gemachtigde: de advocaten mrs. M.G.A. Baiz en G.F. Croes
1 DE PROCEDURE
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- het verweerschrift
- de aantekeningen van de mondelinge behandeling op 9 juni 2015.
Aan partijen is meegedeeld dat vandaag beschikking zou worden gegeven.
2 DE VASTSTAANDE FEITEN
2.1
X is van augustus 2008 tot en met januari 2014 in dienst geweest van Mediplus.
2.2
De arbeidsrelatie is met wederzijds goedvinden geëindigd.
2.2
Bij brief van 26 februari 2015 maakt X aanspraak op een bedrag ad Afl. 6.175,38 aan vakantiedagen, opzegtermijn en cessantia.
3 HET VERZOEK EN HET VERWEER
3.1
X verzoekt bij beschikking - uitvoerbaar bij voorraad - gratis admissie en veroordeling van Mediplus tot betaling van een bedrag ad Afl. 6.175,38 bruto, te vermeerderen met de wettelijke verhoging en rente, ingaande 13 maart 2015 en met veroordeling van Mediplus tot vergoeding van de proceskosten.
3.2
Mediplus voert verweer, dat bij de beoordeling aan de orde komt.
4 DE BEOORDELING
4.1
Kern van het debat tussen partijen heeft betrekking op de vraag of Mediplus voldaan heeft aan haar verplichtingen uit hoofde van de arbeidsrelatie die tussen partijen heeft bestaan. Hierbij is niet relevant of Mediplus al dan niet heeft toegezegd een bepaald bedrag uit te betalen.
4.2
Bij de beëindiging van een arbeidsrelatie is de werkgever gehouden de eindafrekening op te maken en uit te betalen. Deze bestaat in de regel uit het laatste loon, de niet-genoten vakantiedagen, de pro rata vakantie toeslag en de cessantia-uitkering. Anders dan Mediplus is het gerecht van oordeel dat de beëindiging met wederzijds goedvinden het recht op de cessantia-uitkering niet aantast. Alleen in de situaties als bedoeld in artikel 3 van de Cessantiaverordening heeft een werknemer geen recht op de cessantie-uitkering. Gesteld noch gebleken is dat hiervan sprake was. Dit heeft tot gevolg dat X aanspraak heeft op de cessantie-uitkering, die in casu gelijk is aan het loon over een week.
4.3
Op grond van het bepaalde in artikel 7A:1614pa BWA is de werkgever verplicht een schriftelijke opgave te verstrekken van het door hem vastgestelde loonbedrag. Nu Mediplus stelt dat zij aan haar verplichtingen jegens X heeft voldaan, doch verzuimd heeft om de eindafrekening over te leggen, zal zij alsnog in de gelegenheid worden gesteld die in het geding te brengen. De zaak wordt hiertoe naar de rol verwezen voor akte overlegging eindafrekening. Aansluitend zal X in de gelegenheid worden gesteld een akte uitlating te nemen.
4.4
Voor zo ver X meent aanspraak te maken op loon over ‘de opzegtermijn’ (hetgeen bij een beëindiging met wederzijds goedvinden niet zonder meer het geval is), is dit vorderingsrecht vervallen op grond van het bepaalde in artikel 7A:1614j lid 3 BWA.
4.5
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.
5 DE UITSPRAAK
De rechter in dit gerecht:
5.1
staat X toe kosteloos te procederen;
5.2
verwijst de zaak naar de rol van dinsdag 6 oktober 2015 voor akte overlegging eindafrekening aan de zijde van Mediplus;
5.3
houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door mr. Y.M. Vanwersch, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van dinsdag 15 september 2015 in aanwezigheid van de griffier.
De gegevens worden opgehaald
Hulp bij zoeken
Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over: