1.
Als gesteld en onvoldoende weersproken staat vast:
1.1.
Safe Houses exploiteert sinds 2006 verschillende projecten, die inhouden dat een veilige woonomgeving wordt gecreëerd voor herstellende (drugs)verslaafden en verslaafden die hulp zoeken. De medewerkers die bij Safe Houses in dienst zijn hebben in het verleden te maken gehad met verslavingen.
1.2.
[verweerder], thans 48 jaar oud, is sedert [datum] in dienst van Safe Houses als administratief en begeleidend ondersteuner. Het salaris bedraagt € 2.231,- bruto per maand exclusief vakantietoeslag.
1.3.
In de tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst is in artikel 1 de volgende bepaling opgenomen:
“(..)
Werknemer stemt in met drugs en/of alcoholtesten die wanneer dan ook afgenomen kunnen worden. Een positieve uitslag en/of weigering van een drugs en/of alcohol test betekent directe ontbinding van dit Arbeidscontract.”
1.4.
Op 14 december 2012 heeft de leidinggevende van [verweerder], de heer [naam 1] (verder: [naam 1]), [verweerder] opgedragen een drugstest te ondergaan. De opdracht is tot drie keer toe herhaald, waarbij [verweerder] is gewezen op de gevolgen. [verweerder] heeft dit geweigerd en is naar huis gegaan.
1.5.
Diezelfde middag heeft de voorzitter van Safe Houses, de heer [naam 2] (verder: [naam 2]), [verweerder] per e-mail bericht:
“Je hebt een drugstest vandaag tot 3 keer toe geweigerd, hetgeen in artikel 1 van je arbeidsovereenkomst directe ontbinding van de Arbeidsovereenkomst betekent (ontslag op staande voet). Er is je verteld dat als je weigerde, het bovengenoemde consequenties voor je zou hebben en dat het in je Arbeidsovereenkomst staat. Je hebt daarna je sleutels op bureau gelegd en je bent vertrokken.
Daarna belde je me, waarbij Ik je bovenstaande ook medegedeeld heb.
Daarnaast heb ik aangegeven dat, mocht je met me willen spreken, je in ongeveer 45 minuten naar kantoor kon komen om met me te praten.”
1.6.
[verweerder] is die middag naar Safe Houses gegaan en heeft met [naam 2] een gesprek gevoerd. [naam 2] bleef bij het ontslag.
1.7.
Bij brief van 15 december 2012 heeft [verweerder] gemotiveerd geprotesteerd tegen het ontslag op staande voet. [verweerder] heeft in de brief eveneens gemeld bereid te zijn het werk te hervatten en – indien nog noodzakelijk – een drugstest te willen doen.
1.8.
Bij brief van 17 januari 2013 heeft (de gemachtigde van) [verweerder] aangedrongen op herstel van het dienstverband en verder meegedeeld dat [verweerder] op 17 december 2012 bij zijn huisarts een drugstest heeft ondergaan, waarvan het resultaat negatief was en welke test hij desnoods kon overleggen.
1.9.
In de loop van januari en februari 2013 hebben partijen gesproken over de mogelijkheid dat [verweerder] als zogenaamde zzp-er werkzaamheden bij Safe Houses zou gaan verrichten en dat er dan een beëindigingsovereenkomst zou worden gesloten. [verweerder] heeft zich tot dat doel als zzp-er laten inschrijven bij de KvK.
1.10.
Bij brief van 11 februari 2013 heeft [verweerder] bepaalde voorwaarden aan de tussen partijen te sluiten beëindigingsovereenkomst gesteld. Voorts heeft hij verklaard dat het de voorkeur had om weer gevolg te geven aan de dienstbetrekking waarbinnen hij bereid was zijn werkzaamheden te verrichten.
1.11.
Safe Houses heeft niet eerder een medewerker een drugstest laten ondergaan. Wel is één keer een schoonmaker, in dienst van het schoonmaakbedrijf bij Safe Houses, verzocht aan een test mee te werken. Die heeft dat gedaan.
1.12.
Bij kort geding-vonnis van 12 april 2013 heeft de kantonrechter te Amsterdam de loonvordering van [verweerder] vanaf 14 december 2012 toegewezen.