1.
Als gesteld en onvoldoende weersproken staat vast:
1.1.
[eiser], geboren op [geboortedatum], is met ingang van 12 mei 2008 in dienst getreden van (de rechtsvoorganger van) Delta Lloyd, in de functie van ‘[functie]’. [eiser] verdiende laatstelijk € 6.494,80 bruto exclusief vakantietoeslag en overige emolumenten, voor een dienstverband van 40 uur per week.
1.2.
Medio 2011 heeft Delta Lloyd een reorganisatie doorgevoerd. Het eerder met de vakbonden overeengekomen “Sociaal Plan Delta Lloyd Groep 1 december 2010 - 1 januari 2012” is op de reorganisatie van toepassing verklaard.
1.3.
In artikel 1.6 van het sociaal plan is een hardheidsclausule opgenomen. Die luidt als volgt:
Indien de toepassing van het Sociaal Plan in individuele gevallen leidt tot een kennelijk onbillijke situatie zal Delta Lloyd besluiten in gunstige zin van het Sociaal Plan af te wijken. Hierbij zal met name aandacht worden besteed aan medewerkers met een minder kansrijke positie op de arbeidsmarkt.
1.4.
Het in het Sociaal Plan opgenomen artikel 3.2.8. ‘Tussentijds vertrek’ bepaalt:
De herplaatsingskandidaat die tijdens de herplaatsingstermijn de arbeidsovereenkomst beëindigt, ontvangt een beëindigingsvergoeding op basis van de ‘berekening beëindigingsvergoeding’ waarbij de correctiefactor op 0,5 wordt gesteld. Deze vergoeding wordt verminderd met 50% van de maandsalarissen (..) die met ingang van maand 5 van de herplaatsingstermijn zijn betaald.
De arbeidsovereenkomst eindigt in ieder geval tussentijds op initiatief van de medewerker indien de medewerker een andere functie buiten Delta Lloyd Groep verwerft. De medewerker en Delta Lloyd spreken af dat de arbeidsovereenkomst eindigt op de eerst mogelijke datum.
1.5.
En artikel 3.2.10. ‘Einde herplaatsingstraject’ bepaalt:
Indien de herplaatsingskandidaat tegen het einde van de herplaatsingstermijn geen andere interne of externe functie heeft verworven, dan zal de arbeidsovereenkomst op initiatief van Delta Lloyd met wederzijds goedvinden eindigen per de einddatum van de herplaatsingstermijn.
Beëindigingsvergoeding
Per de beëindigingsdatum van de arbeidsovereenkomst ontvangt de medewerker een beëindigingsvergoeding op basis van de ‘berekening beëindigingsvergoeding’ waarbij de correctiefactor op 1 wordt gesteld.
1.6.
De functie van [eiser] is per 1 september 2011 vervallen. [eiser] heeft in de periode van september 2011 tot januari 2012 gedurende 40 uur per week werkzaamheden verricht. Hierdoor is de herplaatsingstermijn verschoven van 1 september 2011 naar 1 januari 2012. De herplaatsingstermijn duurde negen maanden, tot 1 oktober 2012.
1.7.
In de periode 1 januari 2012 tot 17 april 2012 is [eiser] vrijgesteld van werkzaamheden. Vanaf 17 april 2012 tot 20 augustus 2012 heeft [eiser] voor Delta Lloyd werkzaamheden verricht voor drie dagen in de week.
1.8.
Partijen hebben op 22 mei 2012 een vaststellingsovereenkomst gesloten. Artikel 8 van deze overeenkomst luidt:
Indien [eiser] gedurende de herplaatsingstermijn een andere passende of vergelijkbare functie buiten Delta Lloyd Groep verwerft, dan brengt [eiser] de aangewezen contact-persoon bij Delta Lloyd hiervan direct op de hoogte. In dat geval is sprake van tussentijds vertrek op initiatief van [eiser] en spreken partijen af dat de arbeidsovereenkomst eindigt op de eerst mogelijke datum (hierna: de “tussentijdse beëindigingsdatum”).
1.9.
Artikel 9 van de vaststellingsovereenkomst luidt:
Bij tussentijds vertrek op initiatief van [eiser] ontvangt [eiser] een vergoe-ding. De vergoeding wordt vastgesteld op basis van de formule ‘berekening beëindigingsvergoeding’ uit het Sociaal Plan (de kantonrechtersformule zoals deze tot 2009 gold) met correctiefactor C=0,5. Deze beëindigingvergoeding dient ter aanvulling op een elders te verdienen lager salaris. Deze vergoeding wordt verminderd met 50% van de maandsalarissen die met ingang van maand 5 van de herplaatsingstermijn zijn betaald.
1.10.
Artikel 10 van de vaststellingsovereenkomst luidt:
Indien [eiser] aan het einde van de herplaatsingtermijn geen andere functie heeft verworven, dan eindigt de arbeidsovereenkomst op initiatief van Delta Lloyd met wederzijds goedvinden met ingang van 1 oktober 2012, (hierna: “de beëindigingsdatum‘).
1.11.
Artikel 11 van de vaststellingsovereenkomst luidt:
Bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst na afloop van de herplaatsingstermijn ontvangt [eiser] een vergoeding. De vergoeding wordt vastgesteld op basis van de formule ‘berekening beëindi-gingsvergoeding’ uit het Sociaal Plan (de kantonrechtersformule zoals deze tot 2009 gold) met correctiefactor C=1. Deze beëindigingvergoeding dient ter aanvulling op een eventuele uitkering (..) dan wel op een elders te verdienen lager salaris.
1.12.
Bij e-mail van 14 augustus 2012 heeft [eiser] Delta Lloyd geschreven dat het ernaar uitzag dat hij per 1 oktober 2012 een functie kon aanvaarden bij Rabobank Nederland. Hij vermeldde daarbij dat de functie in zoverre niet passend was, dat de arbeidsvoorwaarden minder gunstig waren. Het salaris was € 1.400,- lager, er werd geen leaseauto ter beschikking gesteld en de reisafstand was behoorlijk langer. [eiser] heeft in zijn e-mail gevraagd hem te bevestigen dat, wanneer hij de baan zou aanvaarden, hij in aanmerking zou komen voor een beëindigings-vergoeding met factor C=1.
1.13.
Delta Lloyd heeft op 20 augustus 2012 – kort samengevat – geantwoord dat [eiser] in zijn situatie recht had op de regeling uit het Sociaal Plan als genoemd in artikel 3.2.8, omdat hij een nieuwe (externe) functie had per einde herplaatsingstermijn.
1.14.
[eiser] heeft tegen dat besluit beroep bij brief van 28 augustus 2012 aangetekend bij de Begeleidingscommissie voor het Sociaal Plan voor de Delta Lloyd Groep. Deze commissie heeft het beroep bij beslissing van 4 december 2012 ongegrond verklaard.
1.15.
[eiser] is de functie bij Rabobank per 1 oktober 2012 gaan vervullen. Delta Lloyd heeft [eiser] een beëindigingsvergoeding conform artikel 3.2.8 van het Sociaal Plan van € 3.844,35 bruto betaald.