-
Verzoekers, behorend tot één gezin, zijn verdachten in strafzaken geregistreerd onder de parketnummers 13/660215-12 en 13/660216-12 welke zaken door de rechters gelijktijdig met zaken tegen 2 tot hetzelfde gezin behorende medeverdachten worden behandeld.
-
Deze medeverdachten zijn de vader en de moeder van verzoekers.
-
Verzoekers en hun ouders worden verdacht van mishandeling van hun zuster respectievelijk dochter over een periode van 1,5 jaar en een mishandeling die zou hebben plaatsgevonden op 1 maart 2012. Bij dit laatste incident zouden allen aanwezig zijn geweest.
-
Op 21 februari 2012 heeft het onderzoek ter terechtzitting plaatsgevonden in de zaken van verzoekers en hun ouders. De voorzitter heeft de jongste rechter met de leiding van het onderzoek belast.
-
Volgens het proces-verbaal verstaan de vader en de moeder de Nederlandse taal niet of niet volledig, maar verstaan zij wel de Marokkaans-Arabische taal. Daarom was een tolk in die taal aanwezig.
-
Uit het proces-verbaal valt het hiernavolgende af te leiden over de gang van zaken tijdens de zitting.
-
De jongste rechter heeft aanvankelijk de vader bevraagd in de Nederlandse taal en na verzoek van mr. Dirkzwager daartoe, heeft de jongste rechter erin toegestemd dat zijn vragen eerst vertaald werden.
-
De vader heeft vervolgens een lang verhaal verteld tegen de tolk, zonder dat de tolk hem onderbrak om het verhaal (in kleine delen) te vertalen. Nadat mr. van Essen had opgemerkt dat de tolk op deze manier wellicht niet alles zou vertalen, heeft de jongste rechter meegedeeld dat hij bekend was met de werkwijze van deze tolk, die volgens hem eerst het hele verhaal aanhoort en dat dan vervolgens geheel vertaalt.
-
De tolk heeft hierna de verklaring van de vader weergegeven die heeft verklaard te hebben gezien dat zijn dochter zichzelf letsel heeft toegebracht.
-
Vervolgens hebben de moeder en [verzoeker 1] verklaringen afgelegd
-
De tolk mocht van de jongste rechter deze verklaringen vertalen.
-
Op het moment dat [verzoeker 1] opnieuw verklaarde werd hij door de jongste rechter onderbroken terwijl hij vertelde over wat er twee weken voor 1 maart 2012 volgens hem is gebeurd. De jongste rechter heeft gevraagd of hij zag dat zijn zus bloed op haar gezicht had.
-
Op dat moment heeft mr. van Essen de rechter verzocht [verzoeker 1] niet te onderbreken, omdat zij het belangrijk vond dat hij ook vertelde over de gebeurtenissen van twee weken daarvoor.
-
De jongste rechter heeft toen de opmerking gemaakt dat zij zich niet met het verhoor moest bemoeien.
-
Op enig moment heeft de jongste rechter een verklaring voorgehouden aan de vader, terwijl de vader tegen de tolk aan het praten was. De tolk vertaalde dat niet. Ook tijdens het afleggen van verklaringen door de overige verdachten was de vader aan het praten. Ook dat is niet door de tolk vertaald.
-
Mr. van Essen heeft toen de opmerking gemaakt dat zij de vader een uitgebreid antwoord heeft horen geven. De jongste rechter ging volgens haar echter steeds verder met het voorhouden van de stukken zonder dat hij de tolk zijn verhaal liet vertalen. Zij was wel geïnteresseerd in wat de vader zei, aldus mr. van Essen.
-
De jongste rechter heeft vervolgens meegedeeld dat de vader kennelijk tegen de tolk praatte terwijl hem geen vragen werden gesteld, maar hem slechts verklaringen worden voorgehouden. Daarom liet hij de tolk niet vertalen.
-
Mr. van Essen heeft daarna opnieuw meegedeeld dat zij wel is geïnteresseerd in wat de vader zei, omdat hij tussentijds de behoefte kan voelen om te reageren op de verklaringen van anderen. Ook dingen die hij zegt als hem geen vragen worden gesteld, konden volgens haar relevant zijn.
-
Daarop heeft de tolk verklaard dat hij niet vertaalde wat de vader allemaal vertelde, omdat de rechter hem dat niet had gevraagd.
-
De voorzitter heeft daarop voorgesteld dat mr. van Essen de behandeling voortaan alleen nog zou onderbreken als zij daadwerkelijk iets te melden had en voorts dat hij geen reactie wenste van mr. van Essen op zijn opmerkingen.
-
Nadat mr. van Essen hiervan akte heeft gevraagd, heeft de voorzitter gezegd: “De griffier schrijft alles op”, “houdt u op met provoceren”en “Maakt u mij niet nijdig. Ik lust u.”
-
Mr. van Essen heeft vervolgens verklaard: “Ik wraak de rechtbank. Ik vind de opmerking van de voorzitter, dat hij mij lust, ongepast. Ik heb akte gevraagd van alles wat ik heb gezegd. Ik acht wel een belang aanwezig voor mijn interrupties, want ik wil de verdachten [A] en [verzoeker 1] straks mogelijk als getuigen horen in de zaak van cliënt. Ik ben daarom geïnteresseerd in wat zij zeggen en ik wil dat zij hun hele verhaal kunnen vertellen”.
-
Na een korte onderbreking voor beraad heeft de rechtbank het onderzoek hervat.
-
Mr. van Essen heeft verklaard: “Ik handhaaf mijn wrakingsverzoek. Mijn wrakingsverzoek geldt ten aanzien van de hele zittingscombinatie. De gronden van het wrakingsverzoek heb ik zojuist in de kern weergegeven, ik zal per fax nog een nadere toelichting sturen”.
-
Mr. Dirkzwager heeft aansluitend verklaard: “Cliënt is in eerste instantie afgekapt toen hij wilde vertellen hoe de sfeer in huis was geweest. Dat is daarna gecorrigeerd, maar door de gang van zaken daarna heeft hij nu niet meer het vertrouwen dat hij eerlijk wordt behandeld. Ik sluit me daarom aan bij het wrakingsverzoek”.