Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBALM:2010:BN8179

Rechtbank Almelo
17-09-2010
23-09-2010
114078 / KG ZA 10-219
Civiel recht
Kort geding

Overtreding rechterlijk verbod concurrentie onvoldoende vast komen te staan

Rechtspraak.nl
AR-Updates.nl 2010-0766
VAAN-AR-Updates.nl 2010-0766

Uitspraak

RECHTBANK ALMELO

Sector civiel recht

zaaknummer: 114078 / KG ZA 10-219

datum vonnis: 17 september 2010 (m.m.v.)

Vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Almelo, rechtdoende in kort geding, in de zaak van:

[eiser]

wonende te [woonplaats]

eiser in conventie en verweerder in reconventie,

hierna ook wel te noemen: [eiser],

advocaat: mr. J.P.C. van Ruiven te Enschede,

tegen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

Kaltenbach Shotblast and Painting Systems B.V.,

gevestigd te Hengelo,

gedaagde in conventie en eiseres in reconventie,

hierna ook wel te noemen: Kaltenbach,

advocaat: mr. U.W.G. Thöle te Den Haag.

Het procesverloop

[eiser] heeft gevorderd als vermeld in de dagvaarding.

Kaltenbach heeft op 2, 3 en 7 september 2010 voor de mondelinge behandeling een brief, producties en een dvd in het geding gebracht.

[eiser] heeft op 3 en 7 september 2010 een brief en producties in het geding gebracht.

De zaak is behandeld ter terechtzitting van 9 september 2010, gelijkertijd met de behandeling van de zaken met zaaknummers 114080 KG ZA 10-220, 114081 KG ZA 10-221 en 114082 KG ZA 10-222. Ter zitting zijn verschenen: eiser, de heer [N], de heer [R] en de heer [D], bijgestaan door mr. Van Ruiven, en de heer [H] namens gedaagde, bijgestaan door mr. Thöle. De standpunten zijn toegelicht en mr. Van Ruiven en mr. Thölle hebben pleitnotities gehanteerd.

Het vonnis is bepaald op vandaag.

De beoordeling van het geschil en de motivering van de beslissing.

In conventie en reconventie.

1. In deze zaak staat het navolgende vast.

- [eiser] is van 1 december 2009 tot 1 januari 2010 op basis van een arbeidsovereenkomst werkzaam geweest voor Kaltenbach.

Kaltenbach heeft de onderneming waarin [eiser] werkzaam was gekocht uit het faillissement van Gietart Machinefabriek B.V. Vóór 1 december 2009 was [eiser] bij Gietart in loondienst. Bestuurder van Gietart was [D]

[eiser] is op 1 januari 2010 in dienst getreden van Shotblastsupport B.V. (Shotblastsupport). Bora Borgh Beheer B.V. (Bora Borgh) is de moedervennootschap van Shotblastsupport;

- Bij vonnis van deze rechtbank, sector kanton, locatie Enschede d.d. 31 maart 2010 is [eiser] veroordeeld om zijn werkzaamheden bij Bora Borgh en de met haar verbonden vennootschappen binnen twee dagen na betekening van het vonnis te staken en tot januari 2011 gestaakt te houden omdat hij naar het oordeel van de kantonrechter het in de arbeidsovereenkomsten met hem opgenomen concurrentiebeding heeft overtreden, op straffe van een dwangsom van € 450,- per dag dat hij hiermee in gebreke blijft, met een maximum van € 50.000,-. Dit vonnis is op 14 april 2010 aan [eiser] betekend;

- Op 27 augustus 2010 heeft [eiser] een brief van Deurwaarders- en Incassobureau Enschede B.V. ontvangen waarin wordt vermeld dat op 14 september 2010 zal worden overgegaan tot beslaglegging op en openbare verkoop van de (roerende) zaken op zijn huisadres aangezien hij heeft nagelaten om een bedrag van € 50.007,- aan Kaltenbach te voldoen.

Kaltenbach heeft ter zitting van 9 september 2010 toegezegd het vonnis van de kantonrechter van 31 maart 2010 niet te zullen executeren totdat in dit kort geding zal zijn beslist.

2. [eiser] vordert Kaltenbach - voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad - te verbieden om voornoemd vonnis d.d. 31 maart 2010 ten uitvoer te leggen of ten uitvoer te doen leggen, op straffe van verbeurte van een dwangsom groot € 55.000,-, althans een door de voorzieningenrechter te bepalen dwangsom. Tevens vordert hij om Kaltenbach in de kosten van dit geding te veroordelen, te vermeerderen met de nakosten ten belope van

€ 131,-, één en ander te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis, en - voor het geval dat voldoening van de (na)kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt - te vermeerderen met de wettelijke rente over de (na)kosten, te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening.

2.1 [eiser] stelt dat hij heeft voldaan aan de eisen van het vonnis d.d. 31 maart 2010. Hij is met zijn nieuwe werkgever Shotblastsupport overeengekomen dat hij gedurende de resterende duur van het concurrentiebeding is vrijgesteld van werkzaamheden, waarbij zijn loon wel volledig wordt doorbetaald door Shotblastsupport. Voorts heeft [eiser] te kennen gegeven regelmatig bij Shotblastsupport te komen. Hij verricht op die momenten echter geen werkzaamheden voor Shotblastsupport, maar maakt enkel gebruik van de faciliteiten van het bedrijf voor een studieopdracht in het kader van zijn studie bij Hogeschool Saxion. Hij stelt uitdrukkelijk dat hij geen werkzaamheden meer voor Shotblastsupport verricht.

[eiser] is van mening dat de bewijslast van de overtreding van het concurrentiebeding en/of het vonnis van de kantonrechter bij Kaltenbach ligt, nu er sprake is van een verplichting om niet te doen. Tevens verzoekt hij de rapporten en filmbeelden, die [H] in opdracht van Kaltenbach heeft gemaakt, buiten beschouwing te laten, nu dit bewijsmateriaal onrechtmatig is verkregen

3. Kaltenbach concludeert tot afwijzing van de vordering en vordert in reconventie om [eiser] te veroordelen om binnen twee dagen na betekening van het vonnis zijn werkzaamheden voor Bora Borgh Beheer B.V. en de met deze vennootschap verbonden vennootschappen te staken en gedurende één jaar gestaakt te houden, te rekenen vanaf de datum van het beëindigen van het dienstverband tussen partijen, op straffe van een dwangsom van € 5.000,- per dag dat [eiser] hiermee in gebreke blijft. Tevens vordert Kaltenbach in conventie en reconventie [eiser] te veroordelen in de kosten van dit geding.

3.1 Kaltenbach stelt dat uit de rapporten en het beeldmateriaal van [H]voldoende blijkt dat [eiser] nog steeds werkzaamheden verricht voor Shotblastsupport. Kaltenbach is van mening dat de stelling van [eiser] dat hij voor de resterende duur van het concurrentiebeding vrijgesteld is van werkzaamheden, maar ondertussen volledig wordt doorbetaald, erg ongeloofwaardig is. Tevens stelt Kaltenbach dat [eiser], gezien zijn werkzaamheden als interne medewerker verkoop, ook thuis kan werken. Daarnaast kan uit het feit dat [eiser] studeert niet de conclusie worden getrokken dat hij geen werkzaamheden voor Shotblastsupport verricht, aldus Kaltenbach.

4. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is in dit geding niet komen vast te staan dat [eiser] het vonnis van de kantonrechter van 31 maart 2010 heeft overtreden door nog steeds werkzaamheden voor Shotblastsupport te verrichten. [eiser] stelt weliswaar regelmatig aanwezig te zijn op het kantoor, maar dit gebeurt in het kader van zijn studie. Hoezeer ook aan de juistheid van die verklaring kan worden getwijfeld, Kaltenbach heeft niet aangetoond dat [eiser] werkzaamheden voor Shotblastsupport (heeft) verricht en/of welke werkzaamheden dat zouden zijn. Voorts is niet (anderszins) gebleken van contacten met klanten of enige andere vorm van werkzaamheden. De voorzieningenrechter oordeelt derhalve voorlopig dat er geen dwangsommen zijn verbeurd. De executie dient derhalve te worden verboden (althans die wegens de aan de huidige tenuitvoerlegging ten grondslag gelegde feiten). De door [eiser] gevorderde dwangsom ter hoogte van

€ 55.000,- is naar het oordeel van de voorzieningenrechter bovenmatig. Volstaan kan worden met een dwangsom van € 450,-- voor iedere overtreding van dit verbod. De vordering in conventie kan derhalve worden toegewezen, met dien verstande dat het op te leggen verbod alleen geldt ten aanzien van de feiten die ten grondslag liggen aan de vorderingen in dit kort geding.

5. Uit hetgeen in conventie is overwogen volgt dat de reconventionele vordering dient te worden afgewezen.

6. Als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij zal Kaltenbach in conventie en in reconventie worden veroordeeld in de kosten van dit geding. Eiser vordert wettelijke rente over de kosten. Gedaagde is echter pas wettelijke rente verschuldigd over de proceskosten vanaf datum verzuim. De rechtbank zal bepalen dat gedaagde de wettelijke rente over de nakosten is verschuldigd indien deze kosten niet binnen 14 dagen na betekening van het vonnis zijn voldaan. De kosten in reconventie zullen worden begroot op nihil.

De beslissing

De voorzieningenrechter:

in conventie

I. Verbiedt Kaltenbach het vonnis door deze rechtbank, sector kanton, locatie Enschede, van 31 maart 2010 tussen partijen gewezen wegens de in dit kort geding gestelde overtredingen ten uitvoer te leggen op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 450,- voor iedere dag dat aan deze veroordeling niet wordt voldaan.

II. Veroordeelt Kaltenbach in de kosten van dit geding, tot op deze uitspraak aan de zijde van [eiser] begroot op € 350,93 aan verschotten en € 816,--,- aan salaris van de advocaat.

III. Veroordeelt Kaltenbach in de nakosten van deze procedure ten bedrage van € 131,-- indien en voor zover gedaagde niet binnen een termijn van veertien dagen na aanschrijving aan dit vonnis heeft voldaan met bepaling dat over de proceskosten wettelijke rente verschuldigd is vanaf de datum dat gedaagde na het verstrijken van die termijn in verzuim is.

IV. Verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.

V. Wijst af het meer of anders gevorderde.

In reconventie

VI. Wijst de vordering af.

VII. Veroordeelt Kaltenbach in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van [eiser] begroot op nihil.

Dit vonnis is gewezen te Almelo door mr. M.M. Verhoeven, voorzieningenrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 17 september 2010, in tegenwoordigheid van de griffier.

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.