Bij beschikking van 16 september 2013 is een voortgezette mondelinge behandeling gelast, welke is bepaald op 9 oktober 2013. Voorafgaande aan de mondelinge behandeling heeft VUmc bij fax van 27 september 2013 een verzoek ingediend tot een voortgezette behandeling achter gesloten deuren. [verweerder] heeft bij brief van zijn gemachtigde van 3 oktober 2013 aanvullende producties toegezonden.
Op de voortgezette mondelinge behandeling is VUmc verschenen bij [naam 1] (manager bedrijfsvoering divisie II en III) en [naam 2] (hoofd afdeling klinische genetica), vergezeld van haar gemachtigde. [verweerder] is, vergezeld van zijn gemachtigde, eveneens verschenen. Op verzoek van de kantonrechter is op uitnodiging van beide partijen voorts verschenen [naam 3].
De kantonrechter heeft eerst het verzoek van VUmc tot een voortgezette behandeling achter gesloten deuren behandeld. Ter toelichting heeft VUmc aangevoerd, dat zij met dit verzoek wil bereiken dat de inhoud van het gesprek van 21 maart 2013, waarover partijen vertrouwelijkheid zijn overeengekomen, niet binnen een bredere kring bekend raakt dan strikt noodzakelijk is. [verweerder] heeft tegen dit verzoek verweer gevoerd. De kantonrechter heeft het verzoek tot een voortgezette behandeling achter gesloten deuren mondeling afgewezen. De kantonrechter heeft kort gezegd geoordeeld, dat de wet tot uitgangspunt neemt dat gerechtelijke zittingen openbaar zijn en slechts in uitzonderlijke gevallen een behandeling achter gesloten deuren kan plaatsvinden. Op het verzoek van VUmc is artikel 27 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) van toepassing. Het verzoek valt niet onder één van de categorieën als genoemd onder artikel 27 lid 1 Rv.
Vervolgens hebben [naam 2], [verweerder] en [naam 3] de vragen van de kantonrechter over de voorbereiding van het gesprek op 21 maart 2013, hetgeen op 21 maart 2013 is besproken en de rapportering van [naam 3] aan VUmc over de uitkomst van dat gesprek, beantwoord zonder dat een vraag met een beroep op de geheimhoudingsclausule onbeantwoord is gelaten. Daarna hebben beide partijen hun standpunten verder toegelicht.
De griffier heeft van het verhandelde ter zitting handgeschreven aantekeningen gemaakt, welke aan het procesdossier zijn toegevoegd. De zaak staat voor het geven van een beschikking.