RECHTBANK ALMELO
Sector kanton * locatie Almelo
Zaaknummer 279948 EJ VERZ 08 – 1082
Beschikking 4 november 2008 (jho)
Beschikking
van de kantonrechter te Almelo in de rechtbank Almelo in de zaak van
de stichting STICHTING DE EIK,
gevestigd te Oldenzaal,
verzoekster, hierna ook wel De Eik te noemen,
gemachtigde mr N.L.H.M. Laane, advocaat te Enschede
en
1 de heer … en
2 mevrouw …,
beiden wonende te … Borne,
gerekestreerden, hierna ook wel de heer en mevrouw of het echtpaar … te noemen,
gemachtigde mevrouw mr P.G.J. Raaijmakers van ARAG Rechtsbijstand te Roermond.
Het procesverloop
1. Op 21 juli 2008 is ingekomen het verzoekschrift met bijlagen van De Eik, strekkende tot ontbinding van der partijen arbeidsovereenkomsten ex artikel 7:685 van het Burgerlijk Wetboek.
2. Het verweerschrift met bijlagen van het echtpaar … is op 29 augustus 2008 ontvangen ter griffie.
3. De mondelinge behandeling is bepaald op 4 september 2008. Voorafgaand aan die behandeling hebben De Eik bij brief van mr Laane d.d. 2 september 2008 en het echtpaar … bij brief van mr Raaijmakers van 3 september 2008 nog een aantal aanvullende producties op voorhand aan de kantonrechter doen toekomen.
4. Ter mondelinge behandeling op 4 september 2008 hebben partijen hun standpunten nader mondeling toegelicht en door hun gemachtigden doen bepleiten. Mr Laane heeft zich daarbij bediend van een pleitnota, welke zich bij de stukken bevindt. De griffier heeft van de behandeling aantekeningen gemaakt.
5. Bij brief van 10 september 2008 heeft mr Raaijmakers nog een tweetal producties toegezonden waarop zij zich ter zitting had beroepen.
6. Ter zitting heeft de kantonrechter partijen een (aanzet tot een) regeling in der minne in overweging gegeven. Bij brief van 12 september 2008 heeft mr Raaijmakers namens de werknemers kenbaar gemaakt in te kunnen stemmen met de in overweging gegeven proefperiode, waarna deze gemachtigde bij opvolgende brief van 15 september 2008 heeft geattendeerd op een door De Eik in te dienen nader verzoekschrift tot ontbinding.
7. Voornoemd nader verzoekschrift (met bijlagen) van De Eik is op 15 september 2008 ter griffie ontvangen, waarna een nadere behandeling ter zitting is bepaald op 1 oktober 2008. Partijen hebben tijdens die zitting hun standpunten andermaal nader mondeling toegelicht en doen bepleiten door de raadslieden. Mr Laane en mr Raaijmakers hebben daarbij pleitnotities overgelegd. De griffier heeft aantekeningen van de zitting gemaakt.
8. De inhoud van alle processtukken geldt als hier ingelast en herhaald.
9. De beschikking is uiteindelijk op vandaag bepaald.
De beoordeling van het verzoek en de motivering van de beslissing
1. De Eik is een orthopedagogisch centrum voor kinderen en jongeren met een licht verstandelijke handicap. Zij biedt ondersteuning en begeleiding en behandeling, ook in de vorm van opname in gezinshuizen, aan kinderen en hun ouders. De heer en mevrouw …, respectievelijk geboren in 1959 en 1951, zijn op 1 juni 1995 bij De Eik in dienst getreden in de functie van gezinshuisouders. Er zijn schriftelijke arbeidsovereenkomsten. Het bruto maandinkomen bedroeg laatstelijk € 2.628,00 per persoon per maand, exclusief 8 % vakantiegeld. In de aan De Eik in eigendom toebehorende woning aan … in Borne woont het echtpaar … met een aantal door De Eik bij hen geplaatste jeugdigen uit de doelgroep. Voor het gebruik van de woning wordt een vergoeding van zo’n € 250,00 per maand betaald door … aan De Eik.
2. Volgens de overeenkomst gaat het bij … om een zogeheten gezinshuis grote stijl, waarin verkort zakelijk weergegeven maximaal vijf jeugdigen tegelijk geplaatst kunnen zijn, zulks in tegenstelling tot een gezinshuis kleine stijl met maximaal twee jeugdigen. Vanaf 1995 verbleven bij … doorgaans tenminste vier kinderen. Contractueel hebben de gezinshuisouders een weekend per vier weken vrij van vrijdagnamiddag 17.00 uur tot maandagochtend 9.30 uur. In dat weekend zorgt De Eik voor opvang. In 2005 is het echtpaar kort samengevat overspannen geraakt als gevolg van onder meer werkdruk en andere problematiek, waarna een soort time-outperiode van ongeveer acht maanden is ingelast. In die periode heeft het echtpaar elders gewoond en werden hun taken door anderen waargenomen. Na terugkeer en na nog eens een periode van uitval van de heer … vanaf december 2007 is in overleg en volgens De Eik mede in het kader van reïntegratie het aantal jongeren teruggebracht naar eerst vier en later naar drie. Volgens De Eik was dat eigenlijk te weinig voor het overeengekomen salaris voor een gezinshuis grote stijl. Onderhandelingen hebben niet kunnen leiden tot een switch naar een gezinshuis kleine stijl en een aangepast salaris. … wilde dat niet.
3. In verband met het uitvallen van de heer … in december 2007 heeft contact plaatsgevonden met een arbeidskundige van het UWV. Deze heeft op 2 september 2008 aan hem gerapporteerd dat De Eik, kort zakelijk samengevat, te weinig zou hebben gedaan om zijn reïntegratie goed te laten verlopen. Al in maart 2008 ging de communicatie over een wijziging van grote naar kleine stijl, waarmee de toon gezet zou zijn.
4. Het echtpaar … zijn thans ruim 13 jaar gezinshuisouders en dat is, volgens hun eigen informatie, aanmerkelijk langer dan gemiddeld in Nederland. Zij zijn de mening toegedaan dat het werk in de loop der jaren en vooral de laatste tijd aanmerkelijk zwaarder is geworden als gevolg van het feit dat jongeren meer dan voorheen doordeweeks vrijaf hebben van school of werkplek, waardoor er op werkdagen vrijwel altijd wel een of meer jongeren thuis zijn, waardoor de privacy van hen als gezinshuisouders steeds minder is geworden. Ze hebben vrijwel geen moment meer voor zichzelf. Vanwege de taakverzwaring hebben zij in het kader van de besprekingen over de re-integratie bij De Eik meermalen onder de aandacht gebracht hun wens om niet een weekend maar twee weekenden per vier weken vrijaf te hebben. Over dat voorstel is tussen partijen in der minne geen overeenstemming bereikt kunnen worden.
5. De Eik verzoekt thans op de in het inleidend rekest aangevoerde en ter zitting van 4 september 2008 nader toegelichte gronden, zomede op de gronden als genoemd in het nadere verzoekschrift van 15 september 2008, een en ander als toegelicht ter zitting van 1 oktober 2008, dat als gevolg van wijziging van omstandigheden de arbeidsovereenkomsten ontbonden behoren te worden. Kort samengevat is De Eik van oordeel dat de heer en mevrouw … als gezinsouderpaar grote stijl niet langer in staat zijn om de taken te vervullen die zij volgens de overeenkomst behoren te vervullen. Een vermindering van vijf naar vier en nu drie kinderen is onvoldoende gebleken om aan hun wensen van meer privacy en minder werkdruk tegemoet te komen. De Eik blijft zich op het standpunt stellen dat het echtpaar de overeengekomen werkzaamheden (fulltime gezinshuisouders voor maximaal vijf kinderen minus één vrij weekend) moeten verrichten en dat in de praktijk gebleken is dat die taak voor hen te zwaar is. Na aanhouding van de behandeling ter eerste zitting is door De Eik bij nader verzoekschrift uitgelegd dat en waarom zij zich niet kan verenigen met een wijziging van de arbeidsvoorwaarden, inhoudende dat er twee weekenden per vier weken vrijaf zou zijn.
6. De heer en mevrouw … verweren zich zowel tegen het eerste inleidende verzoek als tegen het nadere verzoek tot ontbinding. Een en ander op de door hen in het verweerschrift genoemde en ter zittingen nader toegelichte gronden. Verkort zakelijk weergegeven zijn zij van mening dat er sprake is van aanmerkelijke taakverzwaring als gevolg van wijzigingen in de roosters van de kinderen doordeweeks, waardoor hun privacy wordt aangetast. Dat zou voor De Eik reden moeten zijn om een extra vrij weekend per vier weken te regelen, maar daartoe is De Eik niet bereid. In het kader van minnelijke regeling hadden zij gebruik willen maken van de door de kantonrechter voorgestelde proefperiode waarin zij vijf kinderen geplaatst zouden krijgen en twee weekenden vrij zouden hebben. Zij zijn er teleurgesteld over dat De Eik daar niet aan mee wil werken.
7. Voor ontbinding is thans te minder grond volgens hen omdat op dit moment sprake is van een situatie waarin het weekendprobleem zich niet meer voordoet. Alle bij hen geplaatste kinderen gaan om het weekend naar huis of elders. Indien door de kantonrechter toch tot ontbinding zou worden beslist dan wensen zij een billijke vergoeding volgens C=2 vanwege de onwrikbare opstelling van De Eik waar soepelheid best mogelijk was geweest.
8. De kantonrechter stelt vast dat in de rekesten noch ter zitting is gerept over disfunctioneren van de heer en mevrouw …. Er zijn geen negatieve functioneringsgesprekken. Inhoudelijk is hun werk kennelijk dik in orde. Het probleem zit hem kennelijk in het niet vrijwel fulltime beschikbaar kunnen zijn voor de jongeren.
9. De kantonrechter stelt voorop dat indien omstreeks maart 2008 de situatie bij de familie … was geweest zoals deze op dit moment kennelijk is, een ontbindingsverzoek mogelijk niet zou zijn ingediend, aannemende dat het echtpaar dan (nog) niet zo nadrukkelijk de wens van een extra vrij weekend onder de aandacht van De Eik had gebracht en mogelijk van (wederom) tijdelijk uitvallen van de heer … geen sprake was geweest. Op dit moment zijn de gezinshuisouders tevreden met de situatie waarin alle bij hen verblijvende kinderen eens per twee weken een weekend bij ouders of anderen kunnen zijn. Daarmee zeggen zij voldoende privacy te hebben en er zelfs nog wel twee kinderen bij te kunnen opvangen.
10. Het is evenwel evident dat de huidige situatie zich niet altijd zal voordoen, zoals die zich de laatste tijd ook regelmatig niet heeft voorgedaan. Immers hebben de heer en mevrouw … bij herhaling bij De Eik aangekaart dat zij aan een weekend niet genoeg hadden. Zodra de omstandigheden van de jongeren of hun achterban zich wijzigen kan het gebeuren dat een of meer jongeren slechts maximaal een weekend per maand vanwege De Eik kunnen worden opgevangen, zoals overeengekomen. Dan doet zich wederom de situatie voor waarin de werknemers bij De Eik aan de bel trokken.
11. De arbeidsovereenkomsten strekken partijen in beginsel tot wet. In die overeenkomsten is uitdrukkelijk bepaald dat slechts recht bestaat op een vrij weekend per vier weken. Als overwogen geven de heer en mevrouw … aan dat zij dat als te zwaar ervaren indien de kinderen inderdaad niet meer dan een weekend door De Eik kunnen worden opgevangen en zij wijzen daarbij op de toegenomen zwaarte van hun werk doordeweeks vanwege het feit dat de kinderen dan meer thuis zijn, hetgeen ten koste van hun privacy gaat. De kantonrechter wil veronderstellenderwijs aannemen dat het inderdaad zo is als het echtpaar aangeeft. Per saldo ligt in deze zaak de vraag voor of De Eik het recht toekomt het echtpaar, ondanks dat, onveranderd te houden aan hetgeen is overeengekomen, of dat van haar in het kader van goed werkgeversschap verlangd zou mogen worden dat zij in elk geval voor de heer en mevrouw … de overeenkomst wijzigt in de door hen gewenste zin en zoals dat door de kantonrechter tijdens de eerste zitting als proefperiode in overweging is gegeven. De Eik weigert een aanpassing als verzocht.
12. De kantonrechter behoort het uiteindelijk eens te zijn met de zienswijze en opstelling van De Eik. Het gezinshuisouderschap is een nagenoeg fulltime baan, ook tijdens vakanties en drie van de vier weekenden. Zo is het schriftelijk overeengekomen en zo past het ook in de pedagogische aanpak. De Eik mag het echtpaar … aan die overeenkomsten houden, tenzij sprake zou zijn van zodanig gewijzigde omstandigheden dat een dergelijk onverkort vasthouden in strijd zou komen met de redelijkheid en billijkheid dan wel slecht werkgeverschap zou betekenen. Daarvan is in dit geval naar het oordeel van de rechter geen sprake. Zelfs al zou het zo zijn dat de kinderen doordeweeks vaker thuis zijn, waardoor de gezinshuisouders minder vaak samen alleen zouden zijn, dan is dat niet een omstandigheid die voornoemde strijd zou opleveren of het vasthouden aan de inhoud van de overeenkomst tot slecht werkgeverschap zou maken. Er is vooreerst niet gesteld of gebleken dat De Eik zelf invloed heeft op het meer thuis zijn van de kinderen, terwijl bovendien dat meer thuis zijn niet als zodanig bijzonder of als een zodanige taakverzwaring kan worden gezien dat daartegenover een extra vrij weekend zou moeten staan.
13. Daarbij komt dat de verzwaring doordeweeks incidenteel kan zijn en per kind kan verschillen. Zodra een ander kind met een andere school of andere dagbesteding zou worden geplaatst kan het weer heel anders zijn. Zoals het op dit moment kennelijk ook zo is dat alle kinderen om het weekend niet thuis bij … zijn, waardoor er even twee vrije weekenden in plaats van het ene overeengekomen weekend zijn. De Eik heeft evenmin sturende invloed op het feit of een geplaatst kind structureel wel of geen weekendopvangmogelijkheden in eigen familie- of kennissenkring heeft. Het is, ietwat cru gezegd, veelal een kwestie van ‘geluk’ of ‘pech’. Met De Eik is de kantonrechter van oordeel dat het ene afgesproken en zelfs verplichte vrije weekend voor de gezinshuisouders in het belang is van een zo goed mogelijk pedagogisch klimaat. Zoveel mogelijk zal de situatie van een normaal gezin moeten worden benaderd.
14. De heer en mevrouw … zijn kennelijk de enigen van de negen gezinshuisouders van De Eik die om een verandering van de overeenkomst vragen. Honorering van hun verzoek door De Eik zou een precedent scheppen en daar zou, zo volgt uit de overgelegde berekening, een prijskaartje hangen. Daar wenst De Eik niet aan te voldoen. Overigens staat het de rechter in een ontbindingsprocedure als deze niet vrij om de inhoud van een overeenkomst te gaan wijzigen of een partij op te dragen de overeenkomst te wijzigen in de door de andere partij gewenste zin. Als overwogen strekken de onderhavige overeenkomsten alle betrokkenen tot wet. De Eik staat op onverkorte nakoming van het overeengekomene, terwijl het echtpaar … te kennen geeft dat niet te kunnen en te willen. Daarmee is een breuk tussen partijen en dus ontbinding van de overeenkomsten, zoals verzocht, niet meer te vermijden.
15. Wederom met De Eik is de kantonrechter de overtuiging toegedaan dat de duur van het gezinshuisouderschap (ruim 13 jaar) en het onvermijdelijk vorderen van de leeftijd van het echtpaar …, zomede de periodes van arbeidsongeschiktheid, hebben geleid tot de afgenomen mogelijkheid voor hen om vrijwel voortdurend voor alle geplaatste kinderen beschikbaar te zijn. Dat zijn factoren waar het echtpaar … noch De Eik iets aan kan doen. Het is niet voor niets dat 13 jaar gezinshuisouderschap ruim boven het landelijk gemiddelde ligt. De Eik heeft gedaan wat in haar vermogen lag om de druk zo laag mogelijk te laten zijn door het aantal geplaatste kinderen terug te brengen tot drie, zulks met behoud van het salaris voor een gezinshuis grote stijl. Zij kan, als overwogen, echter niet voor die drie kinderen regelen dat ze om het weekend elders zijn.
16. De overeenkomsten behoren ontbonden te worden. Niet vanwege disfunctioneren, integendeel. Wel omdat de heer en mevrouw … bij herhaling hebben aangegeven twee weekenden per vier weken vrijaf te willen. Daar kan en wil en hoeft De Eik niet, in afwijking van de huidige contracten, toe te worden verplicht. De huidige situatie is niet maatgevend. Uitgegaan behoort te worden van een kind dat geen mogelijkheid heeft om twee van de vier weekenden weg te zijn. Door de opstelling van het echtpaar … en het op zich gerechtvaardigd vasthouden door De Eik aan de oorspronkelijke overeenkomsten, bestaat een situatie waarin voorzienbaar is dat in de toekomst niet voortdurend vruchtbaar samengewerkt zal kunnen worden.
17. De kantonrechter heeft even gedacht dat er mogelijk een win-winsituatie gecreëerd zou kunnen worden indien De Eik en … nader zouden kunnen afspreken dat er weer vijf in plaats van de huidige drie kinderen geplaatst zouden worden, waarbij wel aan de wens van … om twee weekenden vrijaf te hebben tegemoet zou kunnen worden gekomen. De ‘verdienmogelijkheden’ voor de Stichting zouden toenemen en het echtpaar zou werk en huis kunnen behouden. De Eik heeft echter bij nader verzoekschrift op goede en begrijpelijke gronden, welke de kantonrechter hier overneemt en tot de zijne maakt, genoegzaam aannemelijk gemaakt dat en waarom dit voor de langere termijn niet de oplossing kan zijn, daarbij met name wijzend op het kostenplaatje voor de opvang en op de ongewenste precedentwerking voor de andere acht gezinshuizen. Daarbij kan wat de rechter betreft in het midden blijven of de vrees van De Eik gerechtvaardigd is dat het echtpaar voor de langere termijn ook dit niet zou kunnen volhouden en wederom zou moeten afhaken.
18. Factoren die De Eik noch het echtpaar in de hand hadden, hebben tot de gewijzigde omstandigheden geleid die tot beëindiging van de arbeidsrelatie nopen. Bij beëindiging past een bij die omstandigheden passende billijke vergoeding voor het nadeel dat de heer en mevrouw … naar inschatting gaan ondervinden van de ontbinding. Daarbij kan overigens buiten beschouwing blijven of de heer … wellicht inkomsten heeft of kan genereren uit een internethandeltje in gebruikte audioapparatuur. Het is niet genoegzaam komen vast te staan dat nevenwerkzaamheden van de heer … in negatieve zin zouden hebben bijgedragen aan de beschikbaarheid voor zijn gezinshouderschap. De kantonrechter is van oordeel dat De Eik bij overgelegd mailbericht van mr Ter Mors namens mr Laane aan mr Raaijmakers een bij de ontstane situatie passend en billijk voorstel heeft gedaan in verband met de ontbinding. Uit dit aanbod, dat passender is dan het nadien in het nader verzoekschrift genoemde aanbod, spreekt waardering voor al het goeds dat het echtpaar in de afgelopen jaren voor de kinderen heeft gedaan.
19. Het aanbod biedt aan het echtpaar ook de mogelijkheid om op eigen condities, los van De Eik, met ouders, verzorgers en plaatsers zelfstandig afspraken te maken over het wonen in hun gezin van minderjarige of meerderjarige jongeren, behorende tot de doelgroep van De Eik. De thans bij hen verblijvende jongeren kunnen, als zij en de bij hen betrokkenen, dat zouden willen desgewenst met de heer en mevrouw … mee kunnen verhuizen naar een andere woning en met aanwending van bijvoorbeeld hun PGB daar verder kunnen verblijven. Anders dan het echtpaar … aangeeft is het niet onethisch om op deze wijze de kinderen in de beëindiging van het dienstverband en bij de billijke vergoeding te betrekken. Het getuigt juist van inzicht dat het belang van de kinderen, die al geruime tijd bij hen verblijven, voorop moet blijven staan. De Eik staat er niet op dat die kinderen na 1 januari 2009 bij haar geplaatst zullen blijven. Zij staat voor dat de verandering voor de kinderen zo weinig mogelijk nadelige gevolgen heeft. In dat kader is denkbaar dat het voor de kinderen beter is om met het echtpaar … mee te gaan.
20. De ontbindingsdatum zal op 1 januari 2009 worden bepaald. Iedereen heeft dan de gelegenheid om zich op de gevolgen van die ontbinding te beraden en er is dan ook nog voldoende tijd om met alle betrokkenen afspraken te maken over hoe het met de kinderen verder zal moeten. De aangeboden vergoeding is, als overwogen, billijk. De Eik valt geen verwijt te maken en het echtpaar … ook niet zo heel veel. Toen het voor hen zwaar was liep het wat over de schoenen. Mochten zij menen aanspraak te moeten gaan maken op wachtgeld, dan behoort te worden verstaan dat na te melden vergoeding op enig toe te kennen wachtgeld in mindering zal strekken. Voorzover de kantonrechter het kan bezien is het niet aan hem om (reeds) in het kader van de onderhavige procedure een oordeel te geven over het antwoord op de vraag of en zo ja in welke mate mogelijk aanspraak op wachtgeld zou kunnen bestaan.
21. Vooralsnog wordt uitgegaan van de reële mogelijkheid dat ook in de toekomst kinderen tegen vergoeding (PGB) in het gezin … zullen wonen. Na te melden vergoeding is bedoeld als suppletie op eventueel lagere inkomsten dan die uit de overeenkomsten met De Eik. De kantonrechter zal de vergoeding splitsen en deze bij helfte aan beide werknemers toekennen, nu formeel sprake is van twee afzonderlijke arbeidsovereenkomsten met man en vrouw. Omdat zich na beëindiging twee situaties kunnen voordoen, waarvoor De Eik ook verschillende vergoedingen heeft aangeboden, zal het dictum luiden als hierna te melden.
22. Aan De Eik zal een termijn worden gegeven om desgewenst het verzoek alsnog in te trekken, nu de vergoeding zal worden bepaald op de in het mailbericht van 10 september 2008 genoemde bedragen en niet op het in het nadere verzoekschrift en ter zitting van 1 oktober 2008 genoemde bedrag.
23. De proceskosten zullen worden gecompenseerd. Weliswaar heeft De Eik aan het echtpaar … een vergoeding voor rechtsbijstand aangeboden, doch dit aanbod zag op een aanvaarding van het totale aanbod zonder verdere inhoudelijke voortgezette behandeling. Zo’n behandeling, met verweer, is er evenwel toch nog gekomen, weshalve De Eik aan dat aanbod niet langer gehouden kan worden. De compensatie als na te melden ziet op het geval waarin het verzoek niet wordt ingetrokken. Als het wel zou worden ingetrokken dan behoort De Eik de proceskosten te dragen.
De beslissing
De kantonrechter:
I Ontbindt der partijen arbeidsovereenkomsten per 1 januari 2009 indien het verzoek tot ontbinding niet uiterlijk 25 november 2008 wordt ingetrokken.
II Kent ingeval van ontbinding aan de heer en mevrouw …ieder toe een vergoeding groot
€ 69.500 (negenenzestigduizend vijfhonderd euro) bruto voor het geval de thans bij hen verblijvende kinderen met hen mee zullen verhuizen danwel een vergoeding voor een ieder groot € 86.875,00 (zesentachtigduizend achthonderdvijfenzeventig euro) bruto voor het geval die kinderen niet met hen meegaan en veroordeelt De Eik om deze bedragen aan de heer en mevrouw … te betalen. Een en ander ter fine van suppletie op lagere inkomsten in de toekomst en, in voorkomend geval, in mindering op aanspraken op wachtgeld.
III Compenseert de proceskosten met dien verstande dat iedere partij de eigen kosten draagt indien het verzoek niet wordt ingetrokken.
IV Veroordeelt De Eik in de proceskosten indien zij het verzoek intrekt. Die kosten worden aan de zijde van het echtpaar … begroot op € 1.000,00 wegens het salaris van hun gemachtigde.
V Wijst af hetgeen meer of anders is verzocht.
Deze beschikking is gegeven te Almelo door mr J.H. Olthof, kantonrechter te Almelo, en is in het openbaar uitgesproken op 4 november 2008 in tegenwoordigheid van G. Kreijkes, griffier.