zodat heden, woensdag 6 mei 2015 vonnis wordt gewezen.
2 DE VASTSTAANDE FEITEN
in conventie en reconventie
2.1
The Olive Tree is een uitvaartorganisatie. Directeur/groot aandeelhouder is C.
2.2
Blijkens productie 3 van het verzoekschrift - een loonstrook over de maand december 2014 - is A op 15 december 2009 in dienst getreden bij The Olive Tree als [beroep] (vide loonstrook december 2014). Het salaris bedroeg blijkens deze loonstrook AWG [salaris] bruto per maand.
2.3
A en C hebben de afgelopen vijf jaar een affectieve relatie gehad en woonden samen.
2.4
Op 30 januari 2015 heeft C een notariële volmacht verleend aan de heer X, om hem in privé als in iedere andere betrekking of hoedanigheid in alle opzichten te vertegenwoordigen en om zijn rechten en belangen zonder enige uitzondering waar te nemen.
2.5
Op 14 februari 2015 is C zonder bericht vertrokken. Sindsdien heeft A geen contact kunnen krijgen met C.
2.6
mr D.C. Lopez Paz heeft op 15 april 2015 onder meer schriftelijk verklaard (productie 10 bij brief van 15 april 2015 aan de zijde van The Olive Tree);
‘Ik heb Gerard A medegedeeld dat ik aldaar samen met dhr. X aanwezig was namens de directeur, dat werknemers ons hadden bericht dat A had gedreigd om klanten naar de concurrent Aurora te sturen en dat dit een dringende reden opleverde, mede gezien de omstandigheden van het geval. […] Ik heb hem verzocht om zijn persoonlijke spullen te pakken en het pand te verlaten en niet meer te betreden.’
2.7
Bij brief van 20 februari 2015 bericht mr. M. Kock A als volgt:
‘Namens cliënte, The Olive Tree Funeral Home NV bericht ik U dat U hierbij op staande voet wordt ontslagen met als reden dat U hebt aangegeven en/of gedreigd dat U de klanten van cliënte voortaan naar de concurrent zal sturen. U heeft hiermee Uw plichten grovelijk geschonden en van cliënte kan niet langer worden verwacht dat hij U nog langer in dienst houdt.’
2.8
Bij brief van 23 februari 2015 heeft A de nietigheid ingeroepen, zich beschikbaar gesteld voor de bedongen werkzaamheden en loondoorbetaling gevorderd.
2.9
Sinds 2 maart 2015 is A op commissiebasis werkzaam als [beroep] bij Divi Links.
3 DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN
in conventie
3.1
A vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad,:
1) aan A een voorschot uit te betalen op het loon dat hij ontvangen zou hebben bij regelmatige opzegging;
2) een voorschot op de in de bodemzaak naar billijkheid toe te kennen schadevergoeding van AWG 150.000,00;
3) een voorschot op de cessantia-uitkering;
4) een voorschot op 75 niet-genoten vakantiedagen;
5) alles vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 20 februari 2015 tot de dag der voldoening en
6) The Olive Tree te veroordelen in de kosten van de procedure.
3.2
A legt aan deze vorderingen - samengevat - het volgende ten grondslag.
Ten gevolge van het onverwachte vertrek van C, de onverwachte ontzegging van de toegang tot de CMB-rekening van The Olive Tree, het ontbreken van liquide middelen, en de vele debiteuren, waaronder de verhuurder, raakte A gestresst. In deze voor hem wanhopig situatie heeft hij gezegd dat hij overwoog om geen lijken meer te accepteren als er geen garantie was dat hij voldoende geld had om de uitvaart te regelen en dat hij overwoog om een lichaam naar Aurora te sturen. Gelet op de bijzondere situatie waarin A verkeerde rechtvaardigde deze uitlating geen ontslag op staande voet. Daar komt bij dat The Olive Tree onzorgvuldig heeft gehandeld omdat hij voor het ontslag niet is gehoord en hij aldus zijn visie op de situatie niet heeft kunnen uitleggen. A berust echter in het ontslag en beroept zich nu op de onregelmatigheid en kennelijk onredelijkheid van het ontslag.
3.3
The Olive Tree voert hiertegen verweer, dat zo nodig bij de beoordeling aan de orde komt.
in reconventie
3.4
The Olive Tree vordert in reconventie bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad veroordeling van A tot betaling van een voorschot ad Afl. 166.950,60, te vermeerderen met de wettelijke rente, met veroordeling van A tot vergoeding van de proceskosten.
3.5
Aan deze vordering legt The Olive Tree - samengevat - het volgende ten grondslag.
In de periode 2012-2014 heeft A gelden opgenomen van de bankrekening van The Olive Tree. Voorts heeft de accountant van The Olive Tree geconstateerd dat er opnames zijn geweest waarvoor geen back-ups waren en waarvoor A verantwoordelijk was. De accountant heeft meerdere malen om uitleg gevraagd, maar nimmer gekregen. Om deze reden heeft The Olive Tree de bevoegdheid van A met betrekking tot de bankrekening ingetrokken. The Olive Tree heeft een spoedeisend belang vanwege de precaire situatie van The Olive Tree.
3.6
A voert tegen de vordering in reconventie verweer, dat zo nodig bij de beoordeling aan de orde komt.
4 DE BEOORDELING
in conventie en reconventie
4.1
Het gerecht stelt voorop dat met betrekking tot een voorziening in kort geding, bestaande in een veroordeling tot betaling van een geldsom zoals een loonvordering terughoudendheid op zijn plaats is en dienaangaande naar behoren feiten en omstandigheden moeten worden aangewezen die meebrengen dat een zodanige voorziening uit hoofde van onverwijlde spoed is geboden. Daarbij zal de rechter niet alleen moeten onderzoeken of de vordering van de eisende partij voldoende aannemelijk is, maar ook - kort gezegd - of een spoedeisend belang bestaat, terwijl hij bij de afweging van de belangen van de partijen mede (als één van de voor toewijsbaarheid in aanmerking te nemen factoren) het restitutierisico zal hebben te betrekken.
4.2
Ten aanzien van de vordering in conventie wordt als volgt overwogen.
Uit de processtukken en hetgeen is besproken ter gelegenheid van de mondelinge behandeling volgt dat ten gevolge van het onaangekondigde vertrek van de directeur van The Olive Tree, tevens de partner van A, de heer C, A in een lastig parket raakte en hij veel stress ervaarde. Naar het oordeel van het gerecht dienen de uitlatingen, waarvoor A op staande voet werd ontslagen, beoordeeld te worden in het licht van alle feiten en omstandigheden, waaronder het feit dat A sinds 14 februari 2015 tevergeefs via alle media contact probeerde te krijgen met C, het hele eiland is rondgereden om hem te zoeken, via X vernam dat hij C naar het vliegveld had gebracht, er geen middelen waren om kosten te betalen, een lijk naar de USA getransporteerd diende te worden en A ineens geen toegang meer had tot de CMB-rekening van The Olive Tree. Niet uit te sluiten is dan ook dat de uitlatingen waarvoor A op staande voet werd ontslagen, geduid dienen te worden als een schreeuw om aandacht, in de hoop dat C contact met hem zou opnemen. Daar komt bij dat de wijze waarop A werd ontslagen bepaald niet de schoonheidsprijs verdient. A heeft immers onweersproken gesteld dat hij geen gelegenheid heeft gekregen om zijn kant van het verhaal te vertellen en zijn gedrag en/of uitlatingen toe te lichten. Op grond van het voorgaande is het gerecht dan ook voorshands van oordeel dat de vereiste dringende reden ontbrak.
4.3
A beroept zich echter niet op de nietigheid maar op de onregelmatigheid en de kennelijk onredelijkheid van het ontslag. Een ander heeft te maken met het feit dat hij sinds 2 maart 2015 (na 10 dagen na het ontslag op staande voet) ander werk heeft gevonden. Ter zitting gaf A aan dat hij werkzaam is bij Divi Link op basis van het minimumloon en commissie. Ter zitting heeft mr. Kock opgemerkt dat A begin maart 2015 in staat was om AWG 600,00 over te schrijven naar zijn spaarrekening. Dit heeft A verder niet weersproken, zodat aangenomen dient te worden dat er geen sprake is van een financiële noodsituatie ten gevolge waarvan A de uitkomst van de bodemprocedure niet zou kunnen afwachten.
4.4
Uit het voorgaande volgt dat de vordering in conventie wegens het ontbreken van een spoedeisend belang afgewezen wordt.
4.5
Wat de vordering in reconventie betreft wordt als volgt overwogen.
Voorop merkt het gerecht op dat onduidelijk is op welke rechtsgrond de vordering is gebaseerd. Bedoelt The Olive Tree dat A schadeplichtig is omdat hij onrechtmatig heeft gehandeld (verduistering in dienstbetrekking?), wanprestatie heeft gepleegd (overschrijding procuratievolmacht?), dat hij gehandeld heeft in strijd met het beginsel van goed werknemerschap of…? Daar komt bij dat niet ondenkbaar is dat - zoals te doen gebruikelijk bij partners die samen een onderneming drijven - de rekening courant van de onderneming gebruikt werd voor opnames ten behoeve van de gezamenlijke huishouding. Het is derhalve niet ondenkbaar dat ook C van deze opnames heeft geprofiteerd. Nu het niet mogelijk is om een voorlopig oordeel te geven over de beslissing in een eventueel te entameren bodemprocedure, dient de vordering in kort geding aanstonds afgewezen te worden.
4.6
Zoals ter zitting geeft het gerecht partijen dringend in overweging om dit geschil op een alternatieve manier te beslechten. Partijen zijn levenspartner van elkaar geweest en hebben er belang hun levens en zakelijke belangen op redelijke wijze te ontvlechten.
4.7
Gelet op de uitkomst van dit geschil dient elke partij de eigen kosten te dragen.
5 DE UITSPRAAK
De rechter in dit gerecht:
in conventie en reconventie
5.1
wijst het gevorderde af;
5.2
bepaalt dat elke partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. Y.M. Vanwersch, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 6 mei 2015 in aanwezigheid van de griffier.
De gegevens worden opgehaald
Hulp bij zoeken
Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over: