Bij exploot van dagvaarding van 3 december 2012 heeft [eiser] hoger beroep ingesteld van het vonnis van de rechtbank d.d. 5 september 2012.. [eiser] heeft bij memorie van grieven 7 grieven geformuleerd en zijn eis vermeerderd, met als conclusie het vonnis waarvan beroep te vernietigen en opnieuw rechtdoende, uitvoerbaar bij voorraad:
i) te verklaren voor recht dat ASR op grond van de tussen partijen geldende verzekeringsovereenkomsten gehouden is om de schade te vergoeding die [eiser] heeft geleden bij de brand in de nacht van 2 op 3 mei 2010,
primair
ii) ASR te veroordelen om aan [eiser] te betalen een bedrag van € 70.000,-, althans een in goede justitie te bepalen bedrag, uit de inventarisverzekering, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf 3 mei 2010, althans vanaf datum dagvaarding 8 augustus 2011, althans vanaf datum dagvaarding in hoger beroep 3 december 2012, althans vanaf 9 april 2013, zijnde de datum van de gewijzigde eis,
iii) ASR te veroordelen om aan [eiser] te betalen een bedrag van € 10.000,- als voorschot op een uitkering uit de huurdersbelangverzekering, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf 3 mei 2010, althans vanaf datum dagvaarding 8 augustus 2011, althans vanaf datum dagvaarding in hoger beroep 3 december 2012, althans vanaf 9 april 2013, zijnde de datum van de gewijzigde eis,
subsidiair
iv) om ingevolge artikel 194 lid 1 juncto artikel 353 lid 1 Rv deskundigen te benoemen die de schade aan de inventaris respectievelijk huurdersbelang zullen vaststellen, en om vervolgens ASR te veroordelen om de door de deskundige vastgestelde schadebedragen aan [eiser] te betalen, beide bedragen te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf 3 mei 2010, althans vanaf datum dagvaarding 8 augustus 2011, althans vanaf datum dagvaarding in hoger beroep 3 december 2012, althans vanaf 9 april 2013, zijnde de datum van de gewijzigde eis,
primair en subsidiair
v) veroordeling van ASR in de kosten van beide instanties.