3.1.
Eiser vordert - na vermeerdering van zijn eis bij akte - dat het Gerecht, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, gedaagde zal veroordelen om binnen 24 uur, althans enige andere door het Gerecht te bepalen termijn, nadat het verzochte vonnis zal zijn gewezen, althans zal zijn betekend, zonder enig commentaar van zijn kant daarbij te plaatsen:
a. de in het verzoekschrift in het petitum onder 1 nader omschreven rectificatie op zijn Facebookpagina te (doen) plaatsen en wel dusdanig dat deze 30 dagen lang bovenaan zijn Facebookpagina zichtbaar blijft;
b. de foto van eiser en de daarbij geplaatste tekst (zoals omschreven in het verzoekschrift in het petitum onder 2 en hiervoor onder 2.2. weergegeven) van zijn Facebookpagina te verwijderen en permanent verwijderd te houden;
c. met bepaling dat gedaagde voor iedere dag die zal aanvangen nadat het te geven vonnis aan hem zal zijn betekend en hij niet aan een der daarin aan hem gegeven bevelen zal hebben voldaan ten gunste van eiser een dwangsom van NAf 10.000,= zal verbeuren en, voor zover hij alsdan nog steeds in faillissement zal verkeren, door eiser, op zijn kosten, gegijzeld zal mogen worden totdat hij aan deze beide bevelen zal hebben voldaan, althans voor de door het gerecht te bepalen termijn in gijzeling genomen mag worden door eiser;
d. met bepaling dat gedaagde bij het plaatsen van de rectificatie de volgende personen dient te ‘taggen’:
l. [persoon]
3. [ persoon]
4. [ persoon]
5. [ persoon]
6. [ persoon]
7. [ persoon]
8. [ persoon]
9. [ persoon]
10. [ persoon]
11. [ persoon]
12. [ persoon]
13. [ persoon]
14. [ persoon]
15. [ persoon]
16. [ persoon]
17. [ persoon]
18. [ persoon];
e. met veroordeling van gedaagde in de kosten van de procedure.
3.2.
Eiser heeft aan zijn vordering het volgende ten grondslag gelegd, zakelijk weergegeven. Gedaagde heeft 10 ernstige beschuldigingen aan het adres van eiser op zijn Facebookpagina geplaatst. Eiser is zonder enige vorm van onderbouwing beschuldigd van het plegen van (ernstige) strafbare feiten en andere voor zijn eer, goede naam, faam en aanzien ernstige, ongefundeerde, zeer beledigende, smadende en belasterende verwijten. Nu voor de beschuldigingen geen enkele grond bestaat, zijn deze als onrechtmatig jegens eiser aan te merken. Eiser lijdt hierdoor reputatie- en imagoschade, aldus nog steeds eiser.