1.
Bij de beoordeling van het geschil gaat de kantonrechter uit van de volgende feiten en omstandigheden, welke een weergave zijn uit de stellingen van partijen en de meer dan 200 producties, die beide partijen hebben ingediend:
1.1.
Stichting Cabinebelangen is een claimstichting als bedoeld in artikel 3:305a BW en heeft mede ten doel het in en buiten rechte vertegenwoordigen en het behartigen van de belangen van het cabinepersoneel dat tot 1 februari 2011 in dienst van de naamloze vennootschap Martinair Holland N.V. (verder Martinair) was en aansluitend bij KLM werkzaam is geworden. Stichting Cabinebelangen vertegenwoordigt de belangen van 216 ex-Martinair medewerkers, daaronder de 91 individuele eisers in dit geschil.
1.2.
Martinair is in 1958 opgericht en heeft c.q. had als concern een veelheid van verschillende activiteiten, waaronder burger- of passagiersluchtvaart, ondergebracht in de passagedivisie, en vrachtvervoer, ondergebracht in cargo- of de vrachtdivisie. De passagedivisie bij Martinair betrof de zogenoemde short haul (i.e. korte of continentale vluchten, zowel charters als lijndiensten) en de long haul (i.e. lange of intercontinentale vluchten) op 8 bestemmingen. Martinair had in 2010 circa 385 cabinemedewerkers in dienst en een eigen CAO (verder de Martinair CAO). Martinair bezat in november 2011 voor de passagedivisie 4 vliegtuigen.
1.3.
KLM is in 1919 opgericht en vormt met Air France na de fusie in 2004 de Air France KLM-Groep (verder de KLM-Groep). De KLM-Groep heeft een passagedivisie, een luchtvrachtdivisie en een onderhoudsdivisie. De KLM-Groep heeft circa 200 bestemmingen, waarop met passagiers wordt gevlogen. Tot de KLM-Groep behoren ook de 100% dochtervennootschappen KLM Cityhopper (ook wel KLC) en Transavia. KLM heeft circa 32.000 werknemers, waaronder circa 9.000 cabinemedewerkers. Bij KLM gelden diverse CAO’s, waaronder de zogenoemde KLM CAO Cabine. KLM had in 2011 voor het passagevervoer ruim 200 toestellen tot haar beschikking.
1.4.
Binnen de vliegwereld worden aan functieniveau, senioriteit en anciënniteit veel belang gehecht; ook bij Martinair en KLM. Aan de hand van de datum van indiensttreding wordt de anciënniteit vast gesteld. Op basis van anciënniteit komt men in aanmerking voor IPB (indien plaats beschik-baar): het door een medewerker tegen zeer beperkte kosten als passagier mogen meevliegen als er plaatsen over zijn.
1.5.
De datum van indiensttreding is tevens bepalend voor de plaatsing op een bij een bepaalde functie behorende volgorde- of senioriteitslijst. Afhankelijk van de plaats op de senioriteitlijst van een bepaalde functie komt men in aanmerking voor promotie naar een vrijgekomen, hogere functie, waar men weer onderaan de senioriteitlijst voor die functie komt te staan. Een hogere functie geeft betere arbeidsvoorwaarden. Binnen de cabine begint men als “éénbander”, terwijl men (bij KLM in 4 stappen) uiteindelijk kan doorgroeien tot senior purser (op de betere vlieg-tuigen en de intercontinentale vluchten). De promotie van éénbander naar de eerst hogere functie van tweebander duurt gemiddeld 13 tot 15 jaar.
1.6.
Over het algemeen verliest men zijn anciënniteit en senioriteit, indien men van luchtvaart-maatschappij wisselt. Het zogenoemde “horizontaal overstappen” (veranderen van werkgever met behoud van anciënniteit en senioriteit) komt dan ook zelden voor.
1.7.
In 1964 heeft KLM 50% van de aandelen in Martinair gekocht. De andere 50% was in handen van de naamloze vennootschap Koninklijke Nedlloyd NV en later van het moederbedrijf Maersk. Tot en met 2005 is Martinair winstgevend geweest. Vanaf 2006 werd Martinair met steeds verder oplopende verliezen geconfronteerd.
1.8.
In het voorjaar van 2007 heeft [naam bedrijf 1] een onderzoek gedaan naar (de positie van en de strategische alternatieven voor) Martinair, met in achtneming van de belangen van de beide aandeelhouders. [naam bedrijf 1] heeft in juni 2007 - voor zover hier relevant - geconcludeerd dat de vrachtdivisie en de long haul passagedivisie van Martinair onder voorwaarden toekomst bezaten en dat de short haul vluchten gestaakt zouden moeten worden.
1.9.
In november 2007 zijn vervolgens de short haul vluchten van Martinair gestaakt. Martinair heeft een drietal passagevliegtuigen afgestoten, door ze aan de leasemaatschappijen te retourneren. Martinair vloog met de zes resterende vliegtuigen van de passagedivisie daarna nog op de 8 long haul bestemmingen: Cuba (Havana en Varadero), Punta Cana, Mexico, Curaçao, Aruba, Kenia en eerst Miami, later Orlando (VS). De vrachtdivisie is ongewijzigd gehandhaafd.
1.10.
Over het boekjaar 2007/2008 heeft Martinair verdere verliezen geleden. Per 31 december 2008 heeft KLM de resterende 50% van de aandelen in Martinair verworven. Sindsdien is KLM enig aandeelhouder van Martinair.
1.11.
Per 1 juni 2009 zijn onderdelen van Martinair aan KLM uitbesteed, zoals de passenger services, de inflight services en de sleepdienst. De medewerkers van Martinair bij deze onderdelen zijn met behoud van anciënniteit in dienst van KLM gekomen, bij dezelfde (maar anders genoemde) afdelingen van KLM.
1.12.
In juli 2009 heeft Martinair haar vloot verder gereduceerd van zes naar vier vliegtuigen. In 2010 is nog een passagevliegtuig uitgestoten en kort daarna heeft Martinair alle vliegtuigen verkocht en terug geleased (Boeing 767).
1.13.
Over de boekjaren 2008/2009 en 2009/2010 heeft Martinair (mede als gevolg van de krediet-crisis) verdere verliezen geleden. Op 23 september 2010 heeft Martinair op een personeels-bijeenkomst bekend gemaakt dat zij het voornemen had per 1 november 2011 te stoppen met de resterende (long haul) passagedivisie en zich te concentreren op vrachtvervoer. Op 28 september 2010 heeft Martinair een adviesaanvraag bij de ondernemingsraad ingediend. Het voorgenomen besluit luidt “de passageactiviteiten van Martinair in fases per najaar 2011 te stoppen”.
De adviesaanvraag vermeldt:
[…] Refererend aan de hiervoor vermelde synergie onderzoeken komt hiermee de weg vrij om waar mogelijk een beweging van Rood (ktr: Martinair) naar Blauw (ktr: KLM) op gang te brengen, aangezien KLM de latende bestemmingen van Martinair ieder zorgvuldig zal bezien of zij deze in haar netwerk kunnen en wensen op te nemen.
1.14.
Op 3 december 2010 heeft de ondernemingsraad van Martinair voorlopig positief advies gegeven, onder de voorwaarde dat de medewerkers van Martinair waarvoor geen werkzaam-heden meer aanwezig waren, op de voet van overgang van onderneming bij KLM in dienst zouden kunnen treden. KLM heeft geen advies aan haar ondernemingsraad gevraagd.
1.15.
In het kader van de voorgenomen staking van de passagedivisie heeft Martinair onderhandeld met de Unie van Nederlands Cabinepersoneel (verder UNC), waar nagenoeg alle cabine-medewerkers van Martinair bij zijn aangesloten (98%). Bij KLM is het personeel (voornamelijk) lid van VNC en FNV.
1.16.
Bij brief van 6 december 2010 heeft Martinair aan UNC bevestigd dat het gehele corps van cabinemedewerkers van Martinair tegelijk een arbeidsovereenkomst van KLM aangeboden zal krijgen en daarmee op eenzelfde moment, in januari 2011, bij KLM in dienst zal treden. De brief vermeldt:
Bij de migratie zullen Martinair medewerkers geen rechten en plichten verspelen voortvloeiend uit de Martinair arbeidsovereenkomst bij het aangaan van de arbeidsovereenkomst KLM.
De brief bevat de slotzin dat de afspraken tot stand zijn gekomen in overleg tussen UNC en Martinair en onder voorbehoud van de medewerking van KLM.
1.17.
Bij brief van 14 december 2010 heeft KLM Martinair bericht dat zij een aantal kanttekeningen wilde plaatsen bij het akkoord over de migratie van het personeel van Martinair naar KLM. Deze kanttekeningen van KLM luiden:
1. De overeenkomst is gesloten tussen Martinair en UNC. KLM is geen partij bij deze overeenkomst en is dus ook niet gebonden aan de inhoud ervan.
2. Zoals bekend is het de intentie van KLM om aan alle Martinair cabine medewerkers een arbeidsovereen-komst aan te bieden. Het moment waarop dit plaatsvindt is afhankelijk van de uitkomst van overleg tussen KLM en de door KLM erkende cabine vakbonden.
3. KLM neemt kennis van de afspraak tussen Martinair en UNC dat bij de migratie Martinair medewerkers bij het aangaan van een arbeidsovereenkomst met KLM geen rechten en verplichtingen zullen verspelen, die voortvloeien uit de Martinair arbeidsovereenkomst. Echter, de arbeidsovereenkomst die KLM aanbiedt, is er een voor de (ktr: starters-)functie van 1-bander, met plaatsing van de medewerker onder aan de volgorde lijst van KLM, tenzij in overleg met de cabine vakbonden van KLM een andere wijze van instroom wordt overeengekomen. Zoals bekend heeft KLM op 17 november jl. aan de cabine vakbonden een voorstel gedaan voor de wijze van instroom.
4. Het overleg hierover wordt komende week vervolgd.
1.18.
Bij brief van 20 januari 2011 heeft Martinair de cabinemedewerkers bericht dat door een arbeidsovereenkomst met KLM, de gemaakte afspraken over behoud van rechten en plichten voortvloeiende uit de arbeidsovereenkomst met Martinair, niet teniet werden gedaan. Over de andere onderwerpen van de migratie, waaronder het behoud van senioriteit, anciënniteit en functieniveau, werd volgens de diverse brieven en berichten nog verder onderhandeld.
1.19.
Per 1 februari 2011 is het voltallige cabinepersoneel van de passagedivisie van Martinair bij KLM in dienst getreden. KLM heeft alle cabinemedewerkers de startersfunctie van “1-bander” aangeboden, ook zij die bij Martinair reeds een hogere functie vervulden. Als datum voor de berekening van de anciënniteit en de senioriteit is daarbij de datum van 1 februari 2011 aangehouden. De KLM CAO Cabine is per die datum op deze medewerkers van toepassing geworden. Per 1 februari 2011 zijn de dienstverbanden tussen de cabinemedewerkers en Martinair financieel volledig afgerekend. Het lagere loon van de ex-Martinair medewerkers wordt na indiensttreding bij KLM door Martinair aangevuld tot de hoogte van hun laatstgenoten loon.
1.20.
Een aantal van de cabinemedewerkers van Martinair, die per 1 februari 2011 bij KLM in dienst zijn getreden, is per dezelfde datum terug uitgeleend aan of gedetacheerd bij Martinair voor het uitvoeren van de nog resterende long haul vluchten. De anderen hebben een training van zes weken gevolgd, afgerond met een examen, en zijn daarna op KLM-vluchten ingezet.
1.21.
Bij brieven van 10 juni 2011 hebben KLM en Martinair ieder afzonderlijk UNC over de migratie van de Martinair cabinemedewerkers bericht. De brieven verwijzen naar diverse overleggen tussen UNC en Martinair en tussen UNC, KLM en VNC/FNV, onder meer op 31 maart 2011 en 29 april 2011. In de brief van Martinair noch in die van KLM wordt een garantie verstrekt met betrek-king tot functie-behoud (horizontale instroom), senioriteit of anciënniteit voor ex- Martinair medewerkers. Hetzelfde geldt voor het IPB. In de brieven wordt als verklaring gegeven dat VNC en FNV daarmee niet hebben willen instemmen.
1.22.
Op 16 juni 2011 heeft UNC haar leden bij Martinair over het onderhandelingsresultaat bericht. De tekst van het bericht luidt (voor zover hier relevant):
De afgelopen jaren hebben wij menig resultaat ter stemming aan jullie voorgelegd. Allemaal belangrijke besluiten over vernieuwing van bijvoorbeeld de cao en zelfs een Sociaal Plan als gevolg van het stoppen met het vliegen van short haul.
Jullie hebben een bijzondere periode achter de rug: de aankondiging dat jullie bedrijf stopt met het vliegen van passagiersvluchten, de overgang naar KLM per 1 februari jongstleden en de verstrekkende gevolgen die dit heeft voor jullie als cabinepersoneel. Niet alleen omdat jullie van het vertrouwde rood overstapten naar KLM blauw, maar ook omdat het voor een groot deel van het Martinair cabinecorps zou betekenen dat ‘er strepen’ moeten worden ingeleverd. Daarbij kwam de onzekerheid over primaire arbeidsvoorwaarden zoals salaris, pensioen en dergelijke.
De UNC heeft, als jullie belangenbehartiger, vanaf het begin het standpunt gehuldigd dat er sprake is van overgang van onderneming. Wij hebben steeds als uitgangspunt gehad dat wij zoeken naar de voor het Martinair cabinekorps optimale oplossing die recht doet aan de positie van alle betrokken partijen, dus ook de KLM collega’s. […]
Zoals jullie weten heeft KLM in december (ktr: 2010) aan de toen erkende vakorganisaties voor het KLM cabinepersoneel, FNV Cabin Pressure en VNC, voorgesteld om jullie zo veel mogelijk op een vergelijkbaar functieniveau te laten instromen bij KLM. Een deel van het Martinair cabinepersoneel zou in het voorstel van KLM horizontaal instromen bij KLM. Omdat dit een afwijking van de cao voor KLM cabinepersoneel inhoudt, was de medewerking van genoemde vakbonden noodzakelijk. Helaas hebben wij moeten constateren dat FNV Cabin Pressure en VNC niet bereid bleken de gevraagde afwijking toe te staan. […]
Herhaalde pogingen KLM op dit punt kleur te laten bekennen, hebben daarna niets opgeleverd. KLM zit klem en kan volgens eigen zeggen niets anders dan accepteren dat FNV Cabin Pressure en VNC voet bij stuk houden. Wat overigens niet wil zeggen dat KLM deze gang van zaken niet betreurt. Op de grond worden namelijk, met de goedkeuring van de grondbonden, wel uitzonderingen gemaakt. En met recht.
1.23.
De ondernemingsraad van Martinair heeft op 11 juli 2011 (onder voorwaarden) positief geadviseerd. Volgens de ondernemingsraad is het een gemiste kans dat KLM de passagedivisie van Martinair op de long haul niet voortzet en gaan andere ondernemingen, zoals Arkelfy en Air Berlin, met het marktaandeel van Martinair “aan de haal”. Volgens de ondernemingsraad heeft KLM een zo intensieve en stelselmatige betrokkenheid bij de besluitvorming en uitvoering van het voorgenomen besluit gehad, dat KLM aangemerkt moet worden als de mede-ondernemer “die feitelijk ter zake van de besluitvorming aan alle touwtjes heeft getrokken”. Voorts constateert de ondernemingsraad dat KLM niet aan zijn voorwaarde omtrent de opvang van het personeel heeft voldaan. Volgens het advies is de weerstand van de KLM-bonden daar debet aan.
1.24.
Na verder overleg hebben UNC en Martinair op vrijdag 7 oktober 2011 een principe akkoord gesloten; het zogeheten Bosrandakkoord. Het Bosrandakkoord is getekend op 16 november 2011 en bevat (onder meer) aanvullende afspraken over het inkomen van ex-Martinair medewerkers bij KLM. Over senioriteit bepaalt het Bosrandakkoord:
6.1 Onderlinge senioriteit
Bij indiensttreding bij KLM geldt de senioriteitsdatum van 1 februari 2011. Binnen de groep van cabinemedewerkers telt de onderlinge senioriteit zoals deze bij Martinair vast is gesteld op 31 januari 2011.
1.25.
Martinair heeft de resterende (long haul) passagedivisie feitelijk per 1 november 2011 volledig gestaakt. Per die datum zijn alle medewerkers, die aan Martinair waren terug uitgeleend, weer naar KLM overgegaan. Ze hebben eerst de training van zes weken doorlopen, afgerond met het examen, en zijn daarna als 1-bander bij KLM werkzaamheden gaan verrichten. De overgebleven passagevliegtuigen van Martinair zijn (naar de leasemaatschappijen) afgestoten. De vrachtafdeling van Martinair is voortgezet.
1.26.
KLM heeft de long haul-bestemmingen van Martinair Havana en Punta Cana (gedurende één seizoen) aan haar bestemmingen toegevoegd en de vluchten van KLM naar Aruba en Curaçao zijn uitgebreid. KLM heeft hiervoor eigen landingsrechten aangevraagd. KLM heeft geen relaties met touroperators of particulieren van Martinair voortgezet. KLM heeft ook geen vliegtuigen of ander materiaal van Martinair overgenomen.
1.27.
Op 1 december 2011 hebben de leden van UNC het Bosrandakkoord afgestemd. UNC heeft niettemin haar instemming aan het akkoord gehandhaafd. Het Bosrandakkoord wordt door Martinair en KLM nageleefd.