Bij beslagrekest van 12 januari 2021 heeft verzoekster verlof tot het leggen van conservatoir verhaalsbeslag verzocht ten laste van verweerster op het aan verweerster in eigendom toebehorende zeeschip “Wisconsin”.
1.2
Op 13 januari 2021 heeft de rechter de gemachtigde van verzoekster bericht dat het verzoek voorshands niet toewijsbaar voorkomt. De gemachtigde heeft daarop bij e-mailbericht van diezelfde dag gereageerd.
2 Overwegingen
2.1
Het door verzoekster gedreven advocatenkantoor heeft rechtsbijstand verleend aan verweerster. In opdracht van verweerster heeft mr. Wilsoe namens verweerster verweer gevoerd in een kort geding dat door bemanningsleden van de “Wisconsin” tegen verweerster was aangespannen (CUR202003500 t/m 508). Verzoekster stelt uit hoofde van die dienstverlening per saldo nog USD 7.500 van verweerster te vorderen te hebben. Ter verzekering van die vordering wenst zij conservatoir beslag te leggen op de “Wisconsin”, die zich nog altijd in de haven van Curaçao bevindt.
2.2
De “Wisconsin” vaart onder de vlag van Togo. Togo en Curaçao zijn aangesloten bij het Beslagverdrag. Het Beslagverdrag bepaalt in artikel 2 dat op een schip dat de vlag voert van een verdragsluitende staat, binnen het rechtsgebied van een verdragsluitende staat slechts beslag kan worden gelegd terzake van een zeerechtelijke vordering. Artikel 1 Beslagverdrag omschrijft onder a tot en met q welk type vorderingen als ‘zeerechtelijke vordering’ zijn aan te merken.
2.3
Het gerecht blijft bij het voorlopig oordeel dat de vordering van verzoekster tot vergoeding van advocatenhonorarium niet is aan te merken als een zeerechtelijke vordering in de zin van het Beslagverdrag. Dat het gevoerde kort geding betrekking had op een loonvordering van de bemanning van de “Wisconsin”, geeft de declaratie van de advocaat geen zeerechtelijk karakter.
2.4
Verzoekster heeft in haar nadere toelichting aangevoerd dat ingevolge artikel 1 sub c Beslagverdrag "hulpverlening" kwalificeert als een maritieme vordering, dat een advocaat in het maatschappelijk verkeer wordt beschouwd als een professionele hulpverlener en dat de verleende hulp in het onderhavige geval betrekking had op het schip en haar bemanning. Het gerecht volgt verzoekster hierin niet. De door verzoekster aan verweerster verleende bijstand betreft geen hulpverlening (in de oorspronkelijke Engelstalige verdragstekst: salvage) aan een hulpbehoevend schip.
3 De beslissing
Het Gerecht:
weigert het gevraagde verlof.
Aldus gegeven door mr. P.E. de Kort, rechter in het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, op 14 januari 2021.
De gegevens worden opgehaald
Hulp bij zoeken
Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over: