1.1
In cassatie kan worden uitgegaan van de volgende feiten1:
a) Op 27 februari 2007 is [betrokkene] (hierna: erflater) overleden.
b) Concepts & Images en [eiseres 2] , eiseressen tot cassatie (hierna ook: C&I en [eiseres 2] , of: de ‘schuldeisers’), zijn schuldeisers in de nalatenschap van erflater uit hoofde van uitgevoerde opdrachten aan de woning en/of de tuin van erflater.
c) De erfgenamen van erflater hebben de nalatenschap aanvaard onder voorrecht van boedelbeschrijving.
d) Bij beschikking van 6 december 2007 heeft de rechtbank Amsterdam op verzoek van de erfgenamen thans verweerder in cassatie, [de vereffenaar] (hierna ook: de vereffenaar), die al was aangezocht als boedelnotaris, in zijn functie van notaris benoemd tot vereffenaar van betreffende nalatenschap.
e) Bij brief van 5 maart 20082 heeft de vereffenaar zich tot de schuldeisers (en de overige belanghebbenden) gewend. Deze brief bevat uitleg over de wijze waarop de nalatenschap zal worden afgewikkeld en een schets van de vooruitzichten daarvan. Bij de brief is tevens – zo luidt ook het opschrift van de bijlage – een “boedelbeschrijving ex art. 4:211 lid 3 BW” gevoegd.3 Op deze staat is, onder het kopje ‘Preferente schulden’, het loon van de vereffenaar als een p.m.-post opgenomen.
f) Bj brieven van 14 augustus 20084 en 30 januari 20095 heeft de vereffenaar de schuldeisers opnieuw geïnformeerd over de stand van zaken.
g) Bij brief van 18 juni 2009 heeft de vereffenaar aan de schuldeisers verdere informatie gegeven over de stand van de zaken, meer in het bijzonder informatie met betrekking tot de verkoop van de woning en de afwikkeling van een aantal fiscaliteiten. Bij deze brief is een aangepaste boedelbeschrijving gevoegd.6 Ook op deze staat is onder het kopje ‘Preferente schulden’ het loon van de vereffenaar als een p.m.-post opgenomen.
h) Op 18 december 2009 heeft de vereffenaar de schuldeisers op de hoogte gebracht van de laatste stand van zaken, bij welke brief een aangepaste boedelbeschrijving is gevoegd.7
i) Bij brief van 30 juni 2010 heeft de vereffenaar de schuldeisers gemeld dat de woning verkocht kon worden en dat het nog wachten was op de verkoop zelf, de verwachte verkoopopbrengst en het saldo van een bankrekening in Maleisië. Tevens is bijgevoegd een boedelbeschrijving per 30 juni 2010, waaruit kan worden opgemaakt dat de kosten van de vereffenaar tot op dat moment € 75.613,27 hebben bedragen.8 Deze post en dit bedrag staan opgenomen onder het kopje ‘Preferente schulden’ en het subkopje ‘Vereffeningskosten/beheerskosten’, met als aanduiding ‘vereffenaar’.
j) Bij brief van 7 juli 20119 heeft de vereffenaar de schuldeisers en de andere belanghebbenden in de vereffening aangegeven dat alle onduidelijkheden opgelost zijn en dat overgegaan kon worden tot afronding van de vereffening. Bij die brief behoren enkele cijferoverzichten10 alsmede een uitdelingslijst.11 In de brief heeft de vereffenaar onder meer aangegeven dat:
“Uit de cijferoverzichten blijkt dat de boedel niet toereikend is om alle schuldeisers (zowel preferent als niet preferent) geheel te voldoen.”
en
“Nu de baten niet voldoende blijken om uw vordering geheel te voldoen zal u een deel van uw vordering betaald krijgen volgens de volgende formule: (…)”
Deze uitbetaling zou dan kunnen plaatsvinden na het verbindend worden van de uitdelingslijst, zo heeft de vereffenaar in de brief vermeld. De brief bevat voorts de volgende rechtsmiddelaanwijzing:
“
Rechterlijke procedure
Naast toezending (en bekendmaking) aan alle schuldeisers en erfgenamen afzonderlijk, heb ik de stukken vandaag tevens per gelijke post aan de kantonrechter te Amsterdam verzonden met het verzoek deze ter inzage te leggen. Deze neerlegging zal door mij ook nog openlijk bekend gemaakt worden in de Staatscourant en de dagbladen waarin tevens de bekendmaking van mijn benoeming tot vereffenaar is bekendgemaakt.
Mogelijkheid verzet
Na openlijke bekendmaking bestaat voor iedere belanghebbende de mogelijkheid
binnen één maand
na deze openlijke bekendmaking tegen de rekening en verantwoording of tegen de uitdelingslijst bij de kantonrechter in verzet te komen.
Verzet geschiedt door indiening van een met redenen omkleed bezwaarschrift bij de griffie van het kantongerecht te Amsterdam.”
In het bij de brief gevoegde ‘Overzicht openstaande vorderingen preferente schuldeisers’12 (deel van de aangekondigde uitdelingslijst, toev. A-G) staat onder het subkopje ‘Vereffenaarskosten’:
“tussentijdse declaraties vereffenaar zijn reeds voldaan, telkens na voorafgaande goedkeuring van de kantonrechter
slotdeclaratie ligt ter accordering bij de kantonrechter P.M.”
k) De vereffenaar heeft op 7 juli 2011 – in een afzonderlijke brief – de kantonrechter gevraagd goedkeuring te verlenen voor betaling van zijn declaratie.13
l) Bij brief van 29 juli 201114 heeft de Amsterdamse kantonrechter de vereffenaar meegedeeld dat het declaratievoorstel over de periode 26 juni 2010 tot en met 29 juni 2011 (ten bedrage van € 29.746,91, toev. A-G) goedgekeurd werd alsmede dat de rekening en verantwoording en de uitdelingslijst met ingang van 1 september 2011 gedurende deze maand ter inzage zouden liggen bij de griffie van de sector kanton, een en ander als bedoeld in art. 4:218 BW. Tot slot heeft de kantonrechter verzocht om een totaaloverzicht waarop tevens de tot dusver gemaakte vereffeningskosten worden vermeld.
m) Aan dit verzoek heeft de notaris voldaan bij brief van 17 augustus 201115, die hij heeft gezonden aan de kantonrechter (maar niet aan de schuldeisers). Bij deze brief is een cijfermatig overzicht van twee pagina’s gevoegd. Op p. 2 daarvan staat dat de vereffeningskosten € 122.923,43 (incl. BTW) bedragen (de door de notaris als vereffenaar gedeclareerde kosten, inclusief publicatiekosten en dergelijke). Tussen partijen is niet in geschil dat de werkzaamheden die de notaris heeft verricht op zichzelf de toekenning van dit bedrag rechtvaardigen.
n) De ingangsdatum voor het instellen van verzet van 1 september 2011 is door het kantoor van de vereffenaar op 12 augustus 201116 per e-mail aan C&I bericht, en op 30 september 2011 telefonisch aan [eiseres 2] bericht.17
o) Bij e-mailbericht van 25 oktober 2011,18 dus eerst ná het verstrijken van de verzetstermijn van een maand, heeft de gemachtigde van de schuldeisers een medewerker van de vereffenaar verzocht om toezending van een kopie van de uitdelingslijst als genoemd in de brieven van 7 juli 2011 en gevraagd wanneer C&I en [eiseres 2] uitbetaling tegemoet konden zien.
p) Op respectievelijk 8 en 18 oktober 2011 heeft de vereffenaar betalingen verricht ten behoeve van de schuleisers. C&I heeft daarbij uitbetaald gekregen een bedrag van € 9.730,47 en [eiseres 2] € 24.966,19. De vordering van C&I bedroeg € 18.684,72 en die van [eiseres 2] € 47.940,77.
q) Bij brief van de advocaat van de schuldeisers van 18 november 201119 hebben laatstgenoemden hun bezwaar kenbaar gemaakt aan de kantonrechter te Amsterdam. In die brief staat onder meer:
“Voor zover dat uit de stukken kan worden nagegaan, heeft [de vereffenaar] geen uitdelingslijst gedeponeerd die voldoet aan de daaraan te stellen (wettelijke) vereisten.
Gezien dat laatste kan er ook geen deponering in de zin van de wet hebben plaatsgevonden, hetgeen tot consequentie heeft dat er door de crediteuren ook geen bezwaar kan worden gemaakt tegen de uitdelingslijst enkel en alleen al omdat deze niet als zodanig kan worden aangemerkt. Er kan namelijk geen bezwaar worden gemaakt tegen iets wat er niet is.”
De kantonrechter heeft de brief opgevat als een verzet tegen de uitdelingslijst als bedoeld in art. 4:218 lid 3 BW.
r) Bij beschikking van 18 januari 201220 heeft de kantonrechter te Amsterdam de schuldeisers in hun verzoek niet-ontvankelijk verklaard. Daartoe heeft de kantonrechter overwogen:
“4. Mogelijk voldoet de uitdelingslijst en/of de rekening en verantwoording op een of meer punten niet aan de wettelijke vereisten. Dat neemt niet weg dat ook een gebrekkige uitdelingslijst en/of gebrekkige rekening en verantwoording moeten worden gezien als een uitdelingslijst en een rekening en verantwoording, waartegen een schuldeiser en iedere andere belanghebbende conform het bepaalde in artikel 4:218 lid [3] BW in verzet kunnen komen. Het standpunt van verzoekers dat de neerlegging geacht moet worden niet te hebben plaatsgevonden omdat de rekening en verantwoording en de uitdelingslijst niet voldoen aan de vereisten der wet, wordt derhalve door de kantonrechter verworpen.”
en
“Dat verzoekers er blijkbaar voor hebben gekozen om gedurende de verzettermijn stil te blijven zitten omdat zij kennelijk vinden dat geen bezwaar kan worden gemaakt tegen iets dat er niet is, is hun goed recht. Zij hebben daarmee wel het risico genomen dat de uitdelingslijst en de rekening en verantwoording door het verstrijken van de verzettermijn bindend zijn geworden. Om die reden worden verzoekers in [hun] verzoek niet-ontvankelijk verklaard. Derhalve komt de kantonrechter niet toe aan een oordeel over de geldigheid van de uitdelingslijst en/of de rekening en verantwoording.”
Tegen deze beslissing is geen rechtsmiddel aangewend.
s) Bij brieven van 27 januari 2012 heeft de vereffenaar de schuldeisers laten weten dat er sprake is van nagekomen baten en dat er een additionele betaling zal volgen. C&I heeft nabetaald gekregen een bedrag van € 5.744,97 en [eiseres 2] een bedrag van € 14.740,30. In totaal hebben de schuldeisers gezamenlijk betaald gekregen een bedrag van € 55.181,93, terwijl hun vorderingen tezamen een bedrag van € 66.625,49 bedroegen. Aldus is een gedeelte van de vordering van C&I tot een bedrag van € 3.209,28 onbetaald gebleven, alsmede een gedeelte van de vordering van [eiseres 2] tot een bedrag van € 8.234,28. Voor beide schuldeisers gaat het dus in totaal om een bedrag van € 11.443,56.