In cassatie kan van de volgende feiten worden uitgegaan:1
(i) De Stichting wordt bestuurd door het [echtpaar] en heeft blijkens haar statuten ten doel:
“Het behouden en verbeteren van de natuur, de leefomgeving, het milieu en de landschappelijke cultuurhistorische waarden in onder meer en met name Amsterdam Amstelland, gemeente Wijdemeren, gemeente Gooimeren, gemeente Weesp en omstreken in het algemeen en de bescherming van flora en fauna in vermelde gebieden en haar omgeving in het bijzonder en het verrichten van al hetgeen met het vorenstaande verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn.”
(ii) GEM Beheer is beherend vennoot van GEM C.V. die in 2012 met onder andere de gemeente Weesp en de gemeente Gooise Meren (destijds gemeente Muiden) een uitvoeringsovereenkomst heeft gesloten voor de realisatie van de nieuwe [woonwijk] in de [plaats] . Het project bestaat uit ongeveer 2.750 woningen verdeeld over ongeveer 200 hectare woongebied (inclusief parken en waterpartijen) en 100 hectare natuurgebied.
(iii) De voor het project relevante bestemmingsplannen zijn in 2017 onherroepelijk geworden. Het exploitatieplan (1e herziening) voor het project is eveneens onherroepelijk. Daarin is onder meer bepaald dat de ontwikkeling van de in het project voorziene groengebieden parallel plaats dient te vinden aan de ontwikkeling van de daarin voorziene woongebieden (art. 4.3). Voor het project is een (totaal-)ontheffing verleend op grond van de Wet natuurbescherming (Wnb) ten behoeve van de uitvoering van werken en werkzaamheden.
(iv) De Stichting heeft in verband met het project diverse procedures gevoerd, onder meer over het ontbreken van ontheffingen op grond van de Wnb, de inhoud van verleende ontheffingen en handhaving van de daarbij gestelde voorwaarden. Op één ontheffing voor enkele reststroken na, zijn de ontheffingen op grond van de Wnb inmiddels onherroepelijk geworden.
(v) GEM C.V. is eigenaar van de voor de beoogde ontwikkeling van het project beoogde onroerende zaken. Haar activiteiten bestaan uit het ophogen van grote delen van het gebied, de aanleg van infrastructuur, een waterplas en groenvoorzieningen, het bouwrijp maken van bouwkavels en het inrichten van het natuurcompensatiegebied. GEM C.V. verkoopt en levert bouwrijpe kavels aan de ontwikkelaars (waaronder AM en BVW) ten behoeve van de ontwikkeling, verkoop en realisatie van de woningen en de centrumvoorzieningen.
(vi) Ongeveer 600 woningen zijn gerealiseerd en een groot aantal woningen is in aanbouw. Er zijn omgevingsvergunningen verleend en onherroepelijk geworden voor de bouw van in totaal 1.244 woningen. AM ontwikkelt fase 4B1 (92 grondgebonden woningen) en BVW ontwikkelt fase 5A1west (65 grondgebonden woningen en vijf appartementen). GEM C.V. heeft de gronden van deze deelplannen opgehoogd en de bouwkavels bouwrijp gemaakt.
(vii) AM en BVW hebben met betrekking tot de 162 woningen en appartementen voor fasen 4B1 en 5A1west met onder meer [eisers 5-8] koop- en aannemingsovereenkomsten gesloten onder de opschortende voorwaarde dat binnen negen maanden een onherroepelijke omgevingsvergunning is verkregen. De kopers van deze 162 woningen hebben hypotheekoffertes verkregen van diverse banken voor de financiering van de koop- en aanneemsom. De hypotheekoffertes hebben een bepaalde geldigheidsduur, die voor het merendeel eindigde in maart, april of mei 2022. In de hypotheekoffertes is een onherroepelijke omgevingsvergunning als eis gesteld voor het verlenen van financiering. De hypotheekaktes kunnen alleen bij de notaris worden gepasseerd als de omgevingsvergunning onherroepelijk is.
(viii) Op 26 oktober 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Weesp omgevingsvergunningen verleend aan AM voor het realiseren van 92 nieuwbouwwoningen (fase 4B1) en aan BVW voor het realiseren van 65 grondgebonden woningen en vijf appartementen (fase 5A1west). In de omgevingsvergunningen is opgenomen dat voor het bouwen van woningen art. 4 van de Eerste herziening exploitatieplan [plaats] relevant is. Daarin is bepaald, kort gezegd, dat het verlenen van vergunningen voor het bouwen van woningen uitsluitend is toegestaan als het gebied waarop deze vergunningen betrekking hebben, een aaneensluitend ontwikkelgebied vormt met in ontwikkeling zijnde of reeds gerealiseerde woningbouw en bijbehorende groen- en waterstructuur (4.1) en dat de ontwikkeling van groengebieden parallel dient plaats te vinden aan de ontwikkeling van woongebieden (4.3). In de omgevingsvergunning staat dat aan beide voorwaarden is voldaan, met de volgende motivering:
“De locatie bevindt zich naast de deelgebieden 4A1 en 4A3 met bijbehorende groen- en waterstructuur welke reeds zijn vergund en dus in ontwikkeling zijn.
(...)
De realisatie van een grote oppervlakte natuur/groen ten noorden/westen van de woongebieden is in ontwikkeling en deels gereed. De ontwikkeling loopt hiermee parallel aan de ontwikkeling van de woongebieden.”
(ix) Op 6 december 2021 heeft de Stichting bezwaar gemaakt tegen de omgevingsvergunningen. Op 21 januari 2022 heeft een hoorzitting plaatsgehad naar aanleiding van dit bezwaar. Bij beslissing op bezwaar van 14 februari 2022 heeft het college de bezwaren van de Stichting ongegrond verklaard. Voor de motivering van dit besluit heeft het college verwezen naar het advies van de bezwaarschriftencommissie waarin deze adviseert:
“dat de verleende vergunningen in heroverweging in stand blijven onder herstel van het geconstateerde gebrek, dat in de beslissing op bezwaar expliciet wordt verwezen naar het bodemonderzoek uit 2006 als grondslag voor de vergunning. Daarnaast adviseert de commissie om een extra voorwaarde in de vergunning op te nemen, waarin staat dat minimaal twee weken voor aanvang van de bouwwerkzaamheden, een verklaring van de omgevingsdienst dient te zijn ontvangen, waarin staat dat de met zand opgehoogde grond geschikt is voor het beoogde gebruik.”
(x) Zowel GEM C.V. c.s. als een aantal kopers van de vergunde woningen, waaronder [eisers 5-8] , hebben de Stichting in februari en maart 2022 gevraagd in overleg te treden. Op 4 februari 2022 hebben GEM C.V. c.s. de Stichting aangeboden een schenking te doen van € 25 per woning (in totaal € 70.000) aan het Aankoopfonds van natuurmonumenten voor het project ‘Schil Naardermeer’ als het bezwaar van de Stichting tegen de omgevingsvergunningen zou worden ingetrokken. De kopers hebben daarbij gewezen op de grote impact op hun gezinsleven en de voor hen schadelijke gevolgen van vertraging van de bouw. Dat heeft niet geleid tot overleg dan wel overeenstemming over een gezamenlijke oplossing.
(xi) De Stichting heeft op 22 maart 2022 beroep bij de rechtbank Amsterdam ingesteld tegen de beslissing op bezwaar van 14 februari 2022.
(xii) Ter uitvoering van het in eerste aanleg in deze procedure gewezen vonnis heeft de Stichting op 8 april 2022 haar beroep tegen de beslissing op bezwaar ingetrokken. De bouwwerkzaamheden voor de fasen 4B1 en 5A1west zijn inmiddels ter hand genomen en bevonden zich ten tijde van het arrest van het hof in een vergevorderd stadium.