Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBALM:2012:BV9178

Rechtbank Almelo
13-03-2012
19-03-2012
397936 CV EXPL 922/12
Civiel recht
Eerste aanleg - enkelvoudig

Ontbinding. Voorwaardelijk ontbindingsverzoek afgewezen.

Dienstverband 5 jaar. Altijd naar tevredenheid gefunctioneerd. Overtreding gedragsregel door post te laat te bezorgen. Uit eigen beweging melding gemaakt van overtreding. Geen aantoonbare (reputatie)schade door handelwijze werknemer. Geen vertrouwensbreuk.

Rechtspraak.nl
RAR 2012/91
AR-Updates.nl 2012-0263
VAAN-AR-Updates.nl 2012-0263

Uitspraak

RECHTBANK ALMELO

Sector Kanton

Locatie Enschede

Zaaknummer : 397936 CV EXPL 922/12

Uitspraak : 13 maart 2012

Vonnis in kort geding in de zaak van:

[Eiser],

wonende te [woonplaats]

eisende partij

hierna ook wel te noemen: [eiser]

gemachtigde: mr. C.M.C. Hendriks

verbonden aan D.A.S. Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringsmaatschappij N.V. te Arnhem

tegen

de besloten vennootschap PostNL Productie B.V.

gevestigd en zaakdoende te ’s-Gravenhage

gedaagde partij

hierna ook wel te noemen: PostNL

gemachtigde: mr. J. Krijgsman

advocaat te Arnhem

1. procedure

1.1 [Eiser] heeft bij dagvaarding van 24 februari 2012 PostNL opgeroepen in kort geding te verschijnen ter zitting van maandag 5 maart 2012 om 14:00 uur.

Ter zitting verschenen [eiser], vergezeld van mr. Hendriks. PostNL is verschenen bij [K], VBG manager, bijgestaan door mr. Krijgsman.

Beide partijen hebben hun respectievelijke standpunten mondeling weergegeven, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.

1.2 Vonnis is bepaald op heden.

2. feiten

2.1 Bij de beoordeling van dit geschil wordt uitgegaan van de hierna opgesomde feiten. Deze worden voorshands als vaststaand beschouwd omdat zij door een van partijen zijn gesteld en door de andere partij zijn erkend dan wel niet of onvoldoende zijn bestreden.

2.2 [Eiser], geboren [1952], is sinds 1 juli 2004 werkzaam bij (de rechtsvoorganger van) PostNL, laatstelijk in de functie van medewerker postbezorger tegen een bruto-inkomen van € 708,28 bruto per maand, exclusief emolumenten.

2.3 Op de arbeidsovereenkomst is een “Gedragslijn (on)gewenst gedrag en disciplinaire maatregelen” van toepassing. In deze gedragslijn is onder meer bepaald, voor zover hier van belang:

TPG Post verwacht van u als medewerker dat u, in uw werk, de relatie tot de klant centraal stelt. Anders gezegd, inzien u moedwillig schade berokkent aan het vertrouwen dat de klant heeft in de kwaliteit, de betrouwbaarheid en de zorgvuldigheid van de dienstverlening van TPG Post, is dat een ernstige overtreding. Uiteraard zal voor elke ernstige overtreding worden beoordeeld welke van de in de cao genoemde disciplinaire maartregelen passend is. Maar gezien de belangen van een goede dienstverlening moet u er rekening mee houden dat een dergelijke overtreding tot ontslag kan leiden!

Het is niet mogelijk volledig te zijn in de opsomming van dergelijke ernstige overtredingen. Onderstaand echter toch een aantal voorbeelden:

[… .]

Moedwillig schaden van de kwaliteit van de dienstverlening, door niet of een dag te laat bezorgen van de poststukken. [… .]

2.4 Op 4 december 2011 meldt [eiser] bij email aan zijn leidinggevende, de heer [S], dat hij een gedeelte van de post van zaterdag 3 december 2011 heeft bezorgd op zondag 4 december 2011. [Eiser] mailt om 9:17 uur, voor zover hier van belang:

- posttassen tien minuten te laat afgeleverd in depot Cheribonstraat

- in tassen (2) 41Z geen reclame

- in bezorgmap 41Z óók geen bezorgrapport

- sorteerfouten (storend!) in Diekman Es 2 (zie bijlage)

- geen bezorgmap in 41 W

- ik ben om 16.15 uur gestopt vanwege een afspraak (restant post heb ik vanmorgen weggebracht)

[… .]

2.5 Op 5 december 2011 schrijft VBG manager [K] aan [eiser] het navolgende, voor zover hier van belang:

[… .] Op zaterdag 3 december 2011 heeft u om 16:15 uur uw bestelling niet afgemaakt en deze post pas op zondag 4 december 2011 besteld.

Gezien de ernst van deze situatie stel ik u ingaande heden op non-actief en draag ik u op om een schriftelijke verklaring bij mij in te leveren rondom deze situatie. In deze verklaring zult u moeten verantwoorden waarom u tot deze daad kwam, hoeveel poststukken het betrof en het tijdstip waarop u uiteindelijk deze post heeft bezorgd. [… .]

2.6 [Eiser] schrijft bij brief d.d. 5 december 2011 aan [K] het navolgende, voor zover hier van belang:

[… .] Zojuist ontving ik uw brief waarin u mij om een verklaring vraagt ivm met een restant hoeveelheid poststukken die ik niet op za 3 dec, maar op zo 4 dec (vóór 9.00 uur) heb besteld. Ik kan u verwijzen naar mijn bezorgrapport van 3-12-12, dat ik op 4-12-12 naar u heb gemaild, en waarin ik u de gang van zaken van deze bezorgdag heb proberen duidelijk te maken. Het ging om een restant poststukken van de Tiemeister 20, Van Deinselaan, de Riouwstraat, Cheribonstraat en de Malangstraat.

Ik bied mijn verontschuldigingen aan voor het te late afleveren van genoemde poststukken, en hoop dat u met deze verklaring genoegen zult nemen. [… .]

2.7 Op 7 december 2011 deelt [K] aan [eiser] telefonisch mede dat hij op staande voet is ontslagen.

2.8 Bij brief van 7 december 2011 schrijft ing. [R], Directeur Area Noordoost, aan [eiser] het navolgende, voor zover hier van belang:

Op zaterdag 3 december 2011 heeft u een gedeelte van de te bestellen post niet bezorgd, maar zonder enige vorm van overleg met uw leidinggevenden, pas op zondag 4 december 2011 besteld.

[… .]

Gezien de ernst van deze situatie bent u direct op non-actief gesteld en werd u opgedragen om een schriftelijke verklaring in te leveren.[… .]

Uw verklaring acht ik niet afdoende. U gaat verder niet in op de inhoud van deze afspraak op zaterdag 16.15 uur en ik verwijt u, dat u willens en wetens zonder enige vorm van overleg met uw leidinggevende zelfstandig had besloten de post buiten de reguliere bezorgtijden te gaan bestellen.

Ik kan niet anders concluderen dat u heeft verzuimd uw kerntaak als postbezorger uit te voeren. [… .]

PostNL is van mening dat u de verplichtingen die voortvloeien uit uw arbeidsovereenkomst ernstig hebt veronachtzaamd. Uw handelwijze is voor PostNL onacceptabel. Door uw handelwijze heeft u het vertrouwen dat PostNL in haar medewerkers stelt geschonden.

Daarnaast hebt u het vertrouwen dat de klanten in PostNL stellen ernstig geschaad en heeft u de goede naam van PostNL in diskrediet gebracht.

Bovengenoemde feiten leveren ieder voor zich dan wel in onderlinge samenhang bezien een dringende reden op in de zin van artikel 7:678 BW. Ik bevestig hierbij dan ook het ontslag op staande voet d.d. 7 december 2011, zoals u op die dag reeds telefonisch is medegedeeld door de heer[K]. [… .]

2.9 Bij brief van 15 december 2011 heeft de gemachtigde van [eiser] zich beroepen op de vernietigbaarheid van het gegeven ontslag op staande voet.

3. geschil

3.1 [Eiser] vordert PostNL te veroordelen tot betaling van het aan hem toekomende loon van € 708,28 bruto per maand, zulks vanaf 7 december 2011 tot aan de dag van rechtsgeldige beëindiging van de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst, vermeerderd met de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW en de wettelijke rente. [Eiser] maakt voorts aanspraak op een vergoeding ter zake buitengerechtelijke kosten conform het Rapport Voorwerk II. [Eiser] vordert voorts dat PostNL wordt veroordeeld hem in staat te stellen zijn werkzaamheden op de normale gebruikelijke wijze te hervatten op straffe van een op te leggen dwangsom, alsmede PostNL te veroordelen in de kosten van de procedure.

[Eiser] legt aan zijn vordering de hiervoor opgenomen vaststaande feiten ten grondslag en stelt zich op het standpunt dat het gegeven ontslag op staande voet niet in stand kan blijven, nu aan het vereiste “onverwijldheid” niet is voldaan. Het ontslag op staande voet is hem telefonisch medegedeeld door dhr. [K] zonder opgave van enige reden. De brief van 7 december 2011 is door PostNL op 8 december 2011 verzonden en op 9 december 2011 ontvangen. Op laatstgenoemde datum werd hem eerst de reden voor het ontslag op staande duidelijk.

[Eiser] stelt zich voorts op het standpunt dat PostNL onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat van haar als werkgever redelijkerwijs niet gevergd kan worden om het dienstverband te laten voortduren. Het is juist dat niet alle poststukken tijdig zijn bezorgd, maar uiteindelijk zijn deze wel bezorgd op de juiste adressen. [Eiser] heeft het incident op eigen initiatief gemeld bij zijn leidinggevende, wat getuigt van goed werknemerschap. [Eiser] heeft nooit de intentie gehad om met het te laat bezorgen van de poststukken PostNL enige schade te willen toebrengen. Daarnaast dienen de redenen voor een te late bezorging, zoals omschreven in punt 10 van de dagvaarding, welke hier als herhaald en ingelast gelden, te worden meegenomen in de vraag of er sprake was van een dusdanige reden dat dit voldoende is voor een ontslag op staande voet.

De ernst van het ontslag op staande voet, alsmede de gevolgen die dit ontslag met zich brengt voor [eiser] zijn vele malen groter dan de belangen van PostNL om het dienstverband met [eiser] te beëindigen. Die gevolgen voor [eiser] uiten zich onder meer in zijn leeftijd (60 jaar), de beperkte inzetbaarheid op de arbeidsmarkt in verband met zijn heupklachten, geen inkomensvoorziening in de vorm van loon dan wel uitkering en pensioenderving.

3.2 PostNL betwist de vordering van [eiser] en concludeert tot afwijzing daarvan. Zij is van mening dat in de bodemprocedure zal worden geoordeeld dat het gegeven ontslag in stand zal blijven, ook omdat het onverwijld is gegeven. De dringende reden is immers gelijktijdig telefonisch door dhr. [K] medegedeeld. Kort gezegd komt het hierop neer dat [eiser] zijn bezorgdienst voortijdig heeft afgebroken voor een privé afspraak en zijn poststukken te laat, de volgende dag op een zondag, heeft bezorgd. Hij had die dag voor diezelfde dienst vrijaf gevraagd maar dat was hem gemotiveerd geweigerd door PostNL. Hij heeft eigenmachtig besloten vrij te nemen en stopte vroegtijdig met werken. Hij deed dit zonder overleg met zijn leidinggevende(n) en zonder goede reden. De teamcoaches en postboden plus zijn altijd telefonisch bereikbaar.

Gebruikelijk is dat dagelijks alle post wordt bezorgd. Kost dit extra uren dan voorzien op basis van de werktijdregeling (in dit geval 5,33 uur), dan wordt dit extra werk als meeruren uitbetaald.

PostNL is de laatste jaren veel in het nieuws. Zij bevindt zich in een overgangsfase van een wettelijke monopolie op de postbezorging naar een vrije postmarkt met concurrentie. Bij wet dient PostNL op zijn minst 95% te scoren voor de standaard overnight bezorgservice. Deze wettelijke verplichting geeft direct ook het belang aan van waarom PostNL zo strikt stuurt op de kwaliteit van de dienstverlening en in het bijzonder de tijdige bezorging.

PostNL is dan ook van mening dat, alle omstandigheden in aanmerking nemend, geconcludeerd moet worden dat de handelwijze van [eiser] op 3 december 2011 een dringende reden oplevert voor ontslag.

4. beoordeling

4.1 Vooropgesteld dient te worden dat voor toewijzing van een vordering tot het treffen van een voorlopige voorziening alleen dan aanleiding is, indien op grond van de thans gebleken feiten en omstandigheden aannemelijk is dat in een bodemprocedure de beslissing gelijkluidend zal zijn.

4.2 Partijen verschillen van mening over de beantwoording van de vraag of het ontslag op staande voet onverwijld is gegeven. Vooralsnog gaat de kantonrechter er van uit dat tijdens het telefoongesprek van 7 december 2011 tussen [eiser] en [K], waarbij het ontslag op staande voet is aangezegd, de redenen waarom tot het ontslag is overgegaan aan de orde zijn geweest, zodat aan het vereiste van onverwijldheid is voldaan.

4.3 Uit de arresten van de Hoge Raad d.d. 20 november 1987 [NJ 1988/282] en 23 april 1993 [NJ 1993/504] valt af te leiden dat de ontslaggrond zo moet worden geformuleerd dat het de werknemer onmiddellijk duidelijk is waarom hij wordt ontslagen, zodat hij zijn positie naar aanleiding van dat ontslag kan bepalen.

In de ontslagbrief van 7 december 2011 staat de reden van het ontslag zonneklaar omschreven: het willens en wetens zonder enige vorm van overleg met een leidinggevende zelfstandig besluiten de post buiten de reguliere bezorgtijden bestellen.

In haar verweer stelt PostNL echter tevens dat [eiser] op 3 december 2011 een verzoek tot verlof had gedaan, hetgeen hem was geweigerd. Deze omstandigheid zal bij de beoordeling van de rechtmatigheid van ontslag op staande voet niet worden betrokken, nu een en ander niet als (bijkomstige) omstandigheid aan het ontslag op staande voet ten grondslag is gelegd.

4.4 Volgens vaste jurisprudentie dient de kantonrechter bij de beoordeling van de gerechtvaardigheid van het ontslag op staande voet, de omstandigheden van het geval, in onderling verband en samenhang, in aanmerking te nemen. Hij moet hierbij de aard en ernst van de dringende reden afwegen tegen de door werknemer aangevoerde persoonlijke omstandigheden.

Partijen zijn het erover eens dat [eiser] op zaterdag 3 december 2011 in de fout is gegaan, door zijn werkzaamheden omstreeks 16:15 uur, zonder hierover in overleg te treden met zijn leidinggevende, te staken. De stelling dat deze leidinggevende(n) zaterdags na 15:00 uur niet meer telefonisch bereikbaar is c.q. zijn, acht de kantonrechter vooralsnog onwaarschijnlijk, althans door [eiser] onvoldoende aannemelijk gemaakt. [Eiser] heeft niet eens een poging gewaagd. Met PostNL is de kantonrechter van mening dat [eiser], door de post een dag later te bestellen, de op de arbeidsovereenkomst van toepassing zijnde “Gedragslijn (on)gewenst gedrag” heeft overtreden en dat PostNL gerechtigd is hiertegen passend op te treden. De gedragslijn maakt melding van het feit dat voor elke ernstige overtreding wordt beoordeeld welke van de in de CAO genoemde disciplinaire maatregelen passend is. PostNL stelt dat de CAO voor Postbezorgers van toepassing is op de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst, doch zij verzuimt een exemplaar hiervan in het geding te brengen.

[Eiser] is thans 60 jaar en werkt, zonder problemen, bijna 8 jaar bij PostNL. De kans dat [eiser] elders emplooi zal vinden acht de kantonrechter, gelet op diens leeftijd, in combinatie met zijn heupklachten, te verwaarlozen. Het ontslag zal voor de pensioenopbouw van [eiser] eveneens consequenties hebben. Daarbij komt dat [eiser] op eigen initiatief melding heeft gemaakt van het “incident” en dat PostNL vooralsnog niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij tengevolge van de handelwijze van [eiser] (reputatie-) schade heeft geleden. Alle omstandigheden tegen elkaar afwegend komt de kantonrechter tot de conclusie dat in het onderhavige geval de sanctie van een ontslag op staande voet een te zware sanctie is. Een en ander betekent dat het voor de kantonrechter vooralsnog aannemelijk is dat in een bodemprocedure het gegeven ontslag op staande geen stand houdt. Dit brengt mede dat de loonvordering kan worden toegewezen. Met het oog op de omstandigheden acht de kantonrechter het billijk dat de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW achterwege zal worden gelaten. De wettelijke rente is toewijsbaar als hierna te vermelden.

4.5 De medegevorderde wedertewerkstelling zal worden toegewezen, doch de kantonrechter zal hieraan geen dwangsom verbinden. De kantonrechter gaat er van uit dat PostNL haar vonnis zal respecteren en [eiser] zal oproepen om zijn werkzaamheden te hervatten. Een gedwongen terugkeer, dat wil zeggen tegen de wil van PostNL, zet de verhoudingen onnodig op scherp en hierbij is geen van beide partijen gediend. Verwacht mag worden dat, alvorens [eiser] zijn werkzaamheden hervat, een gesprek zal plaatsvinden tussen [eiser] en zijn leidinggevende(n). In dat kader zal de kantonrechter de wedertewerkstelling van [eiser] bevelen binnen 1 week na betekening van dit vonnis.

4.6 De medegevorderde buitengerechtelijke kosten zal de kantonrechter afwijzen nu vooralsnog onvoldoende aannemelijk is dat deze kosten een schadepost voor [eiser] vormen;

4.7 PostNL zal als de in overwegende mate in het ongelijk gestelde partij in de kosten van deze procedure worden veroordeeld.

5. rechtdoende

5.1 Veroordeelt PostNL om aan [eiser] te betalen een bedrag van € 708,28 bruto per maand, exclusief emolumenten, vanaf 7 december 2011 tot aan de dag waarop de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst rechtsgeldig is beëindigd, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag van verschuldigdheid tot aan de dag der algehele voldoening.

5.2 Veroordeelt PostNL om [eiser] binnen 1 week na betekening van dit vonnis in staat te stellen zijn werkzaamheden op de normale en gebruikelijke wijze te hervatten met alle bevoegdheden en faciliteiten die [eiser] krachtens de arbeidsovereenkomst placht te genieten.

5.3 Veroordeelt PostNL in de kosten van dit geding tot op heden aan de zijde van [eiser] gevallen en begroot op € 716,58, waarin begrepen een bedrag van € 400,00 aan gemachtigdesalaris.

5.4 Verklaart dit vonnis tot hier uitvoerbaar bij voorraad.

5.5 Wijst af wat meer of anders is gevorderd.

Dit vonnis is gewezen te Enschede door mr. A.S.M. Kuipers, kantonrechter, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 13 maart 2012 in aanwezigheid van de griffier.

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.